Dit gedicht is geschreven door Annie M.G. Schmidt. Je kent haar misschien wel van Puk van de Petteflet of Jip en Janneke. Ze heeft veel jeugdboeken geschreven, maar ook gedichten.
Deze opdrachten gaan over bovenstaand gedicht.
Download het opdrachtformulier.
Opdracht 1: rijm
Niet alle gedichten hoeven te rijmen. Sommige gedichten rijmen wel. Rijm is een herhaling van klanken.
Welke regels rijmen op elkaar? Noteer de rijmwoorden.
Opdracht 2: eindrijm
Er zijn verschillende vormen van rijm. Bij eindrijm rijmen de laatste lettergrepen in de regels van een gedicht. Je kunt dit in een schema zetten. Bijvoorbeeld:
- aaaa (slagrijm) dood – rood – groot – bloot
- aabb (gepaard rijm) dood – rood – brand – land
- abba (omarmend rijm) groot – brand – land – rood
- abab (gekruist rijm) groot – brand – rood – land
Welke vorm van rijm herken je in dit gedicht?
Maak daarna een rijmschema voor dit gedicht.
Opdracht 3: strofen
Een gedicht is opgebouwd uit strofen. Dat zijn een aantal regels in een gedicht die bij elkaar horen. Je kunt dit herkennen aan de tekstblokjes in een gedicht.
Hoeveel strofen heeft dit gedicht?
Opdracht 4: titel
De titel van dit gedicht is: ‘Aan een klein meisje’.
Verklaar de titel van dit gedicht.