In elke les kan ongewenst of storend gedrag voorkomen. Het kan helpen om vooraf te bedenken welke interventies je kunt inzetten.
Hieronder vind je 10 interventies die je zou kunnen gebruiken:
- Stilte laten vallen
Stop even met praten als een leerling door je uitleg heen praat. Noem daarna eventueel je verwachting: ‘Ik verwacht dat je stil bent als ik praat’. - Naam noemen
Rustig de naam van de leerling noemen. Eventueel combineren met herhalen van regel of verwachting uitspreken. - Dichtbij gaan staan
Alleen al jouw aanwezigheid bij een leerling kan voldoende zijn. Houd natuurlijk wel op een professionele manier afstand, kom niet letterlijk te dichtbij. Het gaat er meer om dat je bijvoorbeeld bij een tafel van een leerling staat. - Oogcontact of gebaar maken
Gebruik een blik of een kort handgebaar in plaats van woorden. Zelf knip ik wel met m’n vingers. - Herhalen van de regel
Kort en neutraal: ‘Als ik praat, ben jij stil.’ Je kunt ook de verwachting noemen: ‘Ik verwacht dat je … ‘ - Keuze geven
‘Je kunt nu meedoen of na schooltijd je werk inhalen.’ En wees dan ook consequent! - Complimenten en positieve aandacht
Benoem goed gedrag direct zodat anderen dit voorbeeld volgen. - Humor inzetten
Maak een klein grapje en gebruik humor, maar zonder iemand belachelijk te maken. Gebruik ook liever geen sarcasme, voor leerlingen is sarcasme niet altijd goed te begrijpen (bijvoorbeeld bij autisme). - (Werk)tempo aanpassen
Geef een kortere opdracht, extra uitleg of een korte time-out. - Na de les apart nemen
Bespreek rustig één-op-één wat er gebeurde en wat je verwacht. Als het eind van de les niet lukt omdat je gelijk daarna een andere klas hebt: probeer dan meteen een moment te plannen waarop je de leerling wel even kan spreken.
Bespreken
Welke interventie gebruik je zelf die hier niet tussenstaat?
Kies 2 interventies die je komende week bewust gaat toepassen:
- Interventie 1:
- Interventie 2: