Voorkennis activeren helpt om leerlingen vooraf te laten nadenken over wat ze al weten. Dit maakt nieuwe informatie makkelijker te begrijpen en beter te onthouden. Ook koppelen leerlingen de nieuwe informatie makkelijker aan wat datgene wat ze al weten.
In deze blog deel ik 6 werkvormen waarmee je voorkennis kunt activeren. Het zijn werkvormen die je zo kunt inzetten, dus je hebt weinig voorbereiding nodig.
1. Voorspel de les
Laat op het bord een afbeelding, kaart of kernwoorden zien die te maken hebben met het onderwerp van de les. Laat hen voorspellen waar de les over zal gaan. Laat de leerlingen de antwoorden schrijven op wisbordjes of kladpapier en laat leerlingen hun voorspelling omhoog houden. Vervolgens laat je leerlingen in tweetallen overleggen en hun voorspelling opschrijven. Bespreek daarna een paar antwoorden klassikaal en koppel hierop terug na de uitleg.
Als je gebruik maakt van LessonUp kan je deze werkvorm ook heel makkelijk doen met een open vraag. Maak eerst een slide met een (historische) afbeelding, kaart of een paar kernwoorden. En in de open vraag zou je leerlingen dan kunnen laten voorspellen waar de les overgaat, daarna in tweetallen bespreken en klassikaal terugkoppelen.
Je zou ook doorkunnen vragen: hoe komt het dat je denkt dat deze les over … zal gaan? etc.

2. Brainstorm in 1 minuut
Geef leerlingen 60 seconden om zoveel mogelijk begrippen of gebeurtenissen op te schrijven die te maken hebben met het onderwerp van de les. Gebruik hiervoor kladpapier, een wisbordje of een digitale tool als Padlet of Mentimeter. Maar ook in LessonUp zou dit kunnen met de open vraag. 💡 Optioneel: Laat leerlingen hun woorden vergelijken met een klasgenoot en er samen drie kiezen die volgens hen het belangrijkst zijn.
Voorbeeld: Bij een les over de Franse Revolutie schrijven leerlingen zoveel mogelijk woorden op die ze kennen over dit onderwerp, zoals ‘Bastille’, ‘Lodewijk XVI’ en ‘guillotine’.
3. Korte quiz
Start de les met een korte quiz over het onderwerp. Dit kan in de vorm van: meerkeuzevragen op het bord waar leerlingen hun keuze opschrijven en dan wisbordjes gebruiken. Of een korte quiz in Kahoot, Quizizz, Quizlet, LessonUp etc. om voorkennis te testen.
Voorbeeld: Begin een les met een waar/niet waar-quiz over de lesstof. Je hoeft niet per se een digitale tool te gebruiken. Je kunt dit ook gewoon op het digibord zetten in een document of slide. Je zou zelfs nog gekleurde kaartjes kunnen maken: groen -> waar rood -> niet waar. En dat leerlingen dan een kaartje omhoog moeten houden.
5. 3-2-1 Voorkennis
Een variatie op de 3-2-1-methode: Leerlingen schrijven op:
- 3 dingen die ze al weten over het onderwerp
- 2 vragen die ze hebben over het onderwerp
- 1 voorspelling over wat ze gaan leren
Gebruik hiervoor kladpapier, wisbordjes of bijvoorbeeld post-its. Of laat het digitaal invullen in bijvoorbeeld LessonUp.
Lees ook mijn blog over 3-2-1 gebruiken in drie verschillende fases van de les.
6. Wat hoort bij elkaar?
Maak een korte koppel-opdracht: Geef leerlingen losse begrippen en laat hen de juiste paren vormen. Dit kan op papier, met kaartjes die ze moeten combineren of digitaal via LessonUp of Quizlet. Laat leerlingen hun keuzes onderbouwen: Waarom horen deze begrippen bij elkaar? Als je eenmaal de kaartjes hebt gemaakt, zou je ze natuurlijk vaker in kunnen zetten. Eerlijk gezegd ben ik soms een beetje te lui om zelf te gaan knippen en plakken en zou ik zelf liever de digitale variant gebruiken.
Voorbeeld: Koppel bijvoorbeeld historische personen aan gebeurtenissen, zoals ‘Samuel van Houten – Kinderwetje van Van Houten’ of ‘Karl Marx’ – ‘Communistisch Manifest’. Of juist jaartallen met historische gebeurtenissen.
7. Woordweb op het bord
Maak als docent een woordweb op het bord of digibord en laat leerlingen aanvullen. ‘Wat weet je al over …’ of ‘Wat weet je nog over … ‘ Gebruik LessonUp, een digibord of whiteboard of een andere digitale tool om de begrippen overzichtelijk te ordenen. Bespreek de verbanden tussen de begrippen en vul als docent aan waar nodig.
Tip: Maak gebruik van vaste routines
Werkvormen zoals deze werken fijn als leerlingen eraan gewend raken. Zo zorg je voor structuur en voorspelbaarheid.
