Opdracht 4 en 5 mei: maak een vrijheidsmuur

Je kunt deze opdracht inzetten rond 4 en 5 mei. Leerlingen denken na over wat vrijheid voor hen betekent en verbeelden dit op hun eigen manier met tekeningen, woorden, kleuren of symbolen. Daarna verzamel je alles en plak je alles op een centrale plek op school en maak je er een soort gezamenlijk kunstwerk van: een vrijheidsmuur.

Je kunt onderaan deze blog de lesbrief naar deze opdracht downloaden.

Doelgroep opdracht: onderbouw klas 1 en 2 mens & maatschappij, burgerschap, mentorles.

Wat is een vrijheidsmuur?

Een vrijheidsmuur is een plek in school (bijvoorbeeld een muur in de hal, de aula of bij de lokalen) waar leerlingen laten zien wat vrijheid voor hen betekent.

Een paar jaar geleden heb ik dit weleens gedaan met mijn eigen klas voor mens & maatschappij. En later heb ik ook eens samengewerkt met meer collega’s/vakken en er een gezamenlijk project van gemaakt. Jammer genoeg heb ik er niet zoveel foto’s meer van. Alleen bovenstaande foto uit 2019.

Hoe werkt de opdracht?

Je begint met een aantal vragen in de klas:

  • Wat is vrijheid voor jou?
  • Wanneer voel je je vrij?
  • Wat zou jij nooit willen verliezen?

Leerlingen schrijven dit op een kladblaadje en maken daarna een creatieve uitbeelding op een A4. Dat mag een tekening zijn, een collage, een kleurencompositie, een woordweb, een gedicht etc. Alles is goed, zolang het persoonlijk is en natuurlijk niet kwetsend voor anderen.

Combineer met het maken van een gedicht

Je kunt deze opdracht heel goed combineren met het maken van een gedicht over vrijheid. Klik hier voor de opdracht – schrijf een gedicht over vrijheid.

Tips bij met maken van een vrijheidsmuur

  • Zoek een goede plek in school. Denk aan een zichtbare plek waar veel leerlingen langskomen. Overleg met je collega’s of de conciërge. Ga niet zomaar op eigen houtje ergens van alles opplakken.
  • Werk samen. De kracht van deze opdracht zit ‘m ook in de samenwerking. Probeer bijvoorbeeld met alle leerlingen van klas 1 en/of 2 een vrijheidsmuur te maken. Je kunt de opdracht dan in de mentorles doen of bijvoorbeeld bij geschiedenis/Nederlands/kunst. Ga met je collega’s in gesprek en zorg ervoor dat je het ruim van tevoren aankondigt.
  • Maak het creatief maar laagdrempelig. Geen druk op ‘mooie kunst’. Alles mag, als het maar betekenis heeft.
  • Werk met kleur en variatie. Laat leerlingen ook symbolen, kleuren en woorden gebruiken. Eventueel in combinatie met tijdschriften of printjes. Je kunt het ook versieren met vlaggetjes, ballonnen of andere dingen.
  • Laat leerlingen zelf meedenken over de opbouw. Laat ze een titel verzinnen voor de muur of helpen bij het ophangen.
  • Geef het een vervolg. Maak een foto van de muur en stuur het bijvoorbeeld in voor een nieuwsbrief van school of een plaatselijke krant.

Download het werkblad

Wil jij met je klas ook een vrijheidsmuur maken? Download dan het werkblad en ga aan de slag.

Ga je met je klas of school aan de slag met deze opdracht? Dan ben ik heel benieuwd naar het resultaat! Deel je vrijheidsmuur en stuur een mooie foto of laat een reactie hieronder achter.

Opdracht 4 en 5 mei: schrijf een gedicht over vrijheid

Lesidee voor 4 en 5 mei

Op 4 mei herdenken we in Nederland de mensen die zijn omgekomen in oorlogen. Op 5 mei vieren we dat we in vrijheid leven. Maar wat betekent vrijheid eigenlijk voor de leerlingen zelf? Het lijkt een simpele vraag, maar het antwoord is voor iedereen anders.

In deze opdracht gaan leerlingen nadenken over wat vrijheid voor hen betekent en daarna maken ze hier een gedicht over. In deze blog leg ik in het kort uit hoe je deze opdracht kunt inzetten in de klas. Onderaan kun je een gratis werkblad downloaden.

Doelgroep: onderbouw klas 1 en 2 mens & maatschappij, burgerschap en Nederlands. (Vakoverstijgend)


Wat gaan leerlingen doen in deze opdracht?

In deze opdracht denken leerlingen eerst kort na over wat vrijheid voor hen betekent. Ze beantwoorden vier eenvoudige vragen, maken een woordenlijst en kiezen vervolgens een vorm voor hun gedicht. Er zijn drie opties:

  • Een vrij gedicht
  • Een elfje (een gedicht van 5 regels met oplopend aantal woorden)
  • Elke regel begint met ‘Vrijheid is…’

Daarna schrijven ze hun gedicht netjes uit. Je kunt ervoor kiezen om een aantal leerlingen hun werk te laten voordragen, de gedichten op te hangen of er een lesmoment aan te koppelen tijdens 4 of 5 mei. Of maak er bijvoorbeeld een project van en maak gezamenlijk een vrijheidsmuur.

Hoe kan je deze opdracht inzetten tijdens je les?

Start van de les: korte uitleg over 4 en 5 mei en eventueel een korte video met elkaar kijken. Vervolgens maak je een woordweb. Zet op het bord ‘wat betekent vrijheid voor jou?’. Bespreek dit kort en vertel bijvoorbeeld ook zelf wat vrijheid voor jou betekent.

Uitleg van de opdracht: daarna opdracht uitleggen en extra aandacht besteden aan de manier waarop leerlingen een gedicht mogen maken. Ik zou het zelf zo vrij mogelijk houden, dus leerlingen uit de drie opties laten kiezen (vrij gedicht, elfje of elke regel beginnen met ‘Vrijheid is … ‘ en leerlingen geen laptop of andere device laten gebruiken.

In principe is de opdracht wel in één lesuur te maken, maar het ligt er ook aan hoeveel tijd je aan de introductie en uitleg kwijt bent. Je kunt het ook in twee lessen doen, dat geeft net wat meer ruimte en dan kunnen leerlingen het gedicht ook bijvoorbeeld versieren met tekeningen etc.

Download de opdracht

Afsluiting van de opdracht

Ik heb weleens een vrijheidsmuur met leerlingen gemaakt, maar ook in de coronatijd een soort vrijheidsetalage gemaakt. Dat laatste was niet zo’n succes, maar de vrijheidsmuur wel.

Afgelopen jaren waren er ook twee of drie leerlingen bij ons op school die een zelfgeschreven gedicht mochten voordragen tijdens de herdenkingsdienst op 4 mei. Dat heb ik jarenlang met leerlingen gedaan. Dat is natuurlijk een mooie afsluiting, maar als je iedereen bij deze opdracht zou willen betrekken met een afsluiting zou je dat ook op een andere manier kunnen doen. Bijvoorbeeld:

  • Maak een bundel: bundel de gedichten in een klein boekje (bijv. in Canva of Word als PDF), eventueel met een kaftje “Vrijheid in onze woorden – Klas X”. Print het uit of zet het op de schoolwebsite. Of misschien is er wel budget beschikbaar op school om het goedkoop te laten drukken zodat het uitgedeeld kan worden.
  • Gedichtenmuur: hang de gedichten op in de klas of in de hal of aula. Laat leerlingen eventueel zelf iets bij hun gedicht tekenen of ontwerpen.
  • Vrijheidsmuur: het is ook een idee om deze opdracht samen met de opdracht vrijheidsmuur in te zetten. De geschreven gedichten kunnen dan op de vrijheidsmuur geplakt worden. Klik hier voor de opdracht Vrijheidsmuur.

Voorbeeld van een gedicht geschreven door een leerling

Vrijheid 
Iedereen kent het woord vrijheid
Maar niet iedereen kent vrijheid
Sommige mensen hadden nooit gevoeld wat vrijheid was Zoals de mensen die opgroeiden in de oorlog 

Als je een kunstenaar zou vertellen dat hij niet mocht schilderen dan zou er een wit doek overblijven Zo waren de kinderen van de oorlog ook, want ze mochten geen kleur aan hun leven toevoegen
De kinderen van de oorlog konden geen kleuren in hun leven meer vinden Iedereen kent het woord vrijheid 

Maar niet iedereen heeft vrijheid 

Julia Klok (2020 OSG De Hogeberg)

Mini-opdracht: schrijf een zakelijke e-mail aan een gemeenteraadslid

Mini-opdracht: Schrijf een e-mail aan een gemeenteraadslid

Lesdoel: Leerlingen leren hoe ze een formele e-mail schrijven en stellen een vraag aan een gemeenteraadslid over hun werk of een onderwerp dat hen bezighoudt.


Stap 1: Onderwerp kiezen

Laat leerlingen eerst nadenken over wat ze willen vragen. Ze mogen zelf vragen bedenken, maar je kunt ook voorbeelden geven, zoals:

  • Waarom heeft u ervoor gekozen om gemeenteraadslid te worden?
  • Wat doet de gemeenteraad voor jongeren in onze gemeente?
  • Hoe beslist de gemeenteraad waar geld aan wordt uitgegeven?
  • Wat zijn belangrijke onderwerpen waar de raad binnenkort over stemt?

Stap 2: De e-mailstructuur

Leg uit dat een zakelijke e-mail anders is dan een berichtje naar een vriend of kennis. Een zakelijke e-mail heeft de volgende opbouw:

  1. Aanhef:
    • Beste meneer/mevrouw [achternaam],
    • (Als de naam niet bekend is: Geachte leden van de gemeenteraad, )
  2. Inleiding:
    • Wie ben je? (bijvoorbeeld: Mijn naam is Pietje, ik ben 14 jaar en zit op het vmbo in [gemeente].)
    • Waarom schrijf je deze e-mail? (Voor school doe ik onderzoek naar de gemeenteraad en ik heb een vraag over uw werk.)
  3. De vraag:
    • Formuleer je vraag duidelijk en vriendelijk.
  4. Afsluiting:
    • Alvast bedankt voor uw reactie.
    • Met vriendelijke groet,
    • [Jouw naam]

Stap 3: De e-mail schrijven

Laat leerlingen hun e-mail eerst op kladpapier schrijven. Daarna moeten ze kritisch kijken naar spelling, interpunctie en zinsbouw. Vervolgens kunnen ze de e-mail versturen (eventueel via de docent).


Stap 4: Terugkoppeling

  • Als er een reactie komt: bespreek deze klassikaal. Wat hebben ze geleerd?
  • Geen reactie? Laat ze nadenken over hoe druk politici zijn en waarom sommige vragen misschien niet direct beantwoord worden.

Download het gratis werkblad

Vakoverstijgend?

Koppel deze opdracht aan deze opdracht:

Mens en maatschappij: opdracht gemeenteraad

Wat doet de gemeenteraad eigenlijk? In deze opdracht onderzoeken leerlingen hoe de gemeenteraad in hun eigen gemeente werkt.

Waarom deze opdracht?

Ook in hun eigen gemeente worden belangrijke beslissingen genomen over onderwerpen die hen direct raken, zoals school, sport en openbaar vervoer. Met deze opdracht onderzoeken leerlingen hoe de gemeenteraad werkt.

Je kunt onderaan deze blog het werkblad voor je leerlingen gratis downloaden. Ook staat er nog een idee om deze opdracht vakoverstijgend met het vak Nederlands te maken.

Doelgroep: vmbo onderbouw, mens & maatschappij en burgerschap. (Eventueel Nederlands)

Opdracht: Wie bestuurt onze gemeente?

Lesdoel:

Leerlingen kunnen uitleggen hoe de gemeenteraad werkt, welke rollen er zijn en wie de belangrijkste personen in hun gemeente zijn.


Stap 1: Wat weten de leerlingen al?

Let op: het werkblad voor je leerlingen staat onderaan deze blog

Start met een korte klassikale bespreking. Stel vragen als:

  • Wat doet een gemeenteraad eigenlijk?
  • Ken je de naam van de burgemeester van onze gemeente?
  • Denk je dat gewone mensen invloed kunnen hebben op beslissingen in de gemeente?

Laat leerlingen hun antwoorden kort opschrijven of met een klasgenoot bespreken. (Meer ideeën voor het activeren van voorkennis? Of wil je inspiratie opdoen? Lees mijn blog ‘6 manieren om voorkennis te activeren’)

Stap 2: Op onderzoek uit

Daarna gaan leerlingen op onderzoek uit en zoeken ze de website van gemeente de volgende dingen op:

  1. Burgemeester – Naam, partij en hoe lang deze persoon burgemeester is.
  2. Wethouders – Hoeveel wethouders er zijn en waar ze verantwoordelijk voor zijn.
  3. Gemeenteraad – Welke partijen erin zitten en welke de meeste zetels heeft.
  4. Voorzitter van de gemeenteraad – Wie dit is en wat hun taak is.
  5. Actuele onderwerpen – Twee zaken waar de gemeenteraad onlangs over vergaderd heeft.

Stap 3: Resultaten verwerken

Laat leerlingen hun onderzoek presenteren op een manier die bij hen past:

  • Maak een poster– Een visueel overzicht met namen, rollen en een paar kernpunten.
  • Ontwerp een infographic in Canva – Gebruik pictogrammen en korte teksten om de gemeentelijke structuur duidelijk te maken.
  • Maak een presentatie – Een korte PowerPoint of Google Slides met de belangrijkste informatie over het gemeentebestuur en actuele onderwerpen.

Leerlingen mogen dus zelf een presentatievorm kiezen. Als je dat niet wilt, zou je dat natuurlijk kunnen aanpassen in de opdracht.

Stap 4: Bespreken en vergelijken

Laat leerlingen hun resultaten vergelijken met een klasgenoot. Bespreek klassikaal:

  • Wat zou jij veranderen in jouw gemeente als je in de gemeenteraad zat?
  • Over welke onderwerpen zou jij mee willen beslissen?

Download het gratis werkblad met opdracht

Vakoverstijgende opdracht

Je kunt deze opdracht over de gemeenteraad ook vakoverstijgend maken. Zo zou je bij het vak Nederlands bijvoorbeeld de leerlingen een zakelijke e-mail kunnen laten sturen (fictief of echt).

Hieronder vind je het werkblad met deze vakoverstijgende opdracht.

Ga je deze opdracht binnenkort doen met je klas? Of heb je ‘m al gedaan? Ik ben benieuwd hoe het ging en hoor het graag. Stuur me een berichtje of reageer hieronder op deze blog.

Lesmateriaal M&M: overeenkomsten en verschillen wereldgodsdiensten

Feestdagen spelen een grote rol in veel religies. Ze brengen mensen samen en zitten vol tradities en symboliek. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen wereldgodsdiensten?

In deze blog deel ik een posteropdracht waarin leerlingen zelf onderzoek doen naar feestdagen van vijf grote wereldgodsdiensten en deze op een overzichtelijke manier presenteren.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.

Doelgroep: vmbo onderbouw mens & maatschappij of burgerschap


De opdracht: maak een poster over feestdagen in wereldgodsdiensten

Leerlingen maken een poster waarin ze de feestdagen van de vijf grootste wereldgodsdiensten in beeld brengen:

  • Christendom;
  • Islam;
  • Jodendom;
  • Hindoeïsme;
  • Boeddhisme.

Leerlingen gaan onderzoeken:

  • Welke feestdagen belangrijk zijn binnen elke religie.
  • Wat er precies gevierd of herdacht wordt.
  • Hoe deze dagen worden gevierd, inclusief tradities, rituelen en eten.

Daarna vergelijken leerlingen de feestdagen en kijken ze naar overeenkomsten en verschillen.


Hoe zet je deze opdracht in je les in?

Hier een korte versie van de opdracht, je kunt onderaan deze blog de volledige opdracht downloaden.

Stap 1: Zoek informatie
Leerlingen verzamelen informatie over feestdagen en schrijven de antwoorden eerst in kladversie op.

Stap 2: Maak vergelijkingen
Ze analyseren de verschillen en overeenkomsten tussen de feestdagen van verschillende religies.

Stap 3: Creatieve verwerking
Alle informatie wordt verwerkt op een poster. Leerlingen worden aangemoedigd om afbeeldingen, kleuren en symbolen te gebruiken om hun werk visueel aantrekkelijk te maken.

Stap 4: Bespreking en reflectie
Laat leerlingen hun posters presenteren of bespreek klassikaal de opvallendste overeenkomsten en verschillen.


kk

Stuur je een berichtje als je deze opdracht gebruikt hebt of gaat gebruiken? Ik ben benieuwd!

Wil je meer ideeën voor mens en maatschappij of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal  en praktische opdrachten voor in de klas!

Project afvalscheiding op school

Afvalscheiding is een belangrijk thema, ook binnen de schoolomgeving. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen zich bewust worden van afval, recyclen en duurzaamheid? Met dit kant-en-klare project kun je leerlingen op een praktische manier aan de slag laten gaan met afvalscheiding binnen hun eigen schoolomgeving.

Waarom afvalscheiding op school?

Leerlingen en docenten op school produceren met elkaar dagelijks veel afval: papiertjes, drinkpakjes, plastic flesjes en nog veel meer. Door bewust om te gaan met afval kunnen leerlingen niet alleen bijdragen aan een beter milieu, maar ook leren waarom scheiden belangrijk is.

Wat houdt het project in?

Dit project over afvalscheiding is speciaal ontworpen voor het voortgezet onderwijs en sluit aan bij mens & maatschappij en burgerschap. Leerlingen onderzoeken hoe afvalscheiding op hun school is geregeld, analyseren mogelijke verbeteringen en bedenken een plan om afvalscheiding effectiever te maken.

In het gratis werkblad vind je:

  • Een duidelijke opdrachtomschrijving
  • Onderzoeksvragen om leerlingen actief te laten nadenken
  • Een stappenplan om een verbeterplan op te stellen
  • Een reflectieopdracht om bewustwording te vergroten

Gratis werkblad downloaden

Wil je dit project meteen gebruiken in de klas? Download dan hier het gratis werkblad: Project Afvalscheiding op School.

Dit werkblad is direct inzetbaar en vereist minimale voorbereiding. Ideaal voor een les waarin leerlingen op een actieve manier met duurzaamheid aan de slag gaan!

Hoe zet je dit project in?

Je kunt dit project op verschillende manieren inzetten:

  • Samenwerken: laat leerlingen in kleine groepjes onderzoeken hoe afvalscheiding nu gebeurt op school en brainstormen over verbeteringen.
  • Maak er een projectweek van: geef leerlingen een week de tijd om hun bevindingen te verzamelen en een presentatie te maken.
  • Vakoverstijgend: koppel het project aan verschillende vakken. Bijvoorbeeld mens & maatschappij, aardrijkskunde, Nederlands en burgerschap.

Meer inspiratie?

Ben je op zoek naar meer lesmateriaal of gratis werkbladen? Kijk dan eens op mijn website voor extra inspiratie! Ik deel regelmatig lesideeën en kant-en-klare opdrachten die direct in de klas gebruikt kunnen worden.

Veel plezier en succes met het project! Laat je me weten hoe het project gegaan is als je het uitgevoerd hebt in de klas?

Bespaar energie op school: praktische opdracht leerlingen

Energie besparen is een belangrijk thema binnen duurzaamheid en burgerschap. Met deze opdracht leren leerlingen hoe ze zelf energie kunnen besparen en maken ze een actieplan voor school.

Op school wordt dagelijks veel energie verbruikt. Bijvoorbeeld voor verlichting, computers, digibord en verwarming. Leerlingen staan hier vaak niet bij stil, terwijl kleine veranderingen best een verschil kunnen maken. Door hen bewust te maken van hun eigen invloed op energieverbruik, leren ze verantwoordelijkheid nemen en actief mee te denken over oplossingen.

In deze blog deel ik een werkblad dat je direct kunt inzetten in de klas. De opdracht is in principe voor de onderbouw, maar zou ook in bovenbouw vmbo ingezet kunnen worden. Onderaan deze blog kan je het werkblad downloaden.

De opdracht: onderzoek en actie

De opdracht Energie besparen op school bestaat uit twee delen: een klein onderzoek en een actieplan. Leerlingen maken daarna een poster over het besparen van energie en vervolgens presenteren ze de poster voor de klas.

  1. Onderzoek
    • Leerlingen observeren hun eigen klaslokaal en andere ruimtes in de school om in kaart te brengen waar energie wordt verbruikt.
    • Ze maken een lijst van apparaten en lichtbronnen die energie verbruiken.
    • Ze noteren plekken waar onnodig energie wordt verspild, bijvoorbeeld lampen die aan blijven in lege lokalen of computers die niet worden uitgeschakeld.
    • Ze zoeken naar eenvoudige manieren om energie te besparen.
  2. Actieplan
    • Leerlingen bedenken concrete maatregelen om energie te besparen op school.
    • Ze maken een poster of presentatie waarin ze hun ideeën presenteren aan de klas.
    • Eventueel kunnen ze een kort voorstel schrijven voor de schoolleiding of conciërge.

Hoe je de opdracht in de les kunt inzetten

  • Individueel of in groepjes: Leerlingen kunnen zelfstandig werken of samenwerken aan een actieplan.
  • Vakoverstijgend: mens & maatschappij, Nederlands, aardrijkskunde, burgerschap etc.

Gratis download: werkblad energie besparen

Om deze opdracht direct in de klas te gebruiken, kun je hier het bijbehorende werkblad downloaden. Dit helpt leerlingen om hun observaties en ideeën gestructureerd uit te werken.

Gratis werkblad – Energie besparen op school

Download het werkblad Bespaar energie op school

Mentorles: schrijf een brief aan je toekomstige zelf

Hoe zorg je ervoor dat leerlingen echt nadenken over hun toekomst zonder dat het voelt als een zware opdracht?

Een simpele maar mooie manier is leerlingen een brief aan hun toekomstige zelf te laten schrijven. Hierbij schrijven ze op wat ze belangrijk vinden, waar ze over nadenken en wat ze hopen te bereiken. Een opdracht die niet alleen inzicht geeft, maar ook mooie gesprekken kan opleveren. Onderaan deze blog kan je de lesbrief downloaden.

Stel je voor: een leerling leest deze brief terug na een tijdje (of zelfs na een paar jaar) en ziet welke ontwikkeling hij heeft doorgemaakt. Dat is pas een waardevol moment!

De opdracht: schrijf een brief aan jezelf in de toekomst

Leerlingen schrijven een brief aan hun toekomstige ik. Daarin beschrijven ze hoe hun leven er nu uitziet en wat ze hopen te bereiken in de toekomst.

Stap 1: Aanhef
Leerlingen beginnen de brief met een persoonlijke aanhef, bijvoorbeeld:
“Beste toekomstige ik,”

Stap 2: Inhoud van de brief
Leerlingen schrijven over:

  • Hun leven nu: school, vrienden, hobby’s, leuke dingen én uitdagingen.
  • Wat ze nu belangrijk vinden en waar ze zich een beetje zorgen over maken.
  • Wat ze hopen te bereiken in de toekomst: dromen, doelen en verwachtingen.
  • Welk werk ze denken te doen als ze ouder zijn.
  • Een boodschap of advies aan hun toekomstige zelf.

Stap 3: Afsluiting
Ze sluiten de brief af met een wens of boodschap aan hun toekomstige ik. Afsluiting (10 minuten)

Klassikale afsluiting

Vraag klassikaal wat de leerlingen verwachten van de brief als ze dit over twintig jaar zouden lezen. Laat ze kort in stilte hier zelf over nadenken, daarna kort uitwisselen met andere leerling en daarna enkele leerlingen vragen naar wat zij besproken
hebben.

Minimale lengte van de brief: 150 woorden


Lesplanning

  • Introductie (5 min) – Leg uit wat de bedoeling is.
  • Schrijven (35 min) – In stilte schrijven. Loop rond en help waar nodig.
  • Afsluiting (10 min) – Laat leerlingen nadenken over hoe het zou zijn om deze brief later terug te lezen.

Geef de brief later terug, bijvoorbeeld aan het einde van het schooljaar of als ze hun diploma halen.

Download de gratis lesbrief

Tip

  • Bewaar de brieven en geef ze bijvoorbeeld mee als de leerling van school gaat na het examenjaar.
  • Of geef de brief mee aan het eind van het schooljaar of aan een ouder/verzorger
    tijdens een eindgesprek.

Lesmateriaal: maak een strip over een norm

Hoe leg je uit wat een norm is? Veel leerlingen kennen het woord, maar pas als je het in de praktijk ziet, wordt het duidelijk. Met deze opdracht gaan leerlingen zelf aan de slag en laten ze zien hoe normen werken in het dagelijks leven.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden. Ook heb ik een aantal sjablonen gemaakt die je kunt gebruiken voor je leerlingen.


De opdracht: maak een strip over een norm

Leerlingen bedenken een norm en maken een strip waarin ze laten zien wat er gebeurt als mensen zich wel en niet aan deze norm houden.

Wat komt erin voor?
✔ Een norm (een gedragsregel)
✔ Een situatie waarin mensen de norm volgen
✔ Een situatie waarin mensen de norm overtreden
✔ Een strip van 4 tot 6 vakjes per situatie
✔ Korte teksten of tekstballonnen die uitleg geven


Hoe werkt de opdracht?

Stap 1: Kies een norm
Normen zijn gedragsregels die bepalen hoe je je hoort te gedragen. Bijvoorbeeld:

  • Op tijd komen op school
  • Niet voordringen in de rij
  • Vriendelijk zijn tegen anderen
  • Zacht praten in de bibliotheek

Stap 2: Bedenk twee situaties

  • Eén waarin de norm wordt nageleefd.
  • Eén waarin de norm wordt overtreden.

Laat leerlingen deze situaties eerst kort uitschrijven op kladpapier.

Stap 3: Maak de strip

  • Begin met een kladversie om het goed uit te denken.
  • Maak een strip van ongeveer 4 tot 6 vakjes per situatie.
  • Gebruik tekstballonnen of beschrijvingen om uit te leggen wat er gebeurt.
  • Geef de strip een titel die past bij de gekozen norm.

Stap 4: Inleveren en bespreken
Leerlingen leveren hun strip in en je kunt de opdracht klassikaal bespreken of in kleine groepjes.


Download het werkblad met de opdracht

Sjabloon voor strip

Download sjabloon 1 in Canva

Download sjabloon 2 in Canva

Opdracht – vergelijk het dagelijks leven vroeger en nu

Hoe zag het dagelijks leven er vroeger uit? Wat is er in de afgelopen decennia veranderd en wat is juist hetzelfde gebleven?

Met deze interview onderzoeken leerlingen hoe mensen vroeger leefden door iemand te interviewen die ouder is dan 50 jaar. Ze stellen bijvoorbeeld vragen over school, vrije tijd, technologie en het huishouden en vergelijken de antwoorden met hun eigen leven.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.

Doelgroep: vmbo onderbouw mens & maatschappij, burgerschap, Nederlands. Het is een mooi idee om hier een vakoverstijgende opdracht van te maken.


De opdracht: interview over het dagelijks leven vroeger en nu

Leerlingen interviewen een volwassene over hoe het dagelijks leven eruitzag toen zij jong waren. Daarna schrijven ze een kort verslag waarin ze de verschillen en overeenkomsten met nu beschrijven.

De opdracht bestaat uit:

  • Een interview met minimaal twaalf vragen.
  • Een vergelijking tussen vroeger en nu.
  • Een kort verslag over de opvallendste verschillen.

Hoe werkt de opdracht?

Stap 1: Interviewvragen voorbereiden
Leerlingen bedenken en noteren vragen. Ze stellen zowel gesloten vragen (ja/nee-antwoorden) als open vragen (uitgebreide antwoorden).

Voorbeelden van vragen:

  • Had u als kind een televisie in uw slaapkamer?
  • Hoe maakte u afspraken zonder mobiele telefoon?
  • Wat vond u vroeger luxe, maar is nu heel normaal?

Stap 2: Het interview afnemen
Leerlingen kiezen iemand die ouder is dan 50 jaar, zoals een familielid, buur of docent, en noteren de antwoorden.

Stap 3: Vergelijking maken
Ze kijken naar wat er hetzelfde is gebleven en wat er is veranderd.

Voorbeelden van veranderingen:

  • Geen internet → nu altijd bereikbaar.
  • Spelen op straat → nu vaker gamen en social media.
  • Geen pinpas → contant betalen in de winkel. etc.

Stap 4: Schrijf een kort verslag
In ongeveer 150-200 woorden beschrijven ze de opvallendste verschillen en overeenkomsten.

Opbouw:
Inleiding – Wie hebben de leerlingen geïnterviewd en waar ging het interview over?
Middenstuk – Wat zijn de grootste verschillen en overeenkomsten?
Slot – Wat vonden leerlingen het meest opvallend en welke verandering vinden ze het belangrijkst?

Tip: Laat leerlingen hun bevindingen klassikaal delen en vergelijken. Zo ontstaat een breder beeld van hoe het dagelijks leven is veranderd. Of deel er een aantal en laat bijvoorbeeld het namenwiel of beurtstokjes bepalen wie het voor de klas doet.

Download het gratis werkblad met de opdracht

Wil je deze opdracht inzetten in je les? Download het werkblad gratis en probeer het uit!

Hoe ging dat vroeger?

Artikel van mijn opa en oma uit de Texelse Courant 2006.