Opdracht 4 en 5 mei: maak een vrijheidsmuur

Je kunt deze opdracht inzetten rond 4 en 5 mei. Leerlingen denken na over wat vrijheid voor hen betekent en verbeelden dit op hun eigen manier met tekeningen, woorden, kleuren of symbolen. Daarna verzamel je alles en plak je alles op een centrale plek op school en maak je er een soort gezamenlijk kunstwerk van: een vrijheidsmuur.

Je kunt onderaan deze blog de lesbrief naar deze opdracht downloaden.

Doelgroep opdracht: onderbouw klas 1 en 2 mens & maatschappij, burgerschap, mentorles.

Wat is een vrijheidsmuur?

Een vrijheidsmuur is een plek in school (bijvoorbeeld een muur in de hal, de aula of bij de lokalen) waar leerlingen laten zien wat vrijheid voor hen betekent.

Een paar jaar geleden heb ik dit weleens gedaan met mijn eigen klas voor mens & maatschappij. En later heb ik ook eens samengewerkt met meer collega’s/vakken en er een gezamenlijk project van gemaakt. Jammer genoeg heb ik er niet zoveel foto’s meer van. Alleen bovenstaande foto uit 2019.

Hoe werkt de opdracht?

Je begint met een aantal vragen in de klas:

  • Wat is vrijheid voor jou?
  • Wanneer voel je je vrij?
  • Wat zou jij nooit willen verliezen?

Leerlingen schrijven dit op een kladblaadje en maken daarna een creatieve uitbeelding op een A4. Dat mag een tekening zijn, een collage, een kleurencompositie, een woordweb, een gedicht etc. Alles is goed, zolang het persoonlijk is en natuurlijk niet kwetsend voor anderen.

Combineer met het maken van een gedicht

Je kunt deze opdracht heel goed combineren met het maken van een gedicht over vrijheid. Klik hier voor de opdracht – schrijf een gedicht over vrijheid.

Tips bij met maken van een vrijheidsmuur

  • Zoek een goede plek in school. Denk aan een zichtbare plek waar veel leerlingen langskomen. Overleg met je collega’s of de conciërge. Ga niet zomaar op eigen houtje ergens van alles opplakken.
  • Werk samen. De kracht van deze opdracht zit ‘m ook in de samenwerking. Probeer bijvoorbeeld met alle leerlingen van klas 1 en/of 2 een vrijheidsmuur te maken. Je kunt de opdracht dan in de mentorles doen of bijvoorbeeld bij geschiedenis/Nederlands/kunst. Ga met je collega’s in gesprek en zorg ervoor dat je het ruim van tevoren aankondigt.
  • Maak het creatief maar laagdrempelig. Geen druk op ‘mooie kunst’. Alles mag, als het maar betekenis heeft.
  • Werk met kleur en variatie. Laat leerlingen ook symbolen, kleuren en woorden gebruiken. Eventueel in combinatie met tijdschriften of printjes. Je kunt het ook versieren met vlaggetjes, ballonnen of andere dingen.
  • Laat leerlingen zelf meedenken over de opbouw. Laat ze een titel verzinnen voor de muur of helpen bij het ophangen.
  • Geef het een vervolg. Maak een foto van de muur en stuur het bijvoorbeeld in voor een nieuwsbrief van school of een plaatselijke krant.

Download het werkblad

Wil jij met je klas ook een vrijheidsmuur maken? Download dan het werkblad en ga aan de slag.

Ga je met je klas of school aan de slag met deze opdracht? Dan ben ik heel benieuwd naar het resultaat! Deel je vrijheidsmuur en stuur een mooie foto of laat een reactie hieronder achter.

Mens en maatschappij: interview over leefbaarheid

Wat maakt een buurt prettig om in te wonen? Zijn het de voorzieningen, de veiligheid of juist het groen? In deze opdracht gaan vmbo-leerlingen onderbouw voor aardrijkskunde of Mens & Maatschappij dat zelf onderzoeken met een kort interview.

Ze bereiden de vragen in de les voor, interviewen twee mensen buiten school en werken de antwoorden in de volgende les uit. Als afsluiting zou je een klassengesprek kunnen voeren of leerlingen hun bevindingen kort laten presenteren.

Onderaan deze blog staat een download naar het werkblad.

Doelgroep: vmbo onderbouw aardrijkskunde en mens & maatschappij.


Hoe werkt de opdracht?

  1. Voorbereiding in de klas
    Leerlingen bedenken vragen over leefbaarheid en schrijven ze op.
  2. Interview buiten school
    Leerlingen interviewen twee mensen uit hun omgeving (zoals familie, buren of kennissen) en noteren de antwoorden per vraag.
  3. Uitwerking in de les
    Leerlingen analyseren de antwoorden en vergelijken ze met elkaar. Zijn er grote verschillen? Wat vinden mensen het belangrijkst aan een leefbare buurt?
  4. Presentatie van de resultaten
    Leerlingen presenteren kort hun bevindingen aan de klas.

Lesideeën: Hoe zet je deze opdracht in?

1. Koppel het aan eigen omgeving
Laat leerlingen hun eigen buurt of een bekende wijk kiezen.

2. Laat leerlingen voorspellingen doen
Voordat ze de interviews uitvoeren: wat verwachten ze dat mensen het belangrijkste vinden? Klopt dit achteraf?

3. Voeg een presentatie toe
Laat leerlingen hun resultaten kort presenteren. Ze kunnen:

  • Een poster maken met de opvallendste antwoorden.
  • Een PowerPoint of Canva-presentatie maken met de uitgewerkte antwoorden bijvoorbeeld foto’s.
  • Een mondelinge presentatie geven in duo’s.

Hoe sluit je de opdracht af?

1. Klassikale discussie
Welke antwoorden kwamen het meest voor? Zitten er verrassende uitkomsten bij?

2. Maak een klasoverzicht
Verzamel de antwoorden en zet ze op het bord. Welke factoren vinden de meeste mensen belangrijk voor een fijne buurt? En wat wordt bijvoorbeeld helemaal niet genoemd maar is wel belangrijk?

3. Presentaties laten uitvoeren

  • Geef leerlingen max. 3 minuten om hun resultaten te presenteren.
  • Stimuleer interactie: laat klasgenoten vragen stellen na elke presentatie.

Download het werkblad

Heb je deze opdracht geprobeerd? Laat me weten hoe het ging en stuur me een berichtje of reageer onderaan deze blog.

Zoek je meer lesmateriaal? Kijk bij lesmateriaal aardrijkskunde of lesmateriaal mens & maatschappij.

Mens en maatschappij: ontwerp je eigen stad

In deze opdracht gaan leerlingen actief aan de slag met het ontwerpen van hun eigen stad. Ze denken na over wat een stad nodig heeft, waar voorzieningen moeten komen en hoe ze hun stad zo leefbaar mogelijk maken.

Doelgroep: vmbo klas 1 mens en maatschappij of aardrijkskunde

Wat leren leerlingen in deze opdracht?

  • Wat voorzieningen zijn en waarom ze belangrijk zijn.
  • Waar voorzieningen zoals een ziekenhuis, supermarkt of school het beste geplaatst kunnen worden.

Hoe werkt de opdracht?

De opdracht begint met een korte uitleg over voorzieningen in een stad. Daarna tekenen leerlingen hun eigen stad en bepalen ze waar voorzieningen moeten komen. Tot slot presenteren ze hun stad en vergelijken ze die met klasgenoten.

Download het werkblad met deze opdracht

Zoek je meer lesmateriaal of inspiratie voor activerende werkvormen? Bekijk mijn andere opdrachten voor mens en maatschappij en/of aardrijkskunde!

Tijdvak 8: grondwetswijzing 1848 opdracht social media

In deze opdracht bedenken leerlingen hoe mensen in 1848 op de grondwet zouden hebben gereageerd als social media bestond in die tijd zoals wij dat nu kennen.

Leerlingen schrijven een kort social media-bericht vanuit een historisch perspectief. Alles gebeurt op papier, dus het past binnen een telefoonverbod op school.

Doelgroep: geschiedenis of mens & maatschappij vmbo onderbouw

Onderaan deze blog kun je het werkblad met de opdracht downloaden, zodat je er meteen mee aan de slag kunt in je les.


Beknopte versie van de opdracht

Let op: dit is een korte uitleg van de opdracht. Je kunt onderaan deze blog een werkblad downloaden met de opdracht voor je leerlingen.

Stap 1: Kies een rol

Elke leerling schrijft een bericht vanuit het perspectief van iemand uit 1848:

  • Johan Thorbecke
  • Koning Willem II – gaf toe aan de veranderingen, maar wilde dat eerst niet.
  • Een gewone burger – wat betekent deze verandering voor het volk?
  • Een tegenstander – iemand die vond dat de koning alle macht moest houden.

Stap 2: Schrijf een bericht op papier

De leerling kiest een van deze formats:

  • Instagram Post (3 zinnen + 2 hashtags)
  • TikTok-script (situatiebeschrijving + tekst in beeld + reactie)
  • Nieuwsbericht (korte ‘NOS Stories’ in 3 zinnen)

De opzet en de voorbeelden helpen leerlingen om op een gestructureerde manier de opdracht te kunnen maken.

Stap 3: Bespreken en reflecteren

  • De berichten worden ingeleverd en (eventueel) klassikaal besproken.
  • Wat zijn de belangrijkste veranderingen?
  • Waarom was deze grondwetswijziging zo belangrijk?
  • Welke gevolgen had dit voor Nederland?

Idee: hang de berichten op als een soort social media-muur in de klas! Dit geeft een goed overzicht van hoe verschillend mensen in 1848 naar de grondwet keken.

Wil je deze opdracht gebruiken? Ik heb er een werkblad van gemaakt, zodat je er direct mee aan de slag kunt in je les!

Heb je deze opdracht gebruikt in je geschiedenisles? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of stuur me een berichtje.

Wil je meer ideeën voor geschiedenis of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal voor geschiedenis en praktische opdrachten voor in de klas!

Tijdvak 8 – Twee opdrachten vrouwenkiesrecht


Ben je op zoek naar lesmateriaal over vrouwenkiesrecht voor je geschiedenisles? In deze blog deel ik twee opdrachten waarmee leerlingen ontdekken hoe de positie van vrouwen veranderde en welke rol Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs hierin speelden. Met deze werkvormen verwerken leerlingen de stof actief en krijgen ze inzicht in de argumenten voor en tegen vrouwenkiesrecht.

Onder aan deze blog kun je een kant-en-klaar werkblad downloaden.


Werkvorm 1: Profielkaarten van Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs

Doelgroep: vmbo onderbouw geschiedenis. Eventueel ook een idee om het vakoverstijgend te maken met beeldende vorming als je leerlingen laat tekenen bijvoorbeeld.

Let op: deze uitleg is bedoeld voor docenten. Wil je de volledige werkbladen voor je geschiedenisles? Download ze onderaan deze blog.

Doel van de opdracht:
Leerlingen onderzoeken de rol van Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs en maken profielkaarten die de overeenkomsten en verschillen tussen beide vrouwen laten zien.

Hoe werkt het?

In deze opdracht gaan leerlingen aan de slag met het maken van profielkaarten over Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs. Hierdoor leren ze meer over de strijd voor vrouwenrechten in Nederland.

Wat is een profielkaart?

Een profielkaart is een soort informatief overzicht over een persoon. Je zet hier de belangrijkste informatie over iemand op, zodat anderen snel kunnen zien wie die persoon was en wat hij of zij heeft gedaan.

Op een profielkaart komen:

  • Een titel die past bij de persoon;
  • Een korte uitleg over haar leven en werk;
  • Een afbeelding of tekening van de persoon;
  • Een citaat of slogan van de persoon.

Een profielkaart moet kort en overzichtelijk zijn, zoals een informatieposter of een samenvatting.  Dus als iemand de kaart leest, snel snapt wie deze persoon was en waarom hij/zij belangrijk is.

Uitvoering:

  1. Onderzoek
    • Leerlingen zoeken informatie op over Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs. Ze beantwoorden vragen als: Wie was zij? Wat heeft ze bereikt? Waarom was ze belangrijk?
  2. Profielkaart maken (25 min)
    • Op een A4 maken ze een overzicht van hun gekozen persoon met: ✅ Een pakkende titel
      ✅ Een korte uitleg over haar leven en werk
      ✅ Minimaal één afbeelding of tekening
      ✅ Een slogan of citaat dat bij haar strijd past
  3. Reflectievragen
    Na het maken van de profielkaarten denken leerlingen na over de impact van deze vrouwen met vragen als:
    • Welke argumenten zouden tegenwoordig niet meer gebruikt worden? Waarom niet?
    • Als jij in de tijd van Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker leefde, welk standpunt zou jij innemen? Hoe zou je jouw mening verdedigen?
  4. Afsluiting

Wil je deze opdracht direct gebruiken? Download het werkblad hieronder


Werkvorm 2: Argumentenoverzicht vrouwenkiesrecht

Doelgroep: vmbo bovenbouw geschiedenis. Ook een idee om het vakoverstijgend te maken met het vak Nederlands. Leerlingen zouden daarna bijvoorbeeld een betoog kunnen maken vanuit een bepaald standpunt.

Doel van de opdracht:
Leerlingen onderzoeken de argumenten voor en tegen vrouwenkiesrecht en maken een argumentenoverzicht.

Hoe werkt het?

Deze werkvorm laat leerlingen zien dat vrouwenkiesrecht destijds een grote discussie was. Ze onderzoeken voor- en tegenargumenten en verwerken deze in een overzicht.

Uitvoering:

  1. Onderzoek (15 min)
    • Leerlingen zoeken uit welke argumenten voorstanders en tegenstanders gebruikten. Ze verzamelen minimaal drie argumenten per kant.
  2. Argumentenoverzicht maken (25 min)
    • Leerlingen maken een overzicht met:
    • Een duidelijke titel (Bijvoorbeeld: “Moeten vrouwen stemmen?”)
    • Argumenten vóór en tegen, overzichtelijk verdeeld. (a
    • Gebruik van pictogrammen, symbolen of kleuren.
    • Een korte conclusie.
  3. Reflectievragen
    Na het maken van hun argumentenoverzicht denken leerlingen na over de discussie toen en nu:
    • Hoe denk je dat tegenstanders van vrouwenkiesrecht destijds zouden reageren op de argumenten van voorstanders?
    • Als jij in die tijd leefde, welk standpunt zou jij innemen? Hoe zou je jouw mening verdedigen?
  4. Afsluiting
    • Leerlingen vergelijken hun argumentenoverzicht met klasgenoten en bespreken welke argumenten nu nog steeds relevant zijn.

Afsluiting van de opdracht

Optie 1 Klassikale bespreking

  • Vraag: “Welk argument vond jij het sterkst en waarom?”
  • Vraag: “Welke argumenten zouden vandaag de dag niet meer gebruikt worden? Waarom niet?”
  • Vraag: “Hoe denk je dat tegenstanders van vrouwenkiesrecht destijds zouden reageren op de voorstanders?”

Laat een paar leerlingen kort hun antwoord delen. Dit helpt hen om de argumenten nog eens te overdenken en te begrijpen hoe de discussie verliep.

Optie 2 Samenvattende opdracht

  • Laat leerlingen in één zin opschrijven wat ze uit deze opdracht geleerd hebben.
  • Verzamel een paar antwoorden en bespreek ze kort in de klas.

Of een andere manier natuurlijk.


Heb je deze opdracht gebruikt in je geschiedenisles? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback, zodat we samen het lesmateriaal voor geschiedenis nog beter kunnen maken.

Wil je meer ideeën voor geschiedenis of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal voor geschiedenis en praktische opdrachten voor in de klas!

Mens en maatschappij: maak een gids voor toeristen voor een stad in Nederland

In deze opdracht maken leerlingen voor Mens & Maatschappij een informatieve gids voor toeristen. Leerlingen kiezen een Nederlandse stad, onderzoeken bezienswaardigheden, musea, restaurants en overnachtingsmogelijkheden, en verwerken hun informatie in een overzichtelijke gids.

Je zou deze opdracht ook vakoverstijgend kunnen geven met bijvoorbeeld Nederlands of aardrijkskunde. Of koppelen aan digitale geletterdheid.

Je kunt onderaan deze blog het werkblad met deze opdracht downloaden.

Doelgroep: vmbo onderbouw aardrijkskunde of mens & maatschappij. (Eventueel vakoverstijgend met Nederlands)


Hoe werkt de opdracht?

  1. Voorbereiding in de klas
    Leerlingen kiezen een stad en verzamelen informatie via Google Maps en andere bronnen.
  2. Onderzoek en selectie
    Leerlingen zoeken naar belangrijke bezienswaardigheden, eetgelegenheden, slaapplekken en musea die interessant zijn voor toeristen.
  3. Uitwerking van de gids
    Leerlingen verwerken de informatie in een folder, boekje, poster of digitaal document (bijv. in Canva of PowerPoint).
  4. Presentatie en afronding
    Leerlingen presenteren hun gids aan de klas en lichten toe waarom hun stad een bezoek waard is.

Lesideeën: Hoe zet je deze opdracht in?

  • Koppel het aan een stedenproject
    Laat leerlingen een stad kiezen die ze nog niet goed kennen, zodat ze echt iets nieuws ontdekken. Bedenk dan zelf steden waar ze uit kunnen kiezen of maak er een speciaal thema van.
  • Laat duo’s of groepjes samenwerken
    Leerlingen kunnen de gids samen maken en verdelen wie welk onderdeel uitwerkt.
  • Extra uitdaging: vergelijk steden
    Laat leerlingen meerdere steden onderzoeken en kijken welke stad het meest aantrekkelijk is voor toeristen.

Hoe sluit je de opdracht af?

  • Klaspresentaties
    Laat leerlingen hun gids presenteren voor de klas.
  • Tentoonstelling in de klas
    Hang de gidsen bijvoorbeeld op in de klas of maak een speciaal hoekje waar leerlingen elkaars werk kunnen bekijken.

Download het werkblad met opdracht

Heb je deze opdracht geprobeerd? Laat me weten hoe het ging en stuur me een berichtje of reageer onderaan deze blog.

Zoek je meer lesmateriaal? Kijk bij lesmateriaal aardrijkskunde of lesmateriaal mens & maatschappij.

Tijdvak 1: lesmateriaal landbouwrevolutie

Zoek je lesmateriaal over de jagers en verzamelaars en de landbouwrevolutie voor je geschiedenisles voor vmbo onderbouw? In deze blog vind je drie opdrachten inclusief gratis werkbladen.

  • Deze werkbladen zijn geschikt voor vmbo-leerlingen en zijn direct inzetbaar in de klas.
  • De werkbladen zijn geschikt voor het vak geschiedenis en leergebied mens & maatschappij.

Werkblad 1 – maak een tekening over het leven van de eerste boeren

In deze opdracht gaan leerlingen een tekening maken van een dorp in de tijd van de eerste boeren. Ze doen dit stapsgewijs, eerst informatie zoeken en als laatste stap de tekening maken.

Werkblad 2 – onderzoek landbouw in jouw omgeving

Deze opdracht is meer geschikt voor mens & maatschappij, maar past goed bij tijdvak 1 jagers – verzamelaars en de landbouwrevolutie. Je zou ook samen kunnen werken met een collega aardrijkskunde. Leerlingen gaan op onderzoek uit en zoeken naar informatie over landbouw bij hen in de buurt.

Werkblad 3 – maak een tijdlijn over de landbouwrevolutie

In deze opdracht gaan leerlingen een tijdlijn maken en laten ze stap voor stap zien hoe het leven van de mens veranderde door de landbouwrevolutie. Dit is een opdracht die je ook samen met je lesmethode kan gebruiken. Ik zou zelf leerlingen geen gebruik laten maken van internet, maar dat is natuurlijk je eigen keuze.

Hoe zet je de werkbladen in?

Gebruik deze werkbladen op verschillende manieren:

  • Als individuele opdracht voor leerlingen of groepsopdracht.
  • Als differentiatiemateriaal voor extra uitdaging of ondersteuning.
  • Als verwerkingsopdracht na een klassikale uitleg.

Gratis lesmateriaal geschiedenis – Download nu!

Ben je op zoek naar meer lesmateriaal voor geschiedenis in de onderbouw vmbo? Of voor het leergebied mens & maatschappij?

Op mijn website deel ik regelmatig nieuwe werkbladen en opdrachten.

Heb jij deze werkbladen gebruikt in je les? Of heb je vragen? Laat het weten in de reacties of deel je ervaringen op social media! 

Lesmateriaal M&M: overeenkomsten en verschillen wereldgodsdiensten

Feestdagen spelen een grote rol in veel religies. Ze brengen mensen samen en zitten vol tradities en symboliek. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen wereldgodsdiensten?

In deze blog deel ik een posteropdracht waarin leerlingen zelf onderzoek doen naar feestdagen van vijf grote wereldgodsdiensten en deze op een overzichtelijke manier presenteren.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.

Doelgroep: vmbo onderbouw mens & maatschappij of burgerschap


De opdracht: maak een poster over feestdagen in wereldgodsdiensten

Leerlingen maken een poster waarin ze de feestdagen van de vijf grootste wereldgodsdiensten in beeld brengen:

  • Christendom;
  • Islam;
  • Jodendom;
  • Hindoeïsme;
  • Boeddhisme.

Leerlingen gaan onderzoeken:

  • Welke feestdagen belangrijk zijn binnen elke religie.
  • Wat er precies gevierd of herdacht wordt.
  • Hoe deze dagen worden gevierd, inclusief tradities, rituelen en eten.

Daarna vergelijken leerlingen de feestdagen en kijken ze naar overeenkomsten en verschillen.


Hoe zet je deze opdracht in je les in?

Hier een korte versie van de opdracht, je kunt onderaan deze blog de volledige opdracht downloaden.

Stap 1: Zoek informatie
Leerlingen verzamelen informatie over feestdagen en schrijven de antwoorden eerst in kladversie op.

Stap 2: Maak vergelijkingen
Ze analyseren de verschillen en overeenkomsten tussen de feestdagen van verschillende religies.

Stap 3: Creatieve verwerking
Alle informatie wordt verwerkt op een poster. Leerlingen worden aangemoedigd om afbeeldingen, kleuren en symbolen te gebruiken om hun werk visueel aantrekkelijk te maken.

Stap 4: Bespreking en reflectie
Laat leerlingen hun posters presenteren of bespreek klassikaal de opvallendste overeenkomsten en verschillen.


kk

Stuur je een berichtje als je deze opdracht gebruikt hebt of gaat gebruiken? Ik ben benieuwd!

Wil je meer ideeën voor mens en maatschappij of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal  en praktische opdrachten voor in de klas!

Mentorles: hoe ga je het gesprek aan over social media?

Sociale media zijn niet meer weg te denken uit het leven van jongeren. Maar hoe ga je als mentor met je leerlingen het gesprek aan over social media zonder dat ze meteen afhaken of dat het belerend overkomt? In deze blog krijg je tips en werkvormen om het gesprek bijvoorbeeld tijdens een mentorles op gang te brengen.

Waarom is dit gesprek belangrijk?

Jongeren leven voor een gedeelte online (niet iedereen natuurlijk, maar een groot deel wel). Ze delen, liken, swipen en scrollen wat af. Maar dat heeft ook impact op hun zelfbeeld, concentratie en sociale vaardigheden. Als mentor heb je de kans om dit bespreekbaar te maken en leerlingen bewust te laten nadenken over hun eigen gebruik van sociale media. Dit sluit aan bij de pijlers van digitale geletterdheid zoals gedefinieerd door het SLO:

  • Informatievaardigheden – Hoe herkennen leerlingen nepnieuws en betrouwbare bronnen?
  • Mediawijsheid – Hoe gaan ze bewust om met hun online identiteit en privacy?
  • ICT-basisvaardigheden – Hoe gebruiken ze digitale middelen op een verantwoorde manier?
  • Computational thinking – Hoe doorzien ze bijvoorbeeld de algoritmes achter hun tijdlijn?

Hoe creëer je een veilige sfeer?

Het bespreken van sociale media kan gevoelig liggen. Vooral als het gaat over onderwerpen als online pesten, druk om altijd bereikbaar te zijn of negatieve reacties. Hier zijn een paar tips om een veilige sfeer te waarborgen:

  • Maak duidelijke afspraken – Bespreek met je klas dat iedereen respectvol met elkaars ervaringen omgaat.
  • Gebruik anonieme werkvormen – Bijvoorbeeld een vragenbox waarin leerlingen hun ervaringen kunnen delen zonder dat hun naam genoemd wordt.
  • Wees open en oordeel niet – Laat leerlingen vrij praten zonder een mening of oordeel te geven. Geef ook niet meteen een oplossing.
  • Laat ruimte voor emoties – Sommige onderwerpen kunnen iemand persoonlijk raken, dus zorg dat er tijd is om hierover te praten.
  • Geef leerlingen de optie om na de les met je te praten als ze ergens mee zitten. Of geef aan wanneer ze met je kunnen praten, of dat ze je een e-mail bijvoorbeeld sturen.

Hoe begin je?

Zorg ervoor dat je niet te belerend bent naar de leerlingen toe. Wees nieuwsgierig en laat hen aan het woord. Een paar startvragen:

  • Welke apps gebruik jij het meest en waarom?
  • Wat is het leukste en het vervelendste aan social media?
  • Heb je weleens iets meegemaakt online dat je vervelend vond?
  • Hoe weet je of iets dat je online ziet betrouwbaar is?

Een paar korte activerende werkvormen

Wil je het gesprek wat interactiever maken? Probeer dan een van deze werkvormen:

  • Stellingenrondje – Laat leerlingen reageren op stellingen zoals ‘Zonder social media zou mijn leven leuker zijn’ of ‘Ik voel me soms verplicht om direct te reageren op berichten’. Kan bijvoorbeeld met digitale tool zoals Mentimeter of LessonUp. Laat leerlingen anoniem reageren.
  • Schermtijd – Laat leerlingen hun gemiddelde schermtijd opschrijven en raden hoe dit zich verhoudt tot het gemiddelde in de klas. Het is handig om dit bijvoorbeeld met Mentimeter te doen.
  • Storytime – Laat leerlingen (anoniem) een positieve en een negatieve socialmedia-ervaring opschrijven. Kies er dan enkele uit om in de klas te bespreken.
  • Fake news check – Geef leerlingen een paar voorbeelden van nieuwsberichten en laat ze onderzoeken welke betrouwbaar zijn en waarom. Dit sluit ook aan bij digitale geletterdheid.

Lesmateriaal

Afronden met een mini-opdracht

Sluit het gesprek af met een kleine opdracht. Laat leerlingen iets doen voor een week, zoals:

  • Een dag zonder sociale media.
  • Alleen positieve reacties plaatsen.
  • Schermtijd beperken met een timer.
  • Bewust kijken naar wat nep of echt is online.

Bespreek na een week wat ze hebben geleerd.

Waar kunnen docenten terecht voor meer informatie?

Wil je als docent meer weten over hoe je sociale media en digitale geletterdheid bespreekbaar maakt? Dan kun je terecht bij:

  • Netwerk Mediawijsheid– Het netwerk voor mediawijsheid in Nederland met veel tools en lesmaterialen.
  • Bureau Jeugd & Media – Specialistische trainingen en advies over sociale media en jongeren.
  • SLO (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) – Richtlijnen en onderwijsmaterialen over digitale geletterdheid.

Tot slot

Als mentor hoef je geen socialmedia-expert te zijn. Het belangrijkste is dat je leerlingen de ruimte geeft om hun ervaringen te delen en ze laat nadenken over hun eigen gedrag online. zorg ervoor dat je geen oordelen geeft of meteen met oplossing komt. Door open en nieuwsgierig te zijn, kun je écht het gesprek aangaan.

Wil je aan de slag? Download dan het gratis werkblad ‘In gesprek over social media’ om een start te maken in je klas.

Digitale geletterdheid – Wat weet het internet van jou?

Laat je leerlingen ontdekken wat er online over hen te vinden is

Sociale media, zoekmachines, reviews: alles wat je online doet, laat een spoor achter. Maar hoe bewust zijn leerlingen zich hiervan? Met deze interactieve opdracht laat je ze ontdekken wat het internet over hen weet én hoe ze hun privacy beter kunnen beschermen.

Waarom is dit belangrijk?

eze opdracht helpt leerlingen om bewuster om te gaan met hun online aanwezigheid. Veel jongeren delen dagelijks foto’s, video’s en berichten zonder erbij stil te staan wat er blijft hangen. Dit kan later invloed hebben op hun studie, werk of sociale leven. Door te ontdekken wat er online over hen te vinden is, leren ze bewuste keuzes te maken over wat ze delen en hoe ze hun privacy beter kunnen beschermen.

Dit sluit aan bij de pijlers van digitale geletterdheid volgens het SLO, zoals kritisch omgaan met informatie en bewust zijn van je digitale identiteit.

De opdracht: Google jezelf!

In deze opdracht gaan leerlingen eerst zelf op onderzoek uit, daarna gaan ze in tweetallen aan de slag en bereiden ze een korte presentatie voor van maximaal twee minuten. Leerlingen vertellen dan kort voor de klas wat zij ontdekt hebben en welke tips ze zouden hebben voor klasgenoten.

  • Leerlingen analyseren welke informatie openbaar beschikbaar is.
  • Daarna bedenken ze wat ze kunnen doen om hun privacy te verbeteren.
  • Vervolgens bespreken ze hun bevindingen met een klasgenoot.
  • Tot slot presenteren ze kort wat ze ontdekt hebben en een delen ze een tip.

Wat levert het op?

  • Meer bewustwording over online privacy en digitale veiligheid.
  • Inzicht in hoe eenvoudig persoonlijke informatie te vinden is.

Zijn docenten zich hier zelf wel van bewust?

Het is goed om deze opdracht niet alleen aan leerlingen te geven, maar er als docent ook zelf mee aan de slag te gaan. Wat komt er naar boven als jij je eigen naam googelt? Hoe zichtbaar ben je online voor collega’s, leerlingen of ouders? Wat kunnen zij over jou vinden als ze op je naam googelen? Door zelf eerst te onderzoeken wat er over jou (openbaar) online staat, kun je beter begrijpen hoe belangrijk dit onderwerp is en het gesprek hierover nog beter begeleiden met je leerlingen.

Download het werkblad!

Wil je deze opdracht direct gebruiken in je les? Download hier gratis het werkblad Wat weet het internet over jou? en ga aan de slag!