Gynzy gebruiken op het bord in VO

Zelf maak ik in mijn lessen gebruik van de tool Gynzy. Het is een handige tool voor op het digibord waar je lessen mee kunt opbouw of bijvoorbeeld losse onderdelen kunt gebruiken ter ondersteuning.

Ik vind het altijd fijn om de lesplanning zichtbaar op het bord te hebben. Zo kunnen leerlingen bij binnenkomst meteen zien wat we gaan doen. Voor de instructie maak ik gebruik van LessonUp, maar in een ander tabblad heb ik de planning klaarstaan in Gynzy. Zo kan ik snel schakelen en tijdens het verwerken van de lesstof heb ik dan ook de lesplanning op het bord. Soms heb ik nog veel meer tabbladen openstaan, maar dat is niet per se aan te raden.

Tijdens het verwerken van de lesstof zet ik de planning dan weer terug op het bord. Zo weten leerlingen altijd wat ze moeten doen en wat ze kunnen doen als ze klaar zijn. De timer en het stoplicht gebruik ik ook altijd.

Ik doe er iedere week een plaatje bij van iets wat ik zelf leuk vind. Zoals in deze planning: Howls moving castle en Nightmare before christmas.

Handige tools

Gynzy heeft een heleboel handige tools die je kunt gebruiken in je les. Bijvoorbeeld:

  • Stoplicht: handig om aan te geven wat je van de leerling verwacht en om structuur aan te brengen (Bijvoorbeeld: rood – helemaal stil, niet praten. Oranje – je mag vragen stellen en fluisteren. Groen – je mag hardop praten en eventueel lopen.)
  • Zelfstandig werken timer: laat leerlingen zien hoeveel tijd ze voor een opdracht hebben. Er speelt ook een geluidje af als de tijd voorbij is. Voor mij zelf ook heel fijn, want ik ben zelf niet zo goed met tijd en vergeet snel de tijd. Dus het is meteen voor mijzelf ook een reminder als de tijd voorbij is.
  • Zandloper: ook deze tool kan je inzetten voor het zichtbaar maken van tijd in je les. Ik gebruik ‘m alleen zelf niet.
  • Random groepjesmaker: je kunt je klas makkelijk random groepjes laten maken. Natuurlijk kan het ook met een site of andere tool, maar zelf vind ik het wel makkelijk om alles bij elkaar te hebben.

Klassenmanagement

Hieronder een overzicht van de tools die horen bij klassenmanagement:

Wereldoriëntatie

Bij het tabblad wereldoriëntatie staan ook een paar tools die ik zelf veel gebruik. Ook hier is de insteek eigenlijk PO, maar zelf vind ik het ook goed werken voor het VO.

Ik geef zelf geschiedenis en mens & maatschappij maar heb in de lokalen waar in ik les moet geven helaas geen kaart hangen. Maar met Gynzy heb ik bij mijn planning ook een wereldkaart, kaart van Europa en kaart van Nederland toegevoegd. Heel handig, want binnen no-time pak ik er dan even een kaart bij.

Voorspelbaarheid en routines

Een lesplanning op het bord zorgt voor voorspelbaarheid in de klas. Leerlingen weten wat er van ze verwacht wordt en wat ze kunnen doen als ze klaar zijn.

Als je je lessen op dezelfde manier opbouwt en geeft zorgt dat ook voor voorspelbaarheid voor leerlingen. Het wordt dan een routine. En dat zorgt weer voor meer rust en duidelijkheid. (zie ook lesgeven volgens kop-romp-staartmodel)

Bij mijn lessen gebruik ik de lesplanning op het digibord meestal zo:

  • Leerlingen komen binnen – planning staat op het bord.
  • Leerlingen pakken spullen en ik verwijs al naar het bord waar de planning staat.
  • Daarna terugkoppelen van wat we vorige les gedaan hebben – voorkennis activeren.
  • Uitleg + leerlingen aantekeningen laten maken.
  • Lesstof verwerken of bepaalde werkvorm doen – planning komt weer op het bord
  • Eerst 5 minuten stoplicht op rood – geen vragen stellen en niet praten.
  • Daarna stoplicht op oranje – vragen stellen en fluisteren mag.
  • Afsluiten van de les (evt. exit-ticket of 3-2-1 etc.). Daarna stoplicht op groen bij verlaten lokaal, maar eerlijk gezegd vergeet ik dat weleens.

Zelf geef ik les aan vmbo onderbouw en bovenbouw.

Iedere docent heeft zo zijn eigen gewoontes om een lesplanning zichtbaar te maken of hoe je je lessen vormgeeft. Op welke manier doe jij dat? Laat het weten in de comments of stuur me een bericht!

Starters voor bijeenkomsten met (nieuwe) docenten

Als je lesgeeft, heb je vaak een duidelijke start of je begint met een korte startopdracht. Je probeert actief de leerlingen te betrekken bij de les en maakt duidelijk dat de les begint. (zie ook artikel lesvoorbereiding kop-romp-staart-model)

Eigenlijk werkt het met een bijeenkomst met docenten ook zo. De meeste mensen hebben net lesgegeven of komen uit een andere afspraak. Een korte startopdracht (een starter) helpt dan om even rustig te settelen en vervolgens de aandacht te richten op de bijeenkomst.

Ook komt iedereen op deze manier in principe aan het woord. Maar zorg er ook voor dat er altijd ruimte is voor iemand om niets te zeggen of even over te slaan. Het is nooit verplicht om iets te delen als iemand dat niet wil. Je kunt een starter gebruiken aan het begin van een team- of sectieoverleg, bij intervisie of een bijeenkomst met nieuwe docenten.

Hieronder staan een paar korte starters. Aan het eind van dit artikel kun je de starters ook downloaden als document.

  1. Kies een plaatje (echte kaartjes)
    Zorg ervoor dat je een paar kaartjes hebt met afbeeldingen. Je kunt ze zelf maken door plaatjes uit tijdschriften te knippen en dan bijvoorbeeld op een kaartje te plakken en dan lamineren. Maar je kunt ook een aantal ansichtkaarten kopen of online een kaartenset met plaatjes kopen. -> Gebruik neutrale plaatjes: natuur, voorwerpen etc. )

    Vervolgens leg je een aantal kaartjes met plaatjes neer. Je kunt mensen een plaatje laten uitkiezen dat hen aanspreekt en dan bijvoorbeeld vragen waarom ze dit hebben uitgekozen of wat hen aanspreekt in dit beeld.

    Maar je kunt ook het onderwerp van de bijeenkomst koppelen aan het kaartje en stel dan bijvoorbeeld een vraag zoals:
    – Kies een plaatje dat past bij hoe jij je eerste weken hier op school voelde.
    – Kies een plaatje dat past bij hoe jij er vandaag in staat.
    – Kies een plaatje dat past bij hoe jij samenwerken met collega’s ervaart.
    – Kies een plaatje dat past bij wat jou plezier geeft in het lesgeven.
    – Kies een plaatje dat past wat jij wil dat leerlingen jou zien. etc.
  2. Kies een plaatje (digitaal)
    Je kunt ook een aantal afbeeldingen digitaal zoeken en op het bord laten zien. Bijvoorbeeld plakken in PowerPoint, LessonUp, Canva, Padlet of gewoon in Word.

    Gebruik dan de insteek van 1. Dus of een algemene vraag of koppel het onderwerp van de bijeenkomst aan een afbeelding.
  3. Dobbelsteen
    Gooi met een digitale dobbelsteen (of met een echte, maar die moet je dan wel net bij je hebben. De uitkomst bepaalt wat de vraag wordt:
    1. Noem iets dat goed ging deze week.
    2. Noem iets dat je energie gaf deze week.
    3. Noem iets dat je opviel deze week.
    4. Noem iets waar je naar uitkijkt.
    5. Noem iets dat je een goed gevoel gaf deze week.
    6. Noem iets dat je leuk vindt aan je werk.

    Download deze werkvorm als afbeelding
  4. Noem één ding
    Laat iedereen in één zin iets noemen. Bijvoorbeeld:
    – Een ding dat goed ging deze week.
    – Een ding dat lastig was deze week.
    – Een ding wat je is bijgebleven deze week.
    – Een ding dat beter ging dan aan begin van het schooljaar.
  5. Stelling
    Zet een stelling op het bord dat te maken heeft met het onderwerp van de bijeenkomst. Zorg ervoor dat het een luchtige stelling is, niet dat je meteen een discussie start. Laat mensen aangeven of ze het eens of oneens zijn en eventueel toelichten met maximaal één zin.
  6. Terugkoppeling vorige bijeenkomst
    Begin de bijeenkomst met een terugkoppeling van het onderwerp van de vorige keer.
    Voorbeeld:
    – Wat is je bijgebleven van de vorige bijeenkomst?
    – Wat heb je anders gedaan sinds de vorige bijeenkomst?
  7. Terugkoppeling vorige bijeenkomst met cijfer
    Laat iedereen met een cijfer of met vingers omhoog aangeven wat ze gedaan hebben met de informatie of datgene wat vorige keer besproken is sinds de vorige keer:
    1. Ik heb er niets meegedaan.
    2. Ik heb erover nagedacht.
    3. Ik heb er met anderen over gepraat.
    4. Ik heb het uitgeprobeerd of toegepast.
  8. Pickwick
    Misschien heb je de kaartenset met vragen van Pickwick nog, dan zou je die kunnen gebruiken. Je kunt ook een tijdje vragen van theezakjes opsparen en een paar toepasselijke bewaren. Doe ze in een bakje of doosje en laat er dan iemand willekeurig één trekken.
    Maar je kunt ook deze website gebruiken, hier staan een heleboel vragen verzameld.
  9. Tijdreizen met de Tardis van Dr. Who
    Stel je voor: je kunt tijdreizen met de TARDIS en reist terug naar het begin van het schooljaar. Wat zou je jezelf dan willen meegeven of willen adviseren?

    Je kunt ook een ander moment bedenken of de TARDIS weglaten als je Dr. Who niet leuk vindt.

    Download deze starter als afbeelding
  10. Woord
    Laat iedereen één woord noemen dat past hoe ze er nu bij zitten, wat ze verwachten van de bijeenkomst van vandaag of hoe het afgelopen week/periode is gegaan.
    Eventueel zou je dit ook online kunnen doen met Mentimeter.

Download de starters als document

Heb jij zelf een leuke starter die goed werkt bij bijeenkomsten met collega’s? Deel je favoriete starter hieronder of stuur me ene berichtje. Ik verzamel graag meer ideeën om te delen en vind het leuk om te lezen hoe anderen dit doen.

Lesdoelen formuleren

Wat is een lesdoel?

Een lesdoel beschrijft wat leerlingen aan het eind van de les moeten kunnen of begrijpen.

Hoe formuleer je een lesdoel?

Begin bij het voorbereiden van je les bij het lesdoel. Vraag jezelf bijvoorbeeld: “Wat wil ik dat mijn leerlingen aan het einde van de les kunnen?” Zet dit lesdoel zichtbaar voor de leerlingen neer, zodat ze weten waar ze naartoe werken.

Begin bij de inhoud:

Wat is de kern van deze les? Wat wil ik dat leerlingen onthouden of kunnen aan het eind van mijn les?

  • Formuleer in leerlingtaal:
    Gebruik de zinstructuur “Ik kan …” of eventueel “Je kunt …” Daarmee wordt het concreet en begrijpelijk voor leerlingen.
  • Maak het meetbaar:
    Het moet mogelijk zijn om aan het einde te controleren of leerlingen het doel hebben gehaald. Vermijd vage woorden als kennen of weten. Gebruik liever woorden als uitleggen, benoemen, toepassen.
  • Zorg dat het haalbaar is in één les:
    Houd het klein en concreet. Een hoofdstuk samenvatten is geen lesdoel, maar een kernbegrip uitleggen wel.
  • Maak het zichtbaar in de klas:
    Schrijf het doel altijd op het bord of toon het in je PowerPoint of LessonUp, zodat leerlingen weten waar ze naartoe werken.
  • Gebruik je lesdoel bij de afsluiting:
    Probeer aan het eind van je les terug op je lesdoel te komen. (Gebruik bijvoorbeeld de 3-2-1-methode of gebruik Exit Tickets)

Tips om je lesdoel zichtbaar te maken

  • Gewoon op het bord
    Je kunt het lesdoel natuurlijk ook gewoon op je bord schrijven. Wij hebben op school whiteboards naast de smartboards. Maar ik vind het zelf fijn om volle aandacht voor de klas en leerlingen te hebben en wil dan liever niet omdraaien om het lesdoel opschrijven (en mijn handschrift is ook niet echt goed leesbaar).
  • PowerPoint of LessonUp
    Ik zorg er zelf voor dat mijn lesdoel altijd in de LessonUp staat, dan kan ik het lesdoel er ook snel bij pakken aan het begin van de les. En het is makkelijk voor te bereiden. Zelf maak ik meestal op zondag de planningen.
  • Gynzy
    Ik maak zelf veel gebruik van Gynzy, vooral de tool vind ik handig om te gebruiken. Met Gynzy maak ik mijn planning voor op het bord en dan zorg ik ervoor dat het lesdoel onderaan staat. Zo is het ook zichtbaar tijdens de verwerkingsfase van de les.
  • Werkblad
    Als je gebruik maakt van een stencil of werkblad is het een idee om het lesdoel zichtbaar op het formulier te zetten.

Welke manier gebruik jij om je lesdoel zichtbaar te maken in de les? Laat het weten in de comments of stuur mij een bericht.