Afvalscheiding is een belangrijk thema, ook binnen de schoolomgeving. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen zich bewust worden van afval, recyclen en duurzaamheid? Met dit kant-en-klare project kun je leerlingen op een praktische manier aan de slag laten gaan met afvalscheiding binnen hun eigen schoolomgeving.
Waarom afvalscheiding op school?
Leerlingen en docenten op school produceren met elkaar dagelijks veel afval: papiertjes, drinkpakjes, plastic flesjes en nog veel meer. Door bewust om te gaan met afval kunnen leerlingen niet alleen bijdragen aan een beter milieu, maar ook leren waarom scheiden belangrijk is.
Wat houdt het project in?
Dit project over afvalscheiding is speciaal ontworpen voor het voortgezet onderwijs en sluit aan bij mens & maatschappij en burgerschap. Leerlingen onderzoeken hoe afvalscheiding op hun school is geregeld, analyseren mogelijke verbeteringen en bedenken een plan om afvalscheiding effectiever te maken.
In het gratis werkblad vind je:
Een duidelijke opdrachtomschrijving
Onderzoeksvragen om leerlingen actief te laten nadenken
Een stappenplan om een verbeterplan op te stellen
Een reflectieopdracht om bewustwording te vergroten
Dit werkblad is direct inzetbaar en vereist minimale voorbereiding. Ideaal voor een les waarin leerlingen op een actieve manier met duurzaamheid aan de slag gaan!
Je kunt dit project op verschillende manieren inzetten:
Samenwerken: laat leerlingen in kleine groepjes onderzoeken hoe afvalscheiding nu gebeurt op school en brainstormen over verbeteringen.
Maak er een projectweek van: geef leerlingen een week de tijd om hun bevindingen te verzamelen en een presentatie te maken.
Vakoverstijgend: koppel het project aan verschillende vakken. Bijvoorbeeld mens & maatschappij, aardrijkskunde, Nederlands en burgerschap.
Meer inspiratie?
Ben je op zoek naar meer lesmateriaal of gratis werkbladen? Kijk dan eens op mijn website voor extra inspiratie! Ik deel regelmatig lesideeën en kant-en-klare opdrachten die direct in de klas gebruikt kunnen worden.
Veel plezier en succes met het project! Laat je me weten hoe het project gegaan is als je het uitgevoerd hebt in de klas?
In deze vakoverstijgende opdracht kiezen leerlingen een schilderij van de website van het Rijksmuseum en onderzoeken ze de achtergrond van het schilderij en de maker. Vervolgens schrijven ze een fictief verhaal dat zich in de wereld van het schilderij afspeelt.
Onderaan deze blog kan je het gratis werkblad van deze opdracht downloaden.
Voor wie is deze opdracht geschikt?
Vmbo-tl klas 3 en 4
Nederlands: schrijfvaardigheid, creatief schrijven of fictiedossier.
Vakoverstijgend: Nederlands, CKV en eventueel geschiedenis.
Onderzoek: leerlingen beantwoorden vragen over het schilderij en de kunstenaar.
Schrijfopdracht: leerlingen schrijven een fictief verhaal waarin het schilderij centraal staat.
De opdracht is geschikt voor vmbo-tl/mavo en kan worden ingezet bij het vak Nederlands in samenwerking met CKV of eventueel geschiedenis. Leerlingen werken individueel aan deze opdracht. Je kunt ervoor kiezen om de opdracht digitaal te laten maken of met de hand te laten schrijven.
Ik zou zelf aanraden om de schrijfopdracht op school met de hand te laten schrijven en leerlingen geen gebruik te laten maken van laptop of andere device.
Bij geschiedenis zou je nog meer de nadruk kunnen leggen op de historische context en sociaal-economische aspecten. Of het juist weglaten als je geen samenwerking met geschiedenis doet.
Hoe werkt de opdracht?
1. Kies een schilderij uit de collectie van het Rijksmuseum
Leerlingen gaan naar de website van het Rijksmuseum (www.rijksmuseum.nl) en kiezen een schilderij dat hen aanspreekt.
Ze noteren de titel en de naam van de schilder en geven dit door aan de docent.
2. Onderzoek het schilderij
Leerlingen beantwoorden vragen over het schilderij, de kunstenaar en de tijd waarin het gemaakt is.
Ze letten op symboliek, kleurgebruik en compositie en bedenken wat het schilderij zou kunnen vertellen.
3. Schrijf een fictief verhaal
Leerlingen bedenken een hoofdpersoon en een conflict of probleem.
Ze schrijven een verhaal waarin het schilderij een rol speelt.
Het verhaal bevat emoties, gedachten en een duidelijke opbouw (begin, midden, einde).
4. Nakijken en inleveren
Leerlingen controleren hun verhaal op spelling en grammatica.
Ze leveren hun opdracht in of voegen het toe aan hun fictiedossier.
Lengte van het verhaal: 750 tot 1000 woorden
Voor wie is deze opdracht geschikt?
Vmbo-tl
Nederlands – schrijfvaardigheid en creatief schrijven.
Vakoverstijgend: Nederlands, CKV en eventueel geschiedenis.
Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs: waarom en hoe?
Digitale geletterdheid is tegenwoordig net zo belangrijk als kunnen lezen en schrijven. We leven in een wereld waarin technologie overal is en toch denken veel mensen dat jongeren vanzelf digitaal vaardig worden omdat ze opgroeien met smartphones en andere devices. Maar is het wel echt zo?
Kunnen ze nepnieuws herkennen, online privacy goed beschermen en technologie slim gebruiken? Niet altijd. Daarom is het hoog tijd om digitale geletterdheid een vaste plek te geven in het onderwijs.
Wat is digitale geletterdheid?
Digitale geletterdheid is veel meer dan gewoon een beetje kunnen swipen en typen. Het draait volgens SLO om vier dingen:
ICT-basisvaardigheden – Hoe werken digitale apparaten en software?
Mediawijsheid – Hoe herken je bijvoorbeeld nepnieuws, hoe blijf je kritisch en hoe ga je bewust en goed om met sociale media?
Digitale informatievaardigheden – Hoe zoek, beoordeel en verwerk je online informatie?
Computational thinking – Hoe kun je logisch denken en problemen oplossen met technologie?
Als leerlingen deze vaardigheden beheersen, kunnen ze zich beter redden in onze digitale wereld.
Waarom is digitale geletterdheid zo belangrijk?
Jongeren groeien op met technologie, maar dat betekent dus niet dat ze er automatisch goed mee omgaan. Hoe vaak nemen leerlingen niet gewoon het eerste zoekresultaat op Google over? Of klikken ze zonder nadenken op ‘Accepteren’ bij cookies en voorwaarden? En dan hebben we het nog niet eens over cyberpesten, online oplichting en de invloed van sociale media op hun zelfbeeld.
Daarnaast wordt digitale technologie steeds belangrijker op de arbeidsmarkt. Steeds meer banen vragen om ICT-kennis, probleemoplossend denken en online samenwerken. Door digitale geletterdheid op school aan te bieden, zorgen we ervoor dat leerlingen goed voorbereid zijn op hun toekomst.
Hoe pak je dit aan in het onderwijs?
Veel scholen vragen zich af hoe ze digitale geletterdheid een plek kunnen geven in het curriculum. Hier zijn wat praktische stappen:
Begin met een gezamenlijke visie – Wat willen jullie leerlingen meegeven? Wat past bij de school?
Maak het onderdeel van bestaande vakken – Laat leerlingen bij Nederlands of geschiedenis online bronnen checken of leer ze wiskunde de basis van programmeren.
Ondersteun docenten – Niet iedereen voelt zich even zeker over digitale vaardigheden. Geef trainingen en deel handige lesmaterialen.
Werk met praktische opdrachten – Laat leerlingen zelf aan de slag gaan met fake news fact-checks, privacy-instellingen op sociale media en programmeeropdrachten.
Blijf flexibel en pas aan waar nodig – Technologie verandert snel, dus houd de lessen up-to-date.
De website van het SLO heeft handige factsheets en een stappenplan waarbij heel duidelijk wordt aangegeven hoe je digitale geletterdheid kunt implementeren in je school. Ook organiseren ze regelmatig een masterclass digitale geletterdheid visievorming.
Doel: Kritisch omgaan met online informatie en propaganda herkennen Opdracht: Leerlingen krijgen nieuwsberichten over historische of actuele gebeurtenissen. Ze moeten onderzoeken of de informatie klopt en welke bronnen betrouwbaar zijn. Bespreek dan bijvoorbeeld hoe nepnieuws in het verleden en heden wordt gebruikt als propaganda.
Online privacy (Mentorles & maatschappijleer)
Doel: Bewustwording van online privacy en identiteit Opdracht: Leerlingen Googlen zichzelf en bekijken hun digitale sporen. Wat vinden anderen over hen online? Bespreek in de klas hoe je je online imago kunt beheren en welke privacy-instellingen belangrijk zijn. (Dan moeten docenten dat natuurlijk ook weten. Daarom is scholing voor docenten op het gebied van digitale geletterdheid ook nodig. Het is ook een idee om deze opdracht met docenten te doen)
Integreren van vaardigheden of kant-en-klaar methode?
Er zijn bedrijven die kant-en-klare methodes voor digitale geletterdheid aanbieden. Handig, want je bent in één keer klaar en de leerdoelen zijn ook meteen afgevinkt. Maar is dat iets wat je echt moet willen of als einddoel moet hebben als school? Niet echt als je het mij vraagt.
Digitale geletterdheid is geen apart vakje dat je even afvinkt. Het is een vaardigheid die je overal nodig hebt, net zoals taal en kritisch denken. Daarom werkt het beter als leerlingen er op verschillende momenten in verschillende vakken mee aan de slag gaan.
Denk bijvoorbeeld aan:
Geschiedenis: hoe beoordeel je of een bron betrouwbaar is?
Mentor: hoe ga je veilig om met sociale media?
Door digitale geletterdheid breed in het onderwijs te verwerken, leren leerlingen het niet alleen, maar passen ze het ook echt toe in hun dagelijks leven. Zo wordt het geen losse hapsnap opdracht, maar een nuttige vaardigheid.
Conclusie
Digitale geletterdheid is geen extraatje, het is een must. Door er op school serieus mee aan de slag te gaan, maken we leerlingen mediawijzer, kritischer en zelfverzekerder in een wereld die steeds digitaler wordt. Laten we ervoor zorgen dat ze niet alleen technologie gebruiken, maar dat ze ook snappen hoe het werkt en er kritisch en verantwoord mee om kunnen gaan.
Wat doet jouw school al met digitale geletterdheid? Ik ben benieuwd hoe andere scholen hiermee omgaan. Stuur me een e-mail of reageer op deze blog hieronder in de comments.
Energie besparen is een belangrijk thema binnen duurzaamheid en burgerschap. Met deze opdracht leren leerlingen hoe ze zelf energie kunnen besparen en maken ze een actieplan voor school.
Op school wordt dagelijks veel energie verbruikt. Bijvoorbeeld voor verlichting, computers, digibord en verwarming. Leerlingen staan hier vaak niet bij stil, terwijl kleine veranderingen best een verschil kunnen maken. Door hen bewust te maken van hun eigen invloed op energieverbruik, leren ze verantwoordelijkheid nemen en actief mee te denken over oplossingen.
In deze blog deel ik een werkblad dat je direct kunt inzetten in de klas. De opdracht is in principe voor de onderbouw, maar zou ook in bovenbouw vmbo ingezet kunnen worden. Onderaan deze blog kan je het werkblad downloaden.
De opdracht: onderzoek en actie
De opdracht Energie besparen op school bestaat uit twee delen: een klein onderzoek en een actieplan. Leerlingen maken daarna een poster over het besparen van energie en vervolgens presenteren ze de poster voor de klas.
Onderzoek
Leerlingen observeren hun eigen klaslokaal en andere ruimtes in de school om in kaart te brengen waar energie wordt verbruikt.
Ze maken een lijst van apparaten en lichtbronnen die energie verbruiken.
Ze noteren plekken waar onnodig energie wordt verspild, bijvoorbeeld lampen die aan blijven in lege lokalen of computers die niet worden uitgeschakeld.
Ze zoeken naar eenvoudige manieren om energie te besparen.
Actieplan
Leerlingen bedenken concrete maatregelen om energie te besparen op school.
Ze maken een poster of presentatie waarin ze hun ideeën presenteren aan de klas.
Eventueel kunnen ze een kort voorstel schrijven voor de schoolleiding of conciërge.
Hoe je de opdracht in de les kunt inzetten
Individueel of in groepjes: Leerlingen kunnen zelfstandig werken of samenwerken aan een actieplan.
Vakoverstijgend: mens & maatschappij, Nederlands, aardrijkskunde, burgerschap etc.
Gratis download: werkblad energie besparen
Om deze opdracht direct in de klas te gebruiken, kun je hier het bijbehorende werkblad downloaden. Dit helpt leerlingen om hun observaties en ideeën gestructureerd uit te werken.
Wil je dat je leerlingen op een actieve manier met begrippen oefenen? Dan is deze werkvorm met een dobbelsteen een leuke manier om het leren interactief te maken. Het is eenvoudig voor te bereiden en je hebt er geen digitale middelen voor nodig.
Waarom zou je deze werkvorm inzetten?
Begrippen of woordjes leren kan soms saai zijn. Of misschien gebruik je altijd een digitale tool zoals Quizlet om begrippen of woordjes te overhoren. En zou je ter afwisseling ook eens een andere werkvorm willen inzetten zonder digitale hulpmiddelen. Deze activerende werkvorm helpt leerlingen om begrippen beter te begrijpen en toe te passen.
Hoe werkt de activerende werkvorm met een dobbelsteen?
Met deze werkvorm oefenen leerlingen begrippen door middel van een dobbelsteen. Afhankelijk van het gegooide getal voeren ze een verschillende opdracht uit. Dit helpt hen de begrippen beter te onthouden en in context te plaatsen.
Voorbereiding voor de docent.
Maak een lijst met begrippen die de leerlingen moeten leren. Dit kan uit de lesmethode komen of een zelfgemaakte lijst zijn.
Maak zes opdrachten en koppel deze aan de cijfers op de dobbelsteen. Bijvoorbeeld:
1: Leg het begrip uit in je eigen woorden.
2: Geef een voorbeeld waarin het begrip voorkomt.
3: Teken het begrip (net zoals bij Pictionary).
4: Gebruik het begrip in een zin.
5: Vraag een medeleerling om het begrip uit te leggen.
6: Kies een ander begrip en leg het verschil uit. (Je kunt natuurlijk andere opdrachten koppelen aan de nummers, kijk wat bij jou en je les past)
Maak vervolgens begrippenkaartjes door deze te printen of op losse papiertjes te schrijven. Als je de kaartjes vaker wil gebruiken is het ook een idee om ze te lamineren.
Print per groepje een opdrachtenkaart met de zes opdrachten. Ook hierbij is het handig om te lamineren als je het vaker gaat gebruiken.
Deel de klas in groepjes (gebruik bijvoorbeeld de online groepenmaker. Het is handig om de groepen al eerder samen te stellen en hier een slide van te maken zodat je het snel op je bord kunt zetten.
Zorg voor voldoende dobbelstenen. Grote dobbelstenen zijn handig, omdat ze minder snel kwijt raken. Je kunt bij de Action of Hema vaak van die grote en zachte dobbelstenen kopen. Of online bestellen kan natuurlijk ook.
Maak een instructieslide in PowerPoint, LessonUp of Google Slides. Zet daar de instructie in van het spel, zodat leerlingen dat kunnen gebruiken.
Uitvoering in de klas
Benodigdheden per groep:
Een dobbelsteen
Een stapel begrippenkaartjes
Een opdrachtkaart met de zes opdrachten
Een pen en een blad voor aantekeningen
Instructie voor op het bord
Stap 1 – bepaal wie er begint.
Stap 2 – Pak een begrippenkaart en gooi de dobbelsteen.
Stap 3 – Voor de opdracht uit die hoort bij het gegooide cijfer. Een andere leerling schrijft op welk begrip het was, welk nummer er gegooid is en of het antwoord goed of fout was.
Stap 4 – Daarna is de volgende leerling aan de beurt. Speel twee rondes. Vergeet het aantekeningenblad niet in te vullen
Instructie begrippen oefenen met dobbelsteen
Geef elk groepje een dobbelsteen, een stapel begrippenkaartjes en een blad voor aantekeningen.
Laat een leerling een begrippenkaartje pakken en de dobbelsteen gooien.
De leerling voert de opdracht uit die hoort bij het gegooide cijfer.
De rest van het groepje controleert of het antwoord goed is (eventueel met een boek of woordenlijst erbij). Een andere leerling uit de groep maakt een korte aantekening: welk begrip werd er genoemd, welk cijfer was er gegooid en was het antwoord goed?
Speel het niet te lang, laat iedere leerling één of twee keer gooien.
Afronding & Reflectie
Laat aan het eind van de opdracht de aantekeningen inleveren en bespreek kort:
Hoe ging het?
Wat viel op?
Welke opdracht vonden leerlingen het makkelijkst of juist het moeilijkst?
Door deze korte reflectie stimuleer je leerlingen om na te denken over hun eigen leerproces.
Variaties werkvorm
Maak verschillende niveaus begrippenkaartjes. Je kunt hier ook verschillende kleuren voor gebruiken.
Voeg een tijdslimiet toe voor extra uitdaging.
Laat leerlingen hun eigen opdrachten bedenken en kies er daarna een paar uit en pas het opdrachtenblad aan.
Download gratis het werkblad – Activerende werkvorm – Begrippen oefenen met dobbelsteen
Wil je deze werkvorm proberen in jouw klas? Download hier gratis de opdrachtenkaart en begrippenkaartjes!
Veel leerlingen vinden het lastig om te benoemen waar ze goed in zijn. Als je ze naar hun hobby’s vraagt kunnen leerlingen vaak zo een lijstje opnoemen, maar vraag ze naar hun kwaliteiten en het blijft vaak stil. Terwijl het juist zo belangrijk is om te weten wat je sterke punten zijn – of je nou een vervolgopleiding kiest, een stage zoekt of een sollicitatiegesprek hebt.
Daarom heb ik twee werkbladen gemaakt waarmee leerlingen stap voor stap ontdekken waar ze goed in zijn. Eerst individueel, daarna samen met een klasgenoot.
Werkblad 1: Individueel – Wat zijn jouw kwaliteiten?
In dit werkblad gaan leerlingen zelfstandig aan de slag. Ze krijgen een lijst met verschillende kwaliteiten en kiezen welke eigenschappen bij hen passen. Denk aan:
Je kunt deze opdracht los inzetten of als voorbereiding op een loopbaangesprek. Ook handig in mentorlessen of bij LOB-gesprekken.
Tip: probeer deze opdrachten eerst eens zelf te maken. Probeer de het eerste werkblad voor jezelf in te vullen. Wat zijn jouw eigen kwaliteiten als docent? Ook de tweede opdracht zou je kunnen doen bijvoorbeeld met een collega. Zo is het ook makkelijker om in te zetten in de klas, omdat je het zelf ook al een keer hebt gemaakt en zelf misschien bewuster bent geworden van wat je eigen kwaliteiten zijn.
Ik ben benieuwd hoe deze opdracht in de klas is gegaan. Stuur je ervaringen of reacties hieronder in via de reacties of stuur me een berichtje.
Hoe werkten mensen vroeger en welke rol speelden ambachten in de middeleeuwen? Met deze twee gratis werkbladen ontdekken leerlingen op een actieve manier hoe bakkers, smeden en andere ambachtslieden hun vak uitoefenden.
Doelgroep: vmbo geschiedenis of mens & maatschappij.
Twee gratis opdrachten over ambachten voor de onderbouw
1. Werkblad: Ambachten in de middeleeuwen
Doel: Na deze opdracht kunnen leerlingen uitleggen wat een ambacht is, welke ambachten er in de middeleeuwen waren en van een ambacht een voorbeeld noemen met de bijbehorende werkzaamheden.
In deze opdracht gaan leerlingen een pagina maken voor een ambachtsgids. Eerst onderzoeken leerlingen individueel (of eventueel in tweetallen) een ambacht uit de middeleeuwen, daarna gaan ze praktisch aan de slag en maken ze een pagina over een ambacht naar keuze.
Lesidee – hoe kan je deze opdracht gebruiken in de klas?
Start je les met een woordweb en vraag de leerlingen welke ambachten ze bijvoorbeeld al kennen.
Vervolgens geef je kort uitleg over ambachten en gilden in de middeleeuwen en daarna gaan de leerlingen aan de slag met de opdracht.
Je kunt de verschillende pagina’s daarna bundelen en laten zien in de klas.
Meer lezen over ambachten? Bekijk de website van het Openluchtmuseum voor achtergrondinformatie. Hier staan ook interessante video’s om in de les te laten zien.
2. Werkblad – Maak een advertentie over een ambacht
In de opdracht gaan leerlingen eerst een ambacht naar keuze onderzoeken. Daarna ontwerpen ze een advertentie voor een ambacht.
Doel: Na deze opdracht kunnen leerlingen uitleggen wat een ambacht in de middeleeuwen was en welke taken en vaardigheden daarbij hoorden. Ze kunnen daarnaast een advertentie maken die past bij die tijd en die mensen overtuigt om voor dat ambacht te kiezen.
Lesidee – hoe kan je deze opdracht gebruiken in de klas?
Start de les met een soort brainstorm: hoe wisten mensen in de middeleeuwen welke ambachten er waren? Wat zouden beweegredenen geweest zijn van mensen vroeger om voor een bepaald ambacht te kiezen?
Bespreek daarna in de klas hoe advertenties er nu uitzien en hoe dat in de middeleeuwen anders was.
Laat vervolgens leerlingen een ambacht kiezen en onderzoek doen naar de werkzaamheden en producten.
Vervolgens maken leerlingen hun eigen middeleeuwse advertentie, op papier of digitaal.
Sluit af met een korte presentatie waarbij leerlingen elkaars advertenties bekijken en vergelijken.
Heb je deze opdracht gebruikt in je geschiedenisles? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback, zodat we samen het lesmateriaal voor geschiedenis nog beter kunnen maken.
LOB voelt voor veel leerlingen als iets waar ze pas over na hoeven te denken als het écht moet. Dus bijvoorbeeld bij hun profielkeuze of als ze op stage gaan. Maar hoe eerder leerlingen een beeld krijgen van verschillende beroepen en wat wel of niet bij ze past, des te beter.
Opdracht LOB – interview
Daarom een opdracht die je vrij makkelijk in je LOB of mentorles kan toepassen: leerlingen interviewen iemand over zijn of haar beroep.
Het idee is simpel: leerlingen kiezen iemand uit hun omgeving – een ouder, buurvrouw, vriend of kennis – en stellen vragen over hun werk. Wat doet diegene precies? Hoe is hij of zij daar terechtgekomen? Wat vindt die persoon leuk (of juist niet) aan het werk?
Dit helpt leerlingen niet alleen om na te denken over hun eigen toekomst, maar ook om vaardigheden als vragen stellen en doorvragen te oefenen. Je zou deze opdracht zelfs samen met het vak Nederlands kunnen geven als vakoverstijgende opdracht. LOB. Voor veel leerlingen voelt het als iets waar ze pas over na hoeven te denken als het écht moet – bij hun profielkeuze of stage. Maar hoe eerder ze een beeld krijgen van verschillende beroepen, hoe beter.
LOB-opdracht: interview iemand over zijn of haar beroep
Waarom zou je deze opdracht in de klas met je leerlingen doen?
Praktisch: leerlingen kunnen iemand kiezen die ze al kennen, waardoor de drempel lager is.
Laagdrempelig: geen ellenlange verslagen, maar gewoon een paar concrete vragen en antwoorden.
Direct toepasbaar: ze krijgen realistische info over een beroep, uit eerste hand.
Download het werkblad
Om het makkelijk te maken, heb ik een werkblad gemaakt dat je zo kunt inzetten tijdens je mentorles en/of tijdens LOB. Hierop staan voorbeeldvragen en een opdracht volgens stappenplan.
Je kunt dit werkblad als huiswerk meegeven of in de les laten voorbereiden. Laat leerlingen hun antwoorden kort presenteren of bespreken in kleine groepjes. Zo leren ze ook van elkaar!
Waarom deze opdracht?
LOB wordt vaak gezien als iets vaags of iets voor later. Maar als leerlingen zelf een gesprek voeren met iemand die dagelijks met beide benen in een bepaald beroep staat, wordt het ineens concreet.
Heb je deze opdracht toegepast in je les? Laat het weten in de reacties of stuur me een bericht.
Het invullen van de lessen LOB kan soms wel lastig zijn. Veel leerlingen hebben geen idee wat ze later willen worden en vinden het vooral ver weg en vaag. Hoe zorg je ervoor dat ze toch actief aan de slag gaan met oriënteren toekomst?
Met een praktische opdracht die ze zelf kunnen invullen! Daarom heb ik een werkblad gemaakt waarmee leerlingen een PowerPoint maken over een beroep naar keuze.
Zo ontdekken ze niet alleen meer over verschillende beroepen, maar oefenen ze meteen hun presentatievaardigheden.
Vakoverstijgend met Nederlands
Je zou deze opdracht ook als vakoverstijgende opdracht kunnen geven met het vak Nederlands. Leerlingen oefenen dan niet alleen met LOB, maar ook met spreekvaardigheid. Dus presenteren op een heldere en overtuigende manier.
Door deze opdracht in de mentorles voor te bereiden en bij Nederlands de presentatievaardigheden te oefenen, kan je het mooi combineren.
De opdracht: maak een PowerPoint over een beroep
Leerlingen kiezen een beroep dat hen interessant lijkt en maken daar een korte PowerPoint over. Ze zoeken uit:
Wat houdt dit beroep precies in?
Welke opleiding heb je ervoor nodig?
Wat zijn de leuke en minder leuke kanten?
Hoeveel verdien je ongeveer?
Wat moet je kunnen en weten voor dit werk?
Door dit stap voor stap uit te werken, krijgen ze een beter beeld van wat er allemaal bij komt kijken.
Download het werkblad
Om het makkelijk te maken, heb ik een werkblad gemaakt waarin alle stappen duidelijk staan uitgelegd. Hierop staan de richtlijnen en het stappenplan die leerlingen kunnen gebruiken.
Je kunt deze opdracht als huiswerk geven of in de les laten maken. Laat leerlingen hun PowerPoint presenteren in kleine groepjes of aan de hele klas. Zo leren ze niet alleen over hun eigen beroep, maar ook over andere beroepen.
Ik ben heel benieuwd of je de opdracht gebruikt hebt in je les. Laat het je weten in de reacties? Of stuur me een bericht
Reflecteren op een toets is minstens zo belangrijk als het leren ervoor. Door leerlingen bewust te laten nadenken over hun fouten en successen, help je hen om beter te leren. Maar hoe pak je dat praktisch aan zonder dat het een saaie nabeschouwing wordt? Hier zijn een paar manieren om leerlingen actief te laten reflecteren op een toets.
De reflectiekaarten heb ik onderaan deze blog toegevoegd als gratis download.
1. Reflectie op toets
In plaats van alleen te kijken naar hun cijfer, laat leerlingen kritisch nadenken over hun antwoorden. Een paar vragen om ze op weg te helpen:
Welke vraag had je goed verwacht, maar bleek toch fout?
Wat ging er mis bij deze vraag? Begrip, slordigheid of iets anders?
Hoe had je je anders kunnen voorbereiden om deze fout te voorkomen?
Laat de antwoorden opschrijven op een wisbordje of post-it.
2. Toetsbespreking met actieve betrokkenheid
In plaats van dat jij alle antwoorden geeft, laat je leerlingen eerst zelf analyseren waar het misging. Dit kan bijvoorbeeld met:
Een soort ‘toets-doorloop’: leerlingen vergelijken hun antwoorden met een correctiemodel.
Verbeteren van fouten: Laat leerlingen een paar van hun fouten verbeteren en erbij schrijven waarom hun oorspronkelijke antwoord fout was. Dit dwingt ze om écht na te denken over hun fouten en voorkomt dat ze simpelweg overschrijven.
Duo-bespreking: leerlingen bespreken in tweetallen hun antwoorden en zoeken samen naar verbeteringen.
Een klassikale quiz: in plaats van een standaard bespreking, maak je van veelgemaakte fouten een interactieve quiz.
Tip: het is een idee om kopietjes van de toets te maken als je het op deze manier doen. Het zou niet nodig hoeven zijn, maar je zou ook niet willen dat er discussie komt over een antwoord dat ingevuld is en dat bijvoorbeeld later aangepast is.
3. Top drie lessen uit de toets
Laat leerlingen drie dingen opschrijven die ze uit deze toets hebben geleerd. Op een wisbordje of bijvoorbeeld een post-it.
4. Plan maken voor toets
Laat leerlingen een concreet plan maken voor de volgende toets. Dit kan in de vorm van een checklist:
Maak een planning en begin op tijd.
Oefen met oude toetsen.
Bespreek moeilijke stof met een klasgenoot
Etc.
5. Download gratis werkblad 1 – leren van je toetsresultaat