Lesmateriaal LOB – Presentatie maken over een beroep

Het invullen van de lessen LOB kan soms wel lastig zijn. Veel leerlingen hebben geen idee wat ze later willen worden en vinden het vooral ver weg en vaag. Hoe zorg je ervoor dat ze toch actief aan de slag gaan met oriënteren toekomst?

Met een praktische opdracht die ze zelf kunnen invullen! Daarom heb ik een werkblad gemaakt waarmee leerlingen een PowerPoint maken over een beroep naar keuze.

Zo ontdekken ze niet alleen meer over verschillende beroepen, maar oefenen ze meteen hun presentatievaardigheden.

Vakoverstijgend met Nederlands

Je zou deze opdracht ook als vakoverstijgende opdracht kunnen geven met het vak Nederlands. Leerlingen oefenen dan niet alleen met LOB, maar ook met spreekvaardigheid. Dus presenteren op een heldere en overtuigende manier.

Door deze opdracht in de mentorles voor te bereiden en bij Nederlands de presentatievaardigheden te oefenen, kan je het mooi combineren.

De opdracht: maak een PowerPoint over een beroep

Leerlingen kiezen een beroep dat hen interessant lijkt en maken daar een korte PowerPoint over. Ze zoeken uit:

  • Wat houdt dit beroep precies in?
  • Welke opleiding heb je ervoor nodig?
  • Wat zijn de leuke en minder leuke kanten?
  • Hoeveel verdien je ongeveer?
  • Wat moet je kunnen en weten voor dit werk?

Door dit stap voor stap uit te werken, krijgen ze een beter beeld van wat er allemaal bij komt kijken.

Download het werkblad

Om het makkelijk te maken, heb ik een werkblad gemaakt waarin alle stappen duidelijk staan uitgelegd. Hierop staan de richtlijnen en het stappenplan die leerlingen kunnen gebruiken.

Je kunt deze opdracht als huiswerk geven of in de les laten maken. Laat leerlingen hun PowerPoint presenteren in kleine groepjes of aan de hele klas. Zo leren ze niet alleen over hun eigen beroep, maar ook over andere beroepen.

Ik ben heel benieuwd of je de opdracht gebruikt hebt in je les. Laat het je weten in de reacties? Of stuur me een bericht

Mentorles: schrijf een brief aan je toekomstige zelf

Hoe zorg je ervoor dat leerlingen echt nadenken over hun toekomst zonder dat het voelt als een zware opdracht?

Een simpele maar mooie manier is leerlingen een brief aan hun toekomstige zelf te laten schrijven. Hierbij schrijven ze op wat ze belangrijk vinden, waar ze over nadenken en wat ze hopen te bereiken. Een opdracht die niet alleen inzicht geeft, maar ook mooie gesprekken kan opleveren. Onderaan deze blog kan je de lesbrief downloaden.

Stel je voor: een leerling leest deze brief terug na een tijdje (of zelfs na een paar jaar) en ziet welke ontwikkeling hij heeft doorgemaakt. Dat is pas een waardevol moment!

De opdracht: schrijf een brief aan jezelf in de toekomst

Leerlingen schrijven een brief aan hun toekomstige ik. Daarin beschrijven ze hoe hun leven er nu uitziet en wat ze hopen te bereiken in de toekomst.

Stap 1: Aanhef
Leerlingen beginnen de brief met een persoonlijke aanhef, bijvoorbeeld:
“Beste toekomstige ik,”

Stap 2: Inhoud van de brief
Leerlingen schrijven over:

  • Hun leven nu: school, vrienden, hobby’s, leuke dingen én uitdagingen.
  • Wat ze nu belangrijk vinden en waar ze zich een beetje zorgen over maken.
  • Wat ze hopen te bereiken in de toekomst: dromen, doelen en verwachtingen.
  • Welk werk ze denken te doen als ze ouder zijn.
  • Een boodschap of advies aan hun toekomstige zelf.

Stap 3: Afsluiting
Ze sluiten de brief af met een wens of boodschap aan hun toekomstige ik. Afsluiting (10 minuten)

Klassikale afsluiting

Vraag klassikaal wat de leerlingen verwachten van de brief als ze dit over twintig jaar zouden lezen. Laat ze kort in stilte hier zelf over nadenken, daarna kort uitwisselen met andere leerling en daarna enkele leerlingen vragen naar wat zij besproken
hebben.

Minimale lengte van de brief: 150 woorden


Lesplanning

  • Introductie (5 min) – Leg uit wat de bedoeling is.
  • Schrijven (35 min) – In stilte schrijven. Loop rond en help waar nodig.
  • Afsluiting (10 min) – Laat leerlingen nadenken over hoe het zou zijn om deze brief later terug te lezen.

Geef de brief later terug, bijvoorbeeld aan het einde van het schooljaar of als ze hun diploma halen.

Download de gratis lesbrief

Tip

  • Bewaar de brieven en geef ze bijvoorbeeld mee als de leerling van school gaat na het examenjaar.
  • Of geef de brief mee aan het eind van het schooljaar of aan een ouder/verzorger
    tijdens een eindgesprek.

Beter leren: gebruik de Pomodoro-techniek

Veel leerlingen stellen leerwerk uit, raken afgeleid of zitten urenlang aan hun bureau zonder echt effectief te werken. De Pomodoro-techniek helpt om leren overzichtelijker te maken en voorkomt dat leerlingen zonder structuur aan de slag gaan.

Met deze methode werk je in korte, gefocuste blokken van 25 minuten en neem je daarna een pauze. Dit voorkomt uitstelgedrag, helpt je brein om beter te onthouden en zorgt ervoor dat je minder snel afgeleid raakt.

In deze blog leg ik uit hoe de Pomodoro-techniek werkt en deel ik een gratis werkblad waarmee je dit direct kunt toepassen in je les of thuis.

Wat is de Pomodoro-techniek?

De Pomodoro-techniek is een handige manier om taken aan te pakken zonder dat je hoofd overloopt. Het werkt heel simpel:

  1. Kies een taak die je wilt doen (bijvoorbeeld huiswerk of leren voor een toets).
  2. Zet een timer op 25 minuten en werk gefocust aan je taak.
  3. Wanneer de timer afgaat, neem je een pauze van 5 minuten (even bewegen, iets drinken of ontspannen).
  4. Herhaal dit vier keer en neem dan een langere pauze van 15 tot 30 minuten.

Met deze techniek werk je in korte, gefocuste blokken, waardoor je minder snel afgeleid raakt en niet helemaal uitgeput raakt aan het einde.


De opdracht: leerlingen laten ervaren hoe de Pomodoro-techniek werkt

Stap 1: Wat denk jij?
Laat leerlingen eerst nadenken over deze techniek. Hoe kan dit helpen? Wanneer zou je dit kunnen gebruiken? Wat zou je kunnen afleiden? Dit helpt hen bewust te worden van hun leergewoontes.

Stap 2: Probeer het uit
Laat leerlingen een schooltaak kiezen en twee Pomodoro-rondes doen. Na elke sessie reflecteren ze:

  • Lukte het om geconcentreerd te werken?
  • Heb je meer gedaan dan normaal?
  • Zou je dit vaker willen proberen?

Stap 3: Maak een leerplan
In het werkblad maken leerlingen hun eigen studieplanning op basis van de Pomodoro-techniek. Ze verdelen hun leerwerk in blokken van 25 minuten met geplande pauzes.

Deze opdracht is niet alleen handig voor leerlingen, maar ook voor ouders die hun kind willen helpen met leren.

Download gratis het werkblad Pomodoro-techniek

Werkt de Pomodoro-techniek goed voor jou of je leerlingen? Laat het weten in de reacties of stuur me een bericht.

Activerende werkvorm: Begrippen oefenen met dominokaartjes

Nieuwe begrippen leren kan voor leerlingen best lastig zijn. Vaak lezen ze een lijst met termen en definities, maar echt begrijpen en onthouden is iets anders. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen actief met de lesstof aan de slag gaan?

Een manier waarbij leerlingen actief aan de slag gaan is begrippen oefenen met dominokaartjes. Dit spel laat leerlingen verbanden leggen tussen begrippen en omschrijvingen, terwijl ze actief met de stof bezig zijn.

In deze blog leg ik in het kort uit hoe je deze werkvorm inzet en deel ik daarna een uitgebreid gratis werkblad en sjablonen waarmee je direct aan de slag kunt.


Hoe werkt het?

Met dominokaartjes koppelen leerlingen begrippen aan de juiste omschrijvingen. Elk kaartje heeft twee helften: aan de ene kant staat een begrip, aan de andere kant een bijpassende definitie. De kaartjes vormen samen een doorlopende reeks, net als bij het klassieke dominospel.

Deze werkvorm is geschikt voor allerlei vakken, zoals geschiedenis, aardrijkskunde en economie.

  • Leerlingen oefenen actief met begrippen en hun betekenis.
  • Ze moeten verbanden leggen en uitleggen waarom iets klopt.
  • Het is een gestructureerde en speelse manier om de stof te herhalen.

Voorbereiding als docent

Een korte samenvatting van de werkvorm lees je hier. De volledige lesbrief download je onderaan de pagina.

  1. Maak een lijst met begrippen en omschrijvingen.
    Gebruik de begrippen uit je methode of stel zelf een lijst samen.
  2. Ontwerp de domino-kaartjes.
    • Elk kaartje bestaat uit twee helften:
      • Een begrip, woord, afbeelding of vraag.
      • De bijpassende omschrijving, antwoord of synoniem.
    • De rechterhelft van één kaartje moet aansluiten op de linkerhelft van een ander kaartje.
  3. Verschillende manieren om kaartjes te maken.
    • Maak de kaartjes zelf in Canva, Word of PowerPoint.
    • Print en lamineer ze voor hergebruik.
    • Wil je differentiëren? Maak setjes met verschillende niveaus.
  4. Test je set voordat je deze gebruikt in de les.
    • Zorg ervoor dat er een startkaartje is. Dit is een kaartje dat nergens op hoeft aan te sluiten.
    • Check of alle kaartjes logisch op elkaar aansluiten.

Zo speel je het in de klas

Een korte samenvatting van de werkvorm lees je hier. De volledige lesbrief download je onderaan de pagina.

Stap 1: Verdeel de klas in kleine groepjes.
Zorg ervoor dat je vooraf al groepjes hebt gemaakt. Elk groepje krijgt een set kaartjes.

Stap 2: Start het spel.

  • De kaarten liggen door elkaar.
  • Elk groepje krijgt een beginkaartje.
  • Om de beurt leggen leerlingen een kaartje aan als het past.
  • Ze moeten hardop uitleggen waarom het begrip en de omschrijving bij elkaar horen.

Stap 3: Loop rond en observeer.

  • Help als leerlingen vastlopen.
  • Stimuleer uitleg en discussie over de begrippen.

Stap 4: Afsluiting en klassikale bespreking.

  • Elk groepje presenteert kort hun domino-rij.
  • Bespreek samen:
    • Waarom horen deze begrippen bij elkaar?
    • Welke begrippen vonden jullie lastig?
    • Welke kaartjes zorgden bijvoorbeeld voor discussie?

Fouten maken mag – het gaat erom dat leerlingen ervan leren.


Waarom zou je deze werkvorm kiezen?

  • Actief leren: leerlingen leren actief door begrippen te koppelen aan de juiste betekenis.
  • Samenwerken en uitleggen: door samen te werken en elkaar dingen uit te leggen, onthouden leerlingen de stof beter.

Veel succes met deze activerende werkvorm!

Heb je deze opdracht gebruikt in je les? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback.

Zoek je meer activerende werkvormen? Neem dan regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal of praktische opdrachten voor in de klas.

De Russenoorlog op Texel: een praktische en creatieve opdracht voor in de klas

De Georgische Opstand op Texel in 1945, ook wel de Russenoorlog genoemd op Texel, is een minder bekende gebeurtenis uit de Tweede Wereldoorlog.

Met deze praktische opdracht maken leerlingen een (fictieve) rondleiding over Texel, waarin ze toeristen informeren over de Russenoorlog op Texel (de Georgische Opstand van 1945). De leerlingen kiezen zeven locaties die belangrijk waren tijdens de opstand en die nu nog steeds bezocht kunnen worden.

Onderaan deze blog kun je het werkblad met de volledige opdracht gratis downloaden.


De opdracht: maak een rondleiding over de Russenoorlog op Texel

Leerlingen maken een rondleiding waarin ze toeristen informeren over de Georgische Opstand. Ze kiezen zeven locaties op Texel die belangrijk waren tijdens deze opstand en verwerken deze in een presentatievorm naar keuze.

De opdracht bestaat uit drie onderdelen:

  1. Een informatieve tekst over de Russenoorlog.
  2. Een rondleiding langs zeven locaties, inclusief uitleg per plek.
  3. Een creatieve presentatievorm waarin de rondleiding wordt uitgewerkt.

Hoe werkt de opdracht?

Let op: onderaan deze blog vind je het volledige werkblad met de opdracht. In dit stukje staat alleen een beknopte versie van de opdracht.

Stap 1: Onderzoek de Russenoorlog
Leerlingen starten met een kort onderzoek naar de Georgische Opstand en schrijven een informatieve tekst. Ze gebruiken de 5W1H-methode om het verhaal helder te krijgen:

  • Wie waren erbij betrokken?
  • Wat gebeurde er precies?
  • Waar vond de opstand plaats?
  • Wanneer speelde dit zich af?
  • Waarom kwamen de Georgiërs in opstand?
  • Hoe is de opstand afgelopen?

Tip: Laat leerlingen verschillende bronnen gebruiken en bespreek met elkaar van te voren de betrouwbaarheid van bronnen.

Stap 2: Kies zeven locaties op Texel
Vervolgens selecteren leerlingen zeven locaties die een belangrijke rol speelden in de opstand. Bij elke locatie beschrijven ze:

  • Wat er op die plek gebeurde.
  • Waarom deze locatie belangrijk is voor het verhaal.
  • Hoe de plek er nu uitziet en of er nog herinneringen aan de oorlog te zien zijn.
  • Een afbeelding (zelfgemaakt of met bronvermelding).
  • De locatie op een kaart van Texel.

Stap 3: Kies een presentatievorm
Om de opdracht aantrekkelijk te maken, mogen leerlingen zelf bepalen hoe ze hun rondleiding presenteren.

Mogelijke vormen:

  • PowerPoint of digitale presentatie met kaarten, foto’s en uitleg.
  • Informatieve poster met tekst, afbeeldingen en een routekaart.
  • Video of vlog waarin de locaties worden uitgelegd.
  • Digitale reisgids in Canva met stukjes over elke locatie.

Hebben leerlingen een ander creatief idee? Dan kunnen ze dit overleggen met de docent.

Stap 4: Uitwerken en inleveren
Na het verzamelen van alle informatie werken leerlingen hun rondleiding uit en voegen ze een bronvermelding toe. Vervolgens leveren ze hun opdracht in.


Download het werkblad met de opdracht

Stuur je me een berichtje als je deze opdracht gaat doen met je leerlingen of laat je me weten hoe het gegaan is? Ik vind het superleuk om berichten te krijgen en ervaringen te horen.

Tijdvak 2: opdracht over Pompeï

Met deze opdracht kruipen leerlingen in de huid van een verslaggever die via tijdreizen in Pompeï belandt (Doctor Who en de Tardis). Leerlingen maken een krantenpagina waarin ze verslag doen van de ramp in ’79 nadat de Vesuvius uitbarstte.

In deze blog deel ik een werkblad waarmee leerlingen stap voor stap aan de slag kunnen met deze opdracht. Onderaan kun je het werkblad gratis downloaden.

Deze opdracht past bij geschiedenis of mens & maatschappij in de onderbouw. Het is ook een idee om deze opdracht vakoverstijgend te maken en bijvoorbeeld het vak Nederlands erbij betrekken. De historische context past dan mooi bij geschiedenis en mens & maatschappij en schrijf- en taalvaardigheid bij Nederlands.


De opdracht: schrijf een nieuwsverslag over de ramp in Pompeï

Let op: hieronder zie je een beknopte versie van de opdracht. De uitgeschreven opdracht met stappenplan vind je onderaan deze blog.

Leerlingen maken een krantenpagina waarin ze verslag doen van de uitbarsting van de Vesuvius. Dit doen ze in principe in twee lessen, waarbij ze eerst onderzoek doen en daarna hun nieuwsartikel schrijven en vormgeven.

Ze kiezen een specifiek moment uit de ramp, zoals:

  • Het begin van de uitbarsting.
  • De paniek onder de inwoners.
  • Het moment dat de stad onder as verdwijnt.

Vervolgens schrijven ze een verslag in de vorm van een nieuwsartikel en verwerken ze dit op een krantenpagina met passende afbeeldingen.


Hoe zet je deze opdracht in je les?

Les 1: Voorbereiding

  • Onderzoek: Leerlingen verzamelen informatie over de uitbarsting via hun lesboek, video’s of websites.
  • Kies een moment: Ze bepalen vanuit welk moment ze hun verslag schrijven.
  • Maak aantekeningen: Wat gebeurt er? Hoe reageren mensen? Wat gebeurt er met de stad?
  • Beeldmateriaal zoeken: Minimaal vier afbeeldingen of zelfgemaakte tekeningen.

Les 2: Nieuwsverslag maken

  • Schrijf het nieuwsverslag: Tussen de 10 en 15 zinnen, helder en beeldend.
  • Vormgeving: Leerlingen maken een krantenpagina waarin tekst en beeld samenkomen.
  • Controleren: Is het verslag compleet en begrijpelijk? Zijn er minimaal vier afbeeldingen?

Download het werkblad met de opdracht

Tip: Dr Who-thema

Als je het leuk vindt en fan van Dr Who bent, kan je je les een Dr Who-thema geven bij dit soort opdrachten (tijdreizen). Doe alsof je lokaal de Tardis is, speel de themesong van Dr Who en introduceer de opdracht.

  • Doe alsof je klaslokaal de TARDIS is en jullie een tijdreis maken naar het jaar 79 n.C. Je kunt zelfs een afbeelding van de TARDIS op het bord zetten om de sfeer te versterken. Of als je echt creatief bent een grote afbeelding van de Tardis op de deur.
  • Speel de Dr Who-themesong af terwijl de leerlingen het lokaal binnenkomen of vlak voor je uitleg.
  • Er is een Dr Who-aflevering (The Fires of Pompeii, seizoen 4, aflevering 2) waarin de Doctor en Donna in Pompeï belanden vlak voor de uitbarsting. Je kunt een korte scène laten zien als sfeersetting voor de opdracht. En dan kijk je zelf later of van tevoren de hele aflevering, altijd leuk!

Maar ik zou het alleen doen als je ook echt Dr Who leuk vind, anders komt het niet helemaal tot z’n recht denk ik.

Heb je deze opdracht gebruikt in je geschiedenisles? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback, zodat we samen het lesmateriaal voor geschiedenis nog beter kunnen maken.

Wil je meer ideeën voor geschiedenis of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal voor geschiedenis en praktische opdrachten voor in de klas!

Leven in een landbouwsamenleving: een creatieve schrijfopdracht

Hoe zag het leven eruit in de tijd van de eerste boeren? Wat deden mensen de hele dag? Hoe kwamen ze aan eten en hoe woonden ze?

Met deze schrijfopdracht onderzoeken leerlingen het leven van iemand uit een landbouwsamenleving en beschrijven ze een dag uit hun leven.

Deze opdracht is ook goed te combineren met Nederlands als vakoverstijgende opdracht.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.


De opdracht: schrijf een dagboekfragment als boer tijdens de landbouwsamenleving

Leerlingen kruipen in de huid van een bewoner van een landbouwsamenleving en schrijven een kort dagboekfragment. Zo ontdekken ze hoe mensen vroeger leefden en hoe hun dagen eruitzagen.

Wat gaan ze doen?

  • Terug in de tijd – bedenken hoe hun leven eruit zou zien als boer.
  • Een dagboekfragment schrijven – een dag uit het leven van een boer beschrijven.
  • Uitwisselen en vergelijken – elkaars verhalen lezen en bespreken.
  • Klassikaal reflecteren – hoe verschilt het leven toen van nu?

Leerdoel: 
De leerling kan uitleggen wat een landbouwsamenleving is en hoe de mensen leefden in zo’n samenleving. 

Hoe werkt de opdracht?

Stap 1: Stel je voor
Leerlingen denken na over hoe hun leven eruit zou zien in een landbouwsamenleving.

  • Hoe zou je dag eruitzien? 
  • Wat zou je moeten doen om aan eten te komen? 
  • Waar zou je wonen? En hoe zou je huis eruitzien? 
  • Wat doen de andere mensen in je dorp?  

Stap 2: Schrijf een dagboekfragment
Ze schrijven een halve tot een hele A4-pagina over een dag in hun leven als boer.

Voorbeelden van vragen die ze kunnen beantwoorden:

  • Wat doe je als je wakker wordt?
  • Hoe ziet je werkdag eruit?
  • Wat eet je en hoe kom je eraan?
  • Wat doen de mensen om je heen?

🔹 Stap 3: Uitwisselen en vergelijken
Leerlingen wisselen dagboekfragmenten uit met elkaar en bespreken de overeenkomsten en verschillen.

🔹 Stap 4: Klassikale bespreking
De docent vraagt een paar leerlingen om hun dagboekfragment voor te lezen (bijvoorbeeld met beurtstokje of namenrad). Daarna volgt een kort gesprek over:

  • Hoe het leven in een landbouwsamenleving verschilde van nu.
  • Waarom mensen op het land werkten om te overleven.

Download het gratis werkblad met de opdracht

Interventies in de klas – tips

In elke les kan ongewenst of storend gedrag voorkomen. Het kan helpen om vooraf te bedenken welke interventies je kunt inzetten.

Hieronder vind je 10 interventies die je zou kunnen gebruiken:

  1. Stilte laten vallen
    Stop even met praten als een leerling door je uitleg heen praat. Noem daarna eventueel je verwachting: ‘Ik verwacht dat je stil bent als ik praat’.
  2. Naam noemen
    Rustig de naam van de leerling noemen. Eventueel combineren met herhalen van regel of verwachting uitspreken.
  3. Dichtbij gaan staan
    Alleen al jouw aanwezigheid bij een leerling kan voldoende zijn. Houd natuurlijk wel op een professionele manier afstand, kom niet letterlijk te dichtbij. Het gaat er meer om dat je bijvoorbeeld bij een tafel van een leerling staat.
  4. Oogcontact of gebaar maken
    Gebruik een blik of een kort handgebaar in plaats van woorden. Zelf knip ik wel met m’n vingers.
  5. Herhalen van de regel
    Kort en neutraal: ‘Als ik praat, ben jij stil.’  Je kunt ook de verwachting noemen: ‘Ik verwacht dat je … ‘
  6. Keuze geven
    ‘Je kunt nu meedoen of na schooltijd je werk inhalen.’ En wees dan ook consequent!
  7. Complimenten en positieve aandacht
    Benoem goed gedrag direct zodat anderen dit voorbeeld volgen.
  8. Humor inzetten
    Maak een klein grapje en gebruik humor, maar zonder iemand belachelijk te maken. Gebruik ook liever geen sarcasme, voor leerlingen is sarcasme niet altijd goed te begrijpen (bijvoorbeeld bij autisme).
  9. (Werk)tempo aanpassen
    Geef een kortere opdracht, extra uitleg of een korte time-out.
  10. Na de les apart nemen
    Bespreek rustig één-op-één wat er gebeurde en wat je verwacht. Als het eind van de les niet lukt omdat je gelijk daarna een andere klas hebt: probeer dan meteen een moment te plannen waarop je de leerling wel even kan spreken.

Bespreken

Welke interventie gebruik je zelf die hier niet tussenstaat? 

Kies 2 interventies die je komende week bewust gaat toepassen:

  • Interventie 1: 
  • Interventie 2:

Download de tips

Themabijeenkomst afsluiten van je les

Doel van de bijeenkomst: docenten leren hoe ze op een activerende manier de les kunnen afsluiten.

Tijdsduur: 50/60 minuten

Wat heb je nodig?

Agenda

Start

  • Begin met een korte starter.
  • Stel de vraag: hoe zag de afsluiting van je laatste les eruit? (Geen oordeel of mening geven)

Uitleg

Ontwerpen

  • Laat docenten nu een eigen activerende lesafsluiter (staart) bedenken voor een les komende periode.
  • Laat iedereen zijn of haar idee opschrijven (of in Padlet zetten of een gedeeld Word-document)

Uitwisseling

  • Laat iedereen kort zijn of haar idee toelichten.

Afsluiting

  • Maak een rondje en laat iedereen om de beurt deze zin afmaken:
    Door deze bijeenkomst ga ik komende week in mijn les …

Download agenda

Gamification gebruiken in de les

Er zijn natuurlijk veel verschillende digitale tools die je kunt gebruiken in de klas. Sommige tools zoals Blooket (lees hier mijn blog over Blooket) gebruiken game-elementen. Met gamification kun je je lessen interactiever maken en zo leerlingen actiever bij de les te betrekken. Ook zou je het kunnen inzetten om leerlingen te laten samenwerken. Maar ook zonder digitale tools kan je vormen van gamification inzetten in je lessen.

Ik laat in deze blog zien welke digitale tools je kunt inzetten als je gamification wil gebruiken in je les, maar ook hoe je dit offline zou kunnen doen zonder hulp van digitale tools.

Wat is gamification eigenlijk?

Gamification houdt in dat je elementen uit games, zoals behaalde punten, levels, challenges of beloningen integreert in je eigen les. Het doel daarbij is om leerlingen actief bij de lesstof te betrekken door leren op die manier interessanter en uitdagender te maken. Denk bijvoorbeeld aan het verdienen van badges of het behalen van een high score of het voltooien van een quest of missie.

Digitale tools met game-elementen in de klas

Ik schreef al eerder over Blooket, maar er zijn meer digitale tools waarmee je game-elementen kunt gebruiken in je lessen.

Hier zijn enkele digitale tools die je kunt gebruiken om gamification in je lessen te brengen:

  • Quizlet Blast: in Quizlet Blast is een educatieve game waarbij een leerling een ruimteschip bedient. Leerlingen moeten dan vanuit het ruimteschip schieten op het juiste antwoord. Degene die het eerst het juiste antwoord geeft, krijgt een punt. Je kunt zelf een Quizlet aanmaken met begrippen/woordjes en jaartallen. Blast speel je in principe in groepen tot 4 personen. (Voor de methode Geschiedeniswerkplaats en Plein M heb ik voor bijna alle hoofdstukken en paragrafen Quizlets gemaakt die je kunt gebruiken hiervoor. Aan de bovenkant in het menu kun je kiezen voor Geschiedenis – Geschiedeniswerkplaats en dan kiezen voor het leerjaar en hoofdstuk wat je wil)
  • Quizlet Live: dit is al een wat oudere functie van Quizlet, hier kan je begrippen/woordjes en jaartallen laten overhoren in de klas. Leerlingen loggen in met een code.
  • Gimkit: met Gimkit kan je ook educatieve games maken van lesstof. Je kunt bijvoorbeeld begrippen, jaartallen of woordjes overhoren op een leuke manier. Als je je aanmeldt, krijg je 14 dagen toegang tot de pro-versie. Daarna is de gratis versie wat beperkter. Maar je kunt het natuurlijk ook zo inplannen dat je in die gratis proefperiode een game met de je klas doet.

Tips voor het Gebruik van Gamification in de Klas

  • Focus op leerproces in plaats van beloning. Beloningen zoals badges, punten of privileges kunnen helpen bij de motivatie van leerlingen, maar probeer het wel eerlijk en passend te houden. Zorg dat de focus blijft liggen op het leerproces in plaats van alleen de beloning. Geef ook aan waarom je iets op een bepaalde manier doet.
  • Wissel af tussen competitie en samenwerking. Door af te wisselen houd je het afwisselend en betrek je leerlingen die minder van competitie houden.
  • Eindig met een reflectie. Pobeer als je klaar bent met de activiteit (game of iets anders) even de les kort na te bespreken. Wat viel op? Wat ging er goed? Welk stukje van de lesstof is nog lastig voor leerlingen?

Gamification gebruiken zonder digitale tools

Je kunt ook zonder digitale tools gebruiken maken van game-elementen in je lessen. Hier een paar voorbeelden:

  • Levels: probeer je lesstof in te delen in levels. Zo is de basisstof bijvoorbeeld level 1, de verdiepingsstof level 2 etc. De toets is dan uiteindelijk de eindbaas die leerlingen moeten verslaan (bij wijze van). Of deel je lesstof in levels in. Probeer creatief met je lesstof om te gaan.
  • Rewards/beloningen: geef voor bepaalde dingen punten en probeer op positieve dingen te richten . Bijvoorbeeld als leerlingen huiswerk gemaakt hebben of als ze hun spullen bij zich hebben. Bij een bepaald aantal punten volgt er dan een beloning. Dat kan van alles zijn: een traktatie, een pen, een sticker of een leuk filmpje de laatste vijf minuten laten zien bijvoorbeeld. Zorg er wel voor dat leerlingen punten krijgen voor iets dat voor iedereen te behalen valt.
  • Badge/certificaat: denk aan de gymbadges van Ash uit Pokémon. Stel je voor dat je iets hebt behaald: dan krijg je een speciale badge of certificaat. Probeer geen verschil te maken tussen leerlingen: in principe moet het voor iedereen mogelijk zijn om een bepaalde badge te behalen.
  • Escape Room: de bekende escape room zou je ook offline kunnen gebruiken zonder devices in de klas.