Reflecteren: Stop – Start – Doorgaan

Dit formulier kun je op veel momenten gebruiken, bijvoorbeeld aan het einde van een periode of vlak voor een schoolvakantie.

Zo werkt het

  • Stop: wat werkte minder goed en wil je anders doen?
  • Start: wat wil je komende periode proberen of oefenen?
  • Doorgaan: wat ging goed en wil je blijven doen?

Mentorklas

Laat leerlingen het formulier invullen aan het einde van een periode, of een bepaald project of vlak voor een vakantie. Je kunt het als leidraad gebruiken bij een mentorgesprek of gesprek met ouder(s) of verzorger(s).

Collega’s

Gebruik het formulier in een team- of sectiebijeenkomst. Of bijvoorbeeld bij een bijeenkomst met nieuwe docenten. Iedereen vult het dan eerst voor zichzelf in, daarna delen in tweetallen en vervolgens per tweetallen een leerpunt of inzicht delen.

Download hieronder het formulier.

Lesmateriaal LOB – interview

LOB voelt voor veel leerlingen als iets waar ze pas over na hoeven te denken als het écht moet. Dus bijvoorbeeld bij hun profielkeuze of als ze op stage gaan. Maar hoe eerder leerlingen een beeld krijgen van verschillende beroepen en wat wel of niet bij ze past, des te beter.

Opdracht LOB – interview

Daarom een opdracht die je vrij makkelijk in je LOB of mentorles kan toepassen: leerlingen interviewen iemand over zijn of haar beroep.

Het idee is simpel: leerlingen kiezen iemand uit hun omgeving – een ouder, buurvrouw, vriend of kennis – en stellen vragen over hun werk. Wat doet diegene precies? Hoe is hij of zij daar terechtgekomen? Wat vindt die persoon leuk (of juist niet) aan het werk?

Dit helpt leerlingen niet alleen om na te denken over hun eigen toekomst, maar ook om vaardigheden als vragen stellen en doorvragen te oefenen. Je zou deze opdracht zelfs samen met het vak Nederlands kunnen geven als vakoverstijgende opdracht. LOB. Voor veel leerlingen voelt het als iets waar ze pas over na hoeven te denken als het écht moet – bij hun profielkeuze of stage. Maar hoe eerder ze een beeld krijgen van verschillende beroepen, hoe beter.

LOB-opdracht: interview iemand over zijn of haar beroep

Waarom zou je deze opdracht in de klas met je leerlingen doen?

  • Praktisch: leerlingen kunnen iemand kiezen die ze al kennen, waardoor de drempel lager is.
  • Laagdrempelig: geen ellenlange verslagen, maar gewoon een paar concrete vragen en antwoorden.
  • Direct toepasbaar: ze krijgen realistische info over een beroep, uit eerste hand.

Download het werkblad

Om het makkelijk te maken, heb ik een werkblad gemaakt dat je zo kunt inzetten tijdens je mentorles en/of tijdens LOB. Hierop staan voorbeeldvragen en een opdracht volgens stappenplan.

Je kunt dit werkblad als huiswerk meegeven of in de les laten voorbereiden. Laat leerlingen hun antwoorden kort presenteren of bespreken in kleine groepjes. Zo leren ze ook van elkaar!

Waarom deze opdracht?

LOB wordt vaak gezien als iets vaags of iets voor later. Maar als leerlingen zelf een gesprek voeren met iemand die dagelijks met beide benen in een bepaald beroep staat, wordt het ineens concreet.

Heb je deze opdracht toegepast in je les? Laat het weten in de reacties of stuur me een bericht.

Mentorles: schrijf een brief aan je toekomstige zelf

Hoe zorg je ervoor dat leerlingen echt nadenken over hun toekomst zonder dat het voelt als een zware opdracht?

Een simpele maar mooie manier is leerlingen een brief aan hun toekomstige zelf te laten schrijven. Hierbij schrijven ze op wat ze belangrijk vinden, waar ze over nadenken en wat ze hopen te bereiken. Een opdracht die niet alleen inzicht geeft, maar ook mooie gesprekken kan opleveren. Onderaan deze blog kan je de lesbrief downloaden.

Stel je voor: een leerling leest deze brief terug na een tijdje (of zelfs na een paar jaar) en ziet welke ontwikkeling hij heeft doorgemaakt. Dat is pas een waardevol moment!

De opdracht: schrijf een brief aan jezelf in de toekomst

Leerlingen schrijven een brief aan hun toekomstige ik. Daarin beschrijven ze hoe hun leven er nu uitziet en wat ze hopen te bereiken in de toekomst.

Stap 1: Aanhef
Leerlingen beginnen de brief met een persoonlijke aanhef, bijvoorbeeld:
“Beste toekomstige ik,”

Stap 2: Inhoud van de brief
Leerlingen schrijven over:

  • Hun leven nu: school, vrienden, hobby’s, leuke dingen én uitdagingen.
  • Wat ze nu belangrijk vinden en waar ze zich een beetje zorgen over maken.
  • Wat ze hopen te bereiken in de toekomst: dromen, doelen en verwachtingen.
  • Welk werk ze denken te doen als ze ouder zijn.
  • Een boodschap of advies aan hun toekomstige zelf.

Stap 3: Afsluiting
Ze sluiten de brief af met een wens of boodschap aan hun toekomstige ik. Afsluiting (10 minuten)

Klassikale afsluiting

Vraag klassikaal wat de leerlingen verwachten van de brief als ze dit over twintig jaar zouden lezen. Laat ze kort in stilte hier zelf over nadenken, daarna kort uitwisselen met andere leerling en daarna enkele leerlingen vragen naar wat zij besproken
hebben.

Minimale lengte van de brief: 150 woorden


Lesplanning

  • Introductie (5 min) – Leg uit wat de bedoeling is.
  • Schrijven (35 min) – In stilte schrijven. Loop rond en help waar nodig.
  • Afsluiting (10 min) – Laat leerlingen nadenken over hoe het zou zijn om deze brief later terug te lezen.

Geef de brief later terug, bijvoorbeeld aan het einde van het schooljaar of als ze hun diploma halen.

Download de gratis lesbrief

Tip

  • Bewaar de brieven en geef ze bijvoorbeeld mee als de leerling van school gaat na het examenjaar.
  • Of geef de brief mee aan het eind van het schooljaar of aan een ouder/verzorger
    tijdens een eindgesprek.

Mentorles: Kennismaken moodboard ‘Dit ben ik’

De start van het schooljaar draait in het begin om kennismaken. Nieuwe klas, nieuwe gezichten etc.

Een moodboard ‘Dit ben ik’ is een laagdrempelige en creatieve manier om elkaar beter te leren kennen. Leerlingen laten met afbeeldingen, woorden en kleuren zien wie ze zijn, wat hen bezighoudt en wat ze belangrijk vinden.

Het is een leuk idee om als mentor ook zelf een moodboard te maken waarin je laat zien wie je zelf bent. Dit is een mooie manier om de opdracht in te leiden.

Een leuke manier om deze opdracht in te leiden, is door als mentor zelf ook een moodboard te maken en dit aan de klas te laten zien.

Onderaan deze blog staat een uitbreide lesbrief van deze opdracht die je kunt downloaden.


De opdracht: maak een moodboard over jezelf

Leerlingen maken een collage waarin ze laten zien wie ze zijn. Dit kan op papier of digitaal. Ze gebruiken:

  • Afbeeldingen uit tijdschriften of kranten.
  • Woorden, quotes of korte zinnen.
  • Zelfgetekende elementen.
  • Of eventueel digitale tools zoals Canva.

Om het makkelijker te maken, laat je leerlingen eerst een paar vragen beantwoorden. Op die manier bereid je het maken van het moodboard voor.

Stel bijvoorbeeld vragen zoals:

  • Wat zijn je hobby’s? 
  • Wat is je favoriete plek of reisbestemming? Of waar zou je ooit nog eens naar toe willen? 
  • Ben je fan van een bepaalde serie, game of celebrity? 
  • Wat voor muziek luister je? 
  • Wat is je favoriete kleur? 
  • Wat voor soort eten vind je lekker?  

Door deze vragen eerst te beantwoorden, krijgen leerlingen ideeën voor hun moodboard.

Hoe pak je deze les aan?

Stap 1: Introductie (5 min)

  • Leg uit wat een moodboard is en laat voorbeelden zien.
  • Optioneel: laat je eigen moodboard zien en vertel over jezelf.

Stap 2: Voorbereiden (5 min)

  • Laat leerlingen nadenken over de bovenstaande vragen.

Stap 3: Moodboard maken (35 min)

  • Papier: Laat leerlingen plaatjes zoeken, knippen, plakken en versieren.
  • Digitaal: Laat leerlingen werken in Canva, Google Slides of PowerPoint.
  • Combinatie: Online plaatjes verzamelen, printen en verwerken in hun collage.

Stap 4: Moodboards uitwisselen (10 min)

  • Laat leerlingen in tweetallen hun moodboard presenteren.
  • Optioneel: wissel meerdere keren van partner als er tijd is.

Stap 5: Gezamenlijke afsluiting (5 min)

  • Vraag of leerlingen overeenkomsten hebben ontdekt.
  • Laat enkele leerlingen hun moodboard delen in de klas (vrijwillig). “Wil iemand zijn of haar moodboard laten zien voor de klas?” (Het is iets persoonlijks, leg er geen dwang op als een leerling het niet wil) 

Onderaan deze blog vind je een uitgebreide lesbrief over deze opdracht.


Variaties op de opdracht

  • Moodboard in groepjes: In plaats van individueel werken, kunnen kleine groepjes een gezamenlijke collage maken. ‘Dit zijn wij’
  • Moodboard rond een thema: Denk aan dromen voor de toekomst, ideale baan of wat hen gelukkig maakt. Koppel het bijvoorbeeld met LOB.
  • Moodboard als kennismakingsgesprek: Laat leerlingen hun moodboard inleveren en gebruik het later als startpunt voor een individueel mentorengesprek.

Download de gratis lesbrief moodboard maken ‘dit ben ik’

Leren voor een toets: flashcards gebruiken

Veel leerlingen vinden het lastig om te leren voor een toets. Soms lezen ze de stof alleen een paar keer door of proberen ze een samenvatting te maken van de lesstof. Vaak blijft de stof dan niet goed hangen.

Flashcards kunnen een effectieve manier zijn om te leren voor een toets, omdat leerlingen hierdoor actief met de stof bezig zijn. Dit helpt hen om de informatie langer te onthouden.

Ouders willen soms ook thuis ondersteunen bij het leren voor een toets. Er zijn veel dure programma’s beschikbaar waarmee leerlingen de leerstof kunnen oefenen, maar deze sluiten lang niet altijd aan bij de toetsen op school.

Flashcards zijn daarentegen een eenvoudige en goedkope manier om thuis te oefenen met het leren van lesstof. Ze helpen leerlingen om de belangrijkste begrippen en informatie op een gestructureerde manier te herhalen.

In dit artikel laat ik zien hoe je flashcards effectief kunt gebruiken met het Leitner-systeem bij de voorbereiding op een toets.

Wat zijn flashcards?

Flashcards zijn kleine kaartjes waarmee je jezelf kunt overhoren. Op de voorkant schrijf je een vraag of een begrip, en op de achterkant het antwoord.

Zo kun je steeds opnieuw proberen om het antwoord te geven. Flashcards helpen je om actief na te denken over de stof.

Waarom werken flashcards bij het leren?

Flashcards werken beter dan alleen lezen, omdat je actief met de stof bezig bent. Dit helpt je brein om de informatie langer te onthouden.

Een handige manier om te leren met flashcards is het Leitner-systeem. Dit betekent dat je de kaarten die je moeilijk vindt vaker herhaalt en de makkelijke minder vaak. Zo oefen je slim en besteed je meer tijd aan wat je nog lastig vindt.

Hoe gebruik je flashcards?

Je kunt flashcards op verschillende manieren gebruiken. Hier zijn een paar handige manieren:

  • Zelf overhoren – Pak een kaartje, lees de vraag en probeer het antwoord te bedenken. Kijk daarna of je het goed had.
  • Sorteren op moeilijkheid – Leg de kaartjes in drie stapels: makkelijk, gemiddeld en moeilijk. Oefen de moeilijke kaartjes vaker.
  • Digitaal met Quizlet – met Quizlet kan je heel makkelijk zelf flashcards maken. Je kunt dan digitaal oefenen.
  • Leitner-systeem – Door je kaarten in verschillende stapels/doosjes te verdelen, oefen je de moeilijke vragen vaker en de makkelijke minder vaak. Dit bespaart tijd en helpt je om de stof beter te onthouden.

Hoe gebruik je flashcards met het Leitner-systeem?

Wat heb je nodig?

  • Flashcards (zelfgemaakte kaartjes of kant-en-klare setjes. Je kunt bij de Hema of ergens anders online ook kant-en-klare kaartjes kopen)
  • Drie bakjes, enveloppen, van die plastic bakjes van de Action om restjes in te bewaren of elastiekjes om de kaarten te verdelen. (Je kunt het zo leuk maken als je zelf wil. Als je drie doosjes maakt, zou je ze ook kunnen versieren met cadeaupapier bijvoorbeeld. De bakjes van de Action zijn ook heel handig)
  • Een planning om te weten wanneer je welke stapel oefent.

Stap 1 – Maak je flashcards

  • Schrijf op de voorkant een vraag of begrip.
  • Schrijf op de achterkant het antwoord.
  • Gebruik kleuren of tekeningen als dit helpt bij het onthouden.

Stap 2 – De kaarten verdelen in drie boxen

Aan het begin zitten alle kaarten in Box 1. Als je een kaart goed beantwoordt, schuift deze naar de volgende box. Heb je een vraag fout? Dan gaat de kaart terug naar Box 1.

BoxWanneer oefenen?Wat gebeurt er met de kaarten?
Box 1Elke dagFout = blijft in Box 1. Goed = naar Box 2.
Box 2Om de dagFout = terug naar Box 1. Goed = naar Box 3.
Box 3Eén keer per weekFout = terug naar Box 1. Goed = blijft hier.

Sommige mensen kiezen voor andere tussenpozen, zoals om de drie of vijf dagen, maar het principe blijft hetzelfde. Probeer uit wat voor jou werkt.

Stap 3 – Begin met leren

  1. Pak de kaarten uit Box 1 en beantwoord de vragen.
    • Goed antwoord? → De kaart gaat naar Box 2.
    • Fout antwoord? → De kaart blijft in Box 1.
  2. De volgende dag pak je opnieuw Box 1 en oefen je de kaarten.
    • Daarnaast oefen je Box 2 als het een oefendag is.
  3. Als je een kaart uit Box 2 goed hebt, schuift die door naar Box 3.
    • Kaarten uit Box 3 oefen je maar één keer per week.
  4. Fout bij een kaart uit Box 2 of 3?
    • De kaart gaat terug naar Box 1 zodat je die weer vaker oefent.

Stap 4 – oefenen

  • Oefen elke dag een paar kaarten.
  • Let goed op de kaarten die je moeilijk vindt.
  • Plan een vast moment in om te oefenen. (bijvoorbeeld na het avondeten)
  • Gebruik een timer (bijvoorbeeld 10-15 minuten per dag).

Waarom is dit handig?

  • Minder stress: je leert gespreid in plaats van alles op het laatste moment.
  • Efficiënter leren: je oefent de lastige stof vaker en bespaart tijd op wat je al kent.
  • Langere onthoudtijd: je herhaalt op het juiste moment, waardoor je de stof beter onthoudt.

Probeer het eens uit en ontdek wat voor jou werkt.

Download gratis werkblad voor leerlingen

Beter leren: gebruik de Pomodoro-techniek

Veel leerlingen stellen leerwerk uit, raken afgeleid of zitten urenlang aan hun bureau zonder echt effectief te werken. De Pomodoro-techniek helpt om leren overzichtelijker te maken en voorkomt dat leerlingen zonder structuur aan de slag gaan.

Met deze methode werk je in korte, gefocuste blokken van 25 minuten en neem je daarna een pauze. Dit voorkomt uitstelgedrag, helpt je brein om beter te onthouden en zorgt ervoor dat je minder snel afgeleid raakt.

In deze blog leg ik uit hoe de Pomodoro-techniek werkt en deel ik een gratis werkblad waarmee je dit direct kunt toepassen in je les of thuis.

Wat is de Pomodoro-techniek?

De Pomodoro-techniek is een handige manier om taken aan te pakken zonder dat je hoofd overloopt. Het werkt heel simpel:

  1. Kies een taak die je wilt doen (bijvoorbeeld huiswerk of leren voor een toets).
  2. Zet een timer op 25 minuten en werk gefocust aan je taak.
  3. Wanneer de timer afgaat, neem je een pauze van 5 minuten (even bewegen, iets drinken of ontspannen).
  4. Herhaal dit vier keer en neem dan een langere pauze van 15 tot 30 minuten.

Met deze techniek werk je in korte, gefocuste blokken, waardoor je minder snel afgeleid raakt en niet helemaal uitgeput raakt aan het einde.


De opdracht: leerlingen laten ervaren hoe de Pomodoro-techniek werkt

Stap 1: Wat denk jij?
Laat leerlingen eerst nadenken over deze techniek. Hoe kan dit helpen? Wanneer zou je dit kunnen gebruiken? Wat zou je kunnen afleiden? Dit helpt hen bewust te worden van hun leergewoontes.

Stap 2: Probeer het uit
Laat leerlingen een schooltaak kiezen en twee Pomodoro-rondes doen. Na elke sessie reflecteren ze:

  • Lukte het om geconcentreerd te werken?
  • Heb je meer gedaan dan normaal?
  • Zou je dit vaker willen proberen?

Stap 3: Maak een leerplan
In het werkblad maken leerlingen hun eigen studieplanning op basis van de Pomodoro-techniek. Ze verdelen hun leerwerk in blokken van 25 minuten met geplande pauzes.

Deze opdracht is niet alleen handig voor leerlingen, maar ook voor ouders die hun kind willen helpen met leren.

Download gratis het werkblad Pomodoro-techniek

Werkt de Pomodoro-techniek goed voor jou of je leerlingen? Laat het weten in de reacties of stuur me een bericht.

Mentorles: quiz over schoolregels

Hoe zorg je ervoor dat leerlingen de schoolregels goed kennen zonder dat het een saaie opsomming wordt? Met een quiz maak je het leerzaam én interactief!

In deze mentorles testen leerlingen hun kennis van de schoolregels in een quiz. Door de antwoorden samen te bespreken, vertel je niet alleen wat de regels zijn, maar ook bijvoorbeeld waarom ze belangrijk zijn.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.


De opdracht: een quiz over de schoolregels

Als mentor stel je eerst een quiz samen met 10 tot 15 vragen over de schoolregels. Denk aan vragen zoals:
✔ Wat moet je doen als je te laat bent?
✔ Mag je je laptop gebruiken in de les?
✔ Wat gebeurt er als je spijbelt?
✔ Hoe meld je je ziek?


Hoe zet je deze les in je klas in?

Stap 1: Kies de quizvorm
Je kunt de quiz op verschillende manieren uitvoeren:

  • Digitaal → via Kahoot, Quizizz, LessonUp of bijvoorbeeld Socrative.
  • Op papier → een werkblad met vragen die leerlingen individueel of in duo’s invullen.
  • PowerPoint → vragen klassikaal tonen, antwoorden opschrijven.

Stap 2: Introductie (5 minuten)
Leg uit waarom jullie de quiz doen. Probeer het een beetje luchtig en positief te houden, zodat het geen suffe les over regels wordt.

Stap 3: De quiz spelen (20-25 minuten)
Laat de leerlingen individueel of in teams de vragen beantwoorden. Maak er eventueel een wedstrijdje van met een kleine beloning.

Stap 4: Bespreek de antwoorden (15 minuten)
Ga kort in op de vragen die veel fout gingen en stel verdiepende vragen zoals:

  • Waarom denk je dat deze regel er is?
  • Wat zou er gebeuren als deze regel niet bestond?

Stap 5: Afsluiting (5 minuten)
Laat leerlingen kort reflecteren op de quiz. Dit kan bijvoorbeeld klassikaal, met post-its of wisbordjes.

Voorbeeldvragen:

  • Welke regels waren verrassend of zijn nog onduidelijk?
  • Wat heb je geleerd over de schoolregels?

Tip: laat leerlingen zelf ook een paar quizvragen bedenken.

Wil je deze opdracht inzetten in je mentorles? Download het werkblad gratis en probeer het uit!