In de 17e eeuw werden veel ontdekkingen gedaan, mensen gingen op een andere manier naar de wereld kijken. Deze periode noemen we de Wetenschappelijke Revolutie, mensen probeerden er achter te komen waarom dingen op een bepaalde manier gebeuren.
Wetenschappers
Tegenwoordig sponsort de regering geregeld wetenschappelijk onderzoek. Maar aan het eind van de 16e eeuw / begin van de 17e eeuw was men helemaal niet zo blij met die wetenschappers. Zo werden er mensen ter dood veroordeeld of gemarteld omdat ideeën in strijd zouden zijn met de katholieke kerk (zie ook het artikel de Reformatie).
Oorzaken
Eén van de oorzaken van de wetenschappelijke revolutie is dat de mens door de ontdekkingsreizen veel meer van de wereld zag. Er werden nieuwe werelddelen ontdekt, met andere volken en kennis. Hoe de mens over de wereld dacht moest wel veranderen.
Ook de toenemende welvaart was belangrijk voor het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie. Geleerden werkten ook samen, zij gingen verder met onderzoek dat al eerder gedaan was.
Ontdekkingen
Isaac Newton ontdekte bijvoorbeeld de zwaartekracht. En door het onderzoek van Andreas Vesalius konden veel meer mensen genezen worden. Hij deed onderzoek naar het anatomisch ontleden van het menselijk lichaam. Hier schreef Vesalius een boek over, een van de eerste complete boeken in dit genre.

René Descartes, 31 maart 1596 – 11 februari 1650. Een Franse filosoof, bekend van: ‘Ik denk, dus ik besta’.
Kenmerken
Kenmerken van het onderzoeken tijdens de Wetenschappelijke Revolutie:
- Observeren: zelf waarnemen.
- Experimenteren: zelf doen, uitproberen.
- Redeneren: zelf nadenken, zelf conclusies trekken na onderzoek.
De periode in de 18e eeuw die op de wetenschappelijke revolutie volgde, is de Verlichting. (zie ook het artikel: ‘De Verlichting’.)