De winters in Nederland kunnen akelig koud zijn. Ook kunnen we te maken krijgen met sneeuw en ijzel, wat er voor zorgt dat onze wegen glad worden. Met al het ongemak dat daar bij hoort..
Tijdens de laatste ijstijd was het leven in Nederland heel anders. Het was er zo koud dat er bijna niets kon groeien. De Noordzee stond voor een groot gedeelte droog, je zou in principe van Nederland naar Engeland kunnen lopen. Hier leefden verschillende dieren zoals mammoeten en oerossen. Deze dieren zijn nu uitgestorven, maar nog steeds zijn er in de Noordzee resten te vinden. Daardoor weten wij meer hoe het leven toen was.
Tentoonstelling
Van 27 november 2014 tot 1 maart 2015 is de tentoonstelling ‘Giants of the Ice Age’ te zien in Amsterdam Expo. In deze rondreizende tentoonstelling staat de ijstijd centraal. In dit artikel geef ik een kleine sfeerimpressie. Mocht je in de buurt zijn, dan zou ik aanraden om een kijkje te gaan nemen. Docenten kunnen trouwens een gratis toegangsbewijs bemachtigen! 🙂
Grotschilderingen
In de tentoonstelling is een replica te zien van een grotschildering. Deze schilderingen werden gemaakt door een vroege versie van de moderne mens, de Homo Sapiens.
Zoals te zien is op de afbeelding, werden er vooral dieren zoals paarden en bizons afgebeeld. Ook lichaamsdelen van mensen werden vaak geschilderd. Mensen werden bijna nooit volledig afgebeeld. Het is opvallend dat er geen landschapselementen te zien zijn op de schilderingen.
Hoe werden de grotschilderingen gemaakt?
Als verf werden kleurpigmenten uit de natuur gebruikt, vermengd met water. Vandaar de bruinige en roodachtig kleuren. Ook leem werd gebruikt als verf.
Als schilderattributen werd gebruik gemaakt van kleine takjes, stukken mos, plukjes vacht en natuurlijk de handen. Ook werd er een speciale spuittechniek toegepast. Het verfmengsel werd hierbij in de mond genomen en daarna door een hol takje of pijpje van bot gespuwd.
Jagers en verzamelaars
De Neanderthalers leefden als jagers en verzamelaars (Zie ook het artikel ‘De eerste boeren‘.) Ze hadden geen vaste woonplaats en leefden als nomaden. Er werd gebruik gemaakt van de voedselbronnen die in de omgeving te vinden waren. Als deze voedselbronnen op waren, trokken zij rond op zoek naar een andere locatie.
De jacht was een belangrijke bron van voedsel. Zo werd er gejaagd op de grottenbeer. Die, net als de mens, de grotten als verblijfplaats gebruikte. Niet alleen het vlees van de beer werd gebruikt. Ook de vacht, pezen en botten werden gebruikt.
De vacht werd gebruikt om kleding van te maken. De pezen en botten voor wapens of gereedschap.
Sabeltandtijger
In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, was de sabeltandtijger geen tijger maar een katachtige. Ze staan vooral bekend om de gigantische hoektanden. Kijk maar eens naar onderstaande afbeelding. Met deze tanden kon hij in één klap de luchtpijp en een slagader doorboren.
De sabeltandtijger is uitgestorven, waarschijnlijk door de (extreme) klimaatveranderingen die voorkwamen tijdens de verschillende ijstijden. Door het smelten van de gletsjers steeg de zeespiegel, daardoor werd het leefgebied kleiner en was er niet meer genoeg voedsel voor iedereen.
De mammoet
Ook de mammoet is op deze manier uitgestorven. In Nederland zijn veel resten gevonden van mammoeten. Zelfs nu worden er nog vaak fossielen opgevist uit de Noordzee. Voorheen was de zeespiegel veel lager en was het mogelijk om van Nederland naar Engeland te lopen.
Een mammoet had 4 grote kiezen en kon in zijn leven 6 keer wisselen. Dat was ook wel nodig, want door zijn manier van eten versleten de kiezen erg snel. Als een mammoet voor de laatste keer gewisseld had, zat zijn leven er bijna op. Hij zou dan uiteindelijk sterven van de honger.
De slagtanden konden wel 4 meter lang worden!

Een replica van één van de best bewaarde mammoetbaby’s, Lyuba. (Lees hier meer over Lyuba) Foto: M. Zijm

Niet volledig skelet van een mammoet. De botten zijn wel allemaal van dezelfde mammoet afkomstig. Foto: M. Zijm