Mentorles: hoe ga je het gesprek aan over social media?

Sociale media zijn niet meer weg te denken uit het leven van jongeren. Maar hoe ga je als mentor met je leerlingen het gesprek aan over social media zonder dat ze meteen afhaken of dat het belerend overkomt? In deze blog krijg je tips en werkvormen om het gesprek bijvoorbeeld tijdens een mentorles op gang te brengen.

Waarom is dit gesprek belangrijk?

Jongeren leven voor een gedeelte online (niet iedereen natuurlijk, maar een groot deel wel). Ze delen, liken, swipen en scrollen wat af. Maar dat heeft ook impact op hun zelfbeeld, concentratie en sociale vaardigheden. Als mentor heb je de kans om dit bespreekbaar te maken en leerlingen bewust te laten nadenken over hun eigen gebruik van sociale media. Dit sluit aan bij de pijlers van digitale geletterdheid zoals gedefinieerd door het SLO:

  • Informatievaardigheden – Hoe herkennen leerlingen nepnieuws en betrouwbare bronnen?
  • Mediawijsheid – Hoe gaan ze bewust om met hun online identiteit en privacy?
  • ICT-basisvaardigheden – Hoe gebruiken ze digitale middelen op een verantwoorde manier?
  • Computational thinking – Hoe doorzien ze bijvoorbeeld de algoritmes achter hun tijdlijn?

Hoe creëer je een veilige sfeer?

Het bespreken van sociale media kan gevoelig liggen. Vooral als het gaat over onderwerpen als online pesten, druk om altijd bereikbaar te zijn of negatieve reacties. Hier zijn een paar tips om een veilige sfeer te waarborgen:

  • Maak duidelijke afspraken – Bespreek met je klas dat iedereen respectvol met elkaars ervaringen omgaat.
  • Gebruik anonieme werkvormen – Bijvoorbeeld een vragenbox waarin leerlingen hun ervaringen kunnen delen zonder dat hun naam genoemd wordt.
  • Wees open en oordeel niet – Laat leerlingen vrij praten zonder een mening of oordeel te geven. Geef ook niet meteen een oplossing.
  • Laat ruimte voor emoties – Sommige onderwerpen kunnen iemand persoonlijk raken, dus zorg dat er tijd is om hierover te praten.
  • Geef leerlingen de optie om na de les met je te praten als ze ergens mee zitten. Of geef aan wanneer ze met je kunnen praten, of dat ze je een e-mail bijvoorbeeld sturen.

Hoe begin je?

Zorg ervoor dat je niet te belerend bent naar de leerlingen toe. Wees nieuwsgierig en laat hen aan het woord. Een paar startvragen:

  • Welke apps gebruik jij het meest en waarom?
  • Wat is het leukste en het vervelendste aan social media?
  • Heb je weleens iets meegemaakt online dat je vervelend vond?
  • Hoe weet je of iets dat je online ziet betrouwbaar is?

Een paar korte activerende werkvormen

Wil je het gesprek wat interactiever maken? Probeer dan een van deze werkvormen:

  • Stellingenrondje – Laat leerlingen reageren op stellingen zoals ‘Zonder social media zou mijn leven leuker zijn’ of ‘Ik voel me soms verplicht om direct te reageren op berichten’. Kan bijvoorbeeld met digitale tool zoals Mentimeter of LessonUp. Laat leerlingen anoniem reageren.
  • Schermtijd – Laat leerlingen hun gemiddelde schermtijd opschrijven en raden hoe dit zich verhoudt tot het gemiddelde in de klas. Het is handig om dit bijvoorbeeld met Mentimeter te doen.
  • Storytime – Laat leerlingen (anoniem) een positieve en een negatieve socialmedia-ervaring opschrijven. Kies er dan enkele uit om in de klas te bespreken.
  • Fake news check – Geef leerlingen een paar voorbeelden van nieuwsberichten en laat ze onderzoeken welke betrouwbaar zijn en waarom. Dit sluit ook aan bij digitale geletterdheid.

Lesmateriaal

Afronden met een mini-opdracht

Sluit het gesprek af met een kleine opdracht. Laat leerlingen iets doen voor een week, zoals:

  • Een dag zonder sociale media.
  • Alleen positieve reacties plaatsen.
  • Schermtijd beperken met een timer.
  • Bewust kijken naar wat nep of echt is online.

Bespreek na een week wat ze hebben geleerd.

Waar kunnen docenten terecht voor meer informatie?

Wil je als docent meer weten over hoe je sociale media en digitale geletterdheid bespreekbaar maakt? Dan kun je terecht bij:

  • Netwerk Mediawijsheid– Het netwerk voor mediawijsheid in Nederland met veel tools en lesmaterialen.
  • Bureau Jeugd & Media – Specialistische trainingen en advies over sociale media en jongeren.
  • SLO (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) – Richtlijnen en onderwijsmaterialen over digitale geletterdheid.

Tot slot

Als mentor hoef je geen socialmedia-expert te zijn. Het belangrijkste is dat je leerlingen de ruimte geeft om hun ervaringen te delen en ze laat nadenken over hun eigen gedrag online. zorg ervoor dat je geen oordelen geeft of meteen met oplossing komt. Door open en nieuwsgierig te zijn, kun je écht het gesprek aangaan.

Wil je aan de slag? Download dan het gratis werkblad ‘In gesprek over social media’ om een start te maken in je klas.

Negatieve kanten van social media

negatief

Steeds meer jongeren zijn de hele dag online. Zij willen de hele dag op de hoogte blijven van de nieuwtjes die zich in hun omgeving afspelen. Stel je voor dat je wat mist. Dag en nacht bereikbaar voor al je vrienden, familie en kennissen. Dat klinkt als een droom die uitkomt. Of toch niet?

In het vorige artikel beschreef ik hoe je social media kunt inzetten op school. Natuurlijk zijn er niet alleen maar positieve kanten. In dit artikel belicht ik de negatieve kanten.

Doorgaan met het lezen van “Negatieve kanten van social media”

Pinterest gebruiken in de klas

pinterest

Pinterest is een digitaal prikbord waarbij je afbeeldingen of andere zaken die je tegen komt op internet kunt prikken, oftewel ‘pinnen’. Je kunt zo verschillende prikborden maken en deze delen met andere mensen. Het wordt over de hele wereld gebruikt. Miljoenen mensen maken zogenaamde pinboards aan en zetten hier zaken die op zij leuk of interessant vinden.

Je kunt Pinterest gebruiken voor persoonlijk vermaak en pinboards maken met je favoriete plaatjes. Maar je kunt het natuurlijk ook gebruiken in de klas. Hoe kun je Pinterest gebruiken in de klas? Doorgaan met het lezen van “Pinterest gebruiken in de klas”