Mentorles: Kennismaken moodboard ‘Dit ben ik’

De start van het schooljaar draait in het begin om kennismaken. Nieuwe klas, nieuwe gezichten etc.

Een moodboard ‘Dit ben ik’ is een laagdrempelige en creatieve manier om elkaar beter te leren kennen. Leerlingen laten met afbeeldingen, woorden en kleuren zien wie ze zijn, wat hen bezighoudt en wat ze belangrijk vinden.

Het is een leuk idee om als mentor ook zelf een moodboard te maken waarin je laat zien wie je zelf bent. Dit is een mooie manier om de opdracht in te leiden.

Een leuke manier om deze opdracht in te leiden, is door als mentor zelf ook een moodboard te maken en dit aan de klas te laten zien.

Onderaan deze blog staat een uitbreide lesbrief van deze opdracht die je kunt downloaden.


De opdracht: maak een moodboard over jezelf

Leerlingen maken een collage waarin ze laten zien wie ze zijn. Dit kan op papier of digitaal. Ze gebruiken:

  • Afbeeldingen uit tijdschriften of kranten.
  • Woorden, quotes of korte zinnen.
  • Zelfgetekende elementen.
  • Of eventueel digitale tools zoals Canva.

Om het makkelijker te maken, laat je leerlingen eerst een paar vragen beantwoorden. Op die manier bereid je het maken van het moodboard voor.

Stel bijvoorbeeld vragen zoals:

  • Wat zijn je hobby’s? 
  • Wat is je favoriete plek of reisbestemming? Of waar zou je ooit nog eens naar toe willen? 
  • Ben je fan van een bepaalde serie, game of celebrity? 
  • Wat voor muziek luister je? 
  • Wat is je favoriete kleur? 
  • Wat voor soort eten vind je lekker?  

Door deze vragen eerst te beantwoorden, krijgen leerlingen ideeën voor hun moodboard.

Hoe pak je deze les aan?

Stap 1: Introductie (5 min)

  • Leg uit wat een moodboard is en laat voorbeelden zien.
  • Optioneel: laat je eigen moodboard zien en vertel over jezelf.

Stap 2: Voorbereiden (5 min)

  • Laat leerlingen nadenken over de bovenstaande vragen.

Stap 3: Moodboard maken (35 min)

  • Papier: Laat leerlingen plaatjes zoeken, knippen, plakken en versieren.
  • Digitaal: Laat leerlingen werken in Canva, Google Slides of PowerPoint.
  • Combinatie: Online plaatjes verzamelen, printen en verwerken in hun collage.

Stap 4: Moodboards uitwisselen (10 min)

  • Laat leerlingen in tweetallen hun moodboard presenteren.
  • Optioneel: wissel meerdere keren van partner als er tijd is.

Stap 5: Gezamenlijke afsluiting (5 min)

  • Vraag of leerlingen overeenkomsten hebben ontdekt.
  • Laat enkele leerlingen hun moodboard delen in de klas (vrijwillig). “Wil iemand zijn of haar moodboard laten zien voor de klas?” (Het is iets persoonlijks, leg er geen dwang op als een leerling het niet wil) 

Onderaan deze blog vind je een uitgebreide lesbrief over deze opdracht.


Variaties op de opdracht

  • Moodboard in groepjes: In plaats van individueel werken, kunnen kleine groepjes een gezamenlijke collage maken. ‘Dit zijn wij’
  • Moodboard rond een thema: Denk aan dromen voor de toekomst, ideale baan of wat hen gelukkig maakt. Koppel het bijvoorbeeld met LOB.
  • Moodboard als kennismakingsgesprek: Laat leerlingen hun moodboard inleveren en gebruik het later als startpunt voor een individueel mentorengesprek.

Download de gratis lesbrief moodboard maken ‘dit ben ik’

Leren voor een toets: flashcards gebruiken

Veel leerlingen vinden het lastig om te leren voor een toets. Soms lezen ze de stof alleen een paar keer door of proberen ze een samenvatting te maken van de lesstof. Vaak blijft de stof dan niet goed hangen.

Flashcards kunnen een effectieve manier zijn om te leren voor een toets, omdat leerlingen hierdoor actief met de stof bezig zijn. Dit helpt hen om de informatie langer te onthouden.

Ouders willen soms ook thuis ondersteunen bij het leren voor een toets. Er zijn veel dure programma’s beschikbaar waarmee leerlingen de leerstof kunnen oefenen, maar deze sluiten lang niet altijd aan bij de toetsen op school.

Flashcards zijn daarentegen een eenvoudige en goedkope manier om thuis te oefenen met het leren van lesstof. Ze helpen leerlingen om de belangrijkste begrippen en informatie op een gestructureerde manier te herhalen.

In dit artikel laat ik zien hoe je flashcards effectief kunt gebruiken met het Leitner-systeem bij de voorbereiding op een toets.

Wat zijn flashcards?

Flashcards zijn kleine kaartjes waarmee je jezelf kunt overhoren. Op de voorkant schrijf je een vraag of een begrip, en op de achterkant het antwoord.

Zo kun je steeds opnieuw proberen om het antwoord te geven. Flashcards helpen je om actief na te denken over de stof.

Waarom werken flashcards bij het leren?

Flashcards werken beter dan alleen lezen, omdat je actief met de stof bezig bent. Dit helpt je brein om de informatie langer te onthouden.

Een handige manier om te leren met flashcards is het Leitner-systeem. Dit betekent dat je de kaarten die je moeilijk vindt vaker herhaalt en de makkelijke minder vaak. Zo oefen je slim en besteed je meer tijd aan wat je nog lastig vindt.

Hoe gebruik je flashcards?

Je kunt flashcards op verschillende manieren gebruiken. Hier zijn een paar handige manieren:

  • Zelf overhoren – Pak een kaartje, lees de vraag en probeer het antwoord te bedenken. Kijk daarna of je het goed had.
  • Sorteren op moeilijkheid – Leg de kaartjes in drie stapels: makkelijk, gemiddeld en moeilijk. Oefen de moeilijke kaartjes vaker.
  • Digitaal met Quizlet – met Quizlet kan je heel makkelijk zelf flashcards maken. Je kunt dan digitaal oefenen.
  • Leitner-systeem – Door je kaarten in verschillende stapels/doosjes te verdelen, oefen je de moeilijke vragen vaker en de makkelijke minder vaak. Dit bespaart tijd en helpt je om de stof beter te onthouden.

Hoe gebruik je flashcards met het Leitner-systeem?

Wat heb je nodig?

  • Flashcards (zelfgemaakte kaartjes of kant-en-klare setjes. Je kunt bij de Hema of ergens anders online ook kant-en-klare kaartjes kopen)
  • Drie bakjes, enveloppen, van die plastic bakjes van de Action om restjes in te bewaren of elastiekjes om de kaarten te verdelen. (Je kunt het zo leuk maken als je zelf wil. Als je drie doosjes maakt, zou je ze ook kunnen versieren met cadeaupapier bijvoorbeeld. De bakjes van de Action zijn ook heel handig)
  • Een planning om te weten wanneer je welke stapel oefent.

Stap 1 – Maak je flashcards

  • Schrijf op de voorkant een vraag of begrip.
  • Schrijf op de achterkant het antwoord.
  • Gebruik kleuren of tekeningen als dit helpt bij het onthouden.

Stap 2 – De kaarten verdelen in drie boxen

Aan het begin zitten alle kaarten in Box 1. Als je een kaart goed beantwoordt, schuift deze naar de volgende box. Heb je een vraag fout? Dan gaat de kaart terug naar Box 1.

BoxWanneer oefenen?Wat gebeurt er met de kaarten?
Box 1Elke dagFout = blijft in Box 1. Goed = naar Box 2.
Box 2Om de dagFout = terug naar Box 1. Goed = naar Box 3.
Box 3Eén keer per weekFout = terug naar Box 1. Goed = blijft hier.

Sommige mensen kiezen voor andere tussenpozen, zoals om de drie of vijf dagen, maar het principe blijft hetzelfde. Probeer uit wat voor jou werkt.

Stap 3 – Begin met leren

  1. Pak de kaarten uit Box 1 en beantwoord de vragen.
    • Goed antwoord? → De kaart gaat naar Box 2.
    • Fout antwoord? → De kaart blijft in Box 1.
  2. De volgende dag pak je opnieuw Box 1 en oefen je de kaarten.
    • Daarnaast oefen je Box 2 als het een oefendag is.
  3. Als je een kaart uit Box 2 goed hebt, schuift die door naar Box 3.
    • Kaarten uit Box 3 oefen je maar één keer per week.
  4. Fout bij een kaart uit Box 2 of 3?
    • De kaart gaat terug naar Box 1 zodat je die weer vaker oefent.

Stap 4 – oefenen

  • Oefen elke dag een paar kaarten.
  • Let goed op de kaarten die je moeilijk vindt.
  • Plan een vast moment in om te oefenen. (bijvoorbeeld na het avondeten)
  • Gebruik een timer (bijvoorbeeld 10-15 minuten per dag).

Waarom is dit handig?

  • Minder stress: je leert gespreid in plaats van alles op het laatste moment.
  • Efficiënter leren: je oefent de lastige stof vaker en bespaart tijd op wat je al kent.
  • Langere onthoudtijd: je herhaalt op het juiste moment, waardoor je de stof beter onthoudt.

Probeer het eens uit en ontdek wat voor jou werkt.

Download gratis werkblad voor leerlingen

Beter leren: gebruik de Pomodoro-techniek

Veel leerlingen stellen leerwerk uit, raken afgeleid of zitten urenlang aan hun bureau zonder echt effectief te werken. De Pomodoro-techniek helpt om leren overzichtelijker te maken en voorkomt dat leerlingen zonder structuur aan de slag gaan.

Met deze methode werk je in korte, gefocuste blokken van 25 minuten en neem je daarna een pauze. Dit voorkomt uitstelgedrag, helpt je brein om beter te onthouden en zorgt ervoor dat je minder snel afgeleid raakt.

In deze blog leg ik uit hoe de Pomodoro-techniek werkt en deel ik een gratis werkblad waarmee je dit direct kunt toepassen in je les of thuis.

Wat is de Pomodoro-techniek?

De Pomodoro-techniek is een handige manier om taken aan te pakken zonder dat je hoofd overloopt. Het werkt heel simpel:

  1. Kies een taak die je wilt doen (bijvoorbeeld huiswerk of leren voor een toets).
  2. Zet een timer op 25 minuten en werk gefocust aan je taak.
  3. Wanneer de timer afgaat, neem je een pauze van 5 minuten (even bewegen, iets drinken of ontspannen).
  4. Herhaal dit vier keer en neem dan een langere pauze van 15 tot 30 minuten.

Met deze techniek werk je in korte, gefocuste blokken, waardoor je minder snel afgeleid raakt en niet helemaal uitgeput raakt aan het einde.


De opdracht: leerlingen laten ervaren hoe de Pomodoro-techniek werkt

Stap 1: Wat denk jij?
Laat leerlingen eerst nadenken over deze techniek. Hoe kan dit helpen? Wanneer zou je dit kunnen gebruiken? Wat zou je kunnen afleiden? Dit helpt hen bewust te worden van hun leergewoontes.

Stap 2: Probeer het uit
Laat leerlingen een schooltaak kiezen en twee Pomodoro-rondes doen. Na elke sessie reflecteren ze:

  • Lukte het om geconcentreerd te werken?
  • Heb je meer gedaan dan normaal?
  • Zou je dit vaker willen proberen?

Stap 3: Maak een leerplan
In het werkblad maken leerlingen hun eigen studieplanning op basis van de Pomodoro-techniek. Ze verdelen hun leerwerk in blokken van 25 minuten met geplande pauzes.

Deze opdracht is niet alleen handig voor leerlingen, maar ook voor ouders die hun kind willen helpen met leren.

Download gratis het werkblad Pomodoro-techniek

Werkt de Pomodoro-techniek goed voor jou of je leerlingen? Laat het weten in de reacties of stuur me een bericht.

Activerende werkvorm: Begrippen oefenen met dominokaartjes

Nieuwe begrippen leren kan voor leerlingen best lastig zijn. Vaak lezen ze een lijst met termen en definities, maar echt begrijpen en onthouden is iets anders. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen actief met de lesstof aan de slag gaan?

Een manier waarbij leerlingen actief aan de slag gaan is begrippen oefenen met dominokaartjes. Dit spel laat leerlingen verbanden leggen tussen begrippen en omschrijvingen, terwijl ze actief met de stof bezig zijn.

In deze blog leg ik in het kort uit hoe je deze werkvorm inzet en deel ik daarna een uitgebreid gratis werkblad en sjablonen waarmee je direct aan de slag kunt.


Hoe werkt het?

Met dominokaartjes koppelen leerlingen begrippen aan de juiste omschrijvingen. Elk kaartje heeft twee helften: aan de ene kant staat een begrip, aan de andere kant een bijpassende definitie. De kaartjes vormen samen een doorlopende reeks, net als bij het klassieke dominospel.

Deze werkvorm is geschikt voor allerlei vakken, zoals geschiedenis, aardrijkskunde en economie.

  • Leerlingen oefenen actief met begrippen en hun betekenis.
  • Ze moeten verbanden leggen en uitleggen waarom iets klopt.
  • Het is een gestructureerde en speelse manier om de stof te herhalen.

Voorbereiding als docent

Een korte samenvatting van de werkvorm lees je hier. De volledige lesbrief download je onderaan de pagina.

  1. Maak een lijst met begrippen en omschrijvingen.
    Gebruik de begrippen uit je methode of stel zelf een lijst samen.
  2. Ontwerp de domino-kaartjes.
    • Elk kaartje bestaat uit twee helften:
      • Een begrip, woord, afbeelding of vraag.
      • De bijpassende omschrijving, antwoord of synoniem.
    • De rechterhelft van één kaartje moet aansluiten op de linkerhelft van een ander kaartje.
  3. Verschillende manieren om kaartjes te maken.
    • Maak de kaartjes zelf in Canva, Word of PowerPoint.
    • Print en lamineer ze voor hergebruik.
    • Wil je differentiëren? Maak setjes met verschillende niveaus.
  4. Test je set voordat je deze gebruikt in de les.
    • Zorg ervoor dat er een startkaartje is. Dit is een kaartje dat nergens op hoeft aan te sluiten.
    • Check of alle kaartjes logisch op elkaar aansluiten.

Zo speel je het in de klas

Een korte samenvatting van de werkvorm lees je hier. De volledige lesbrief download je onderaan de pagina.

Stap 1: Verdeel de klas in kleine groepjes.
Zorg ervoor dat je vooraf al groepjes hebt gemaakt. Elk groepje krijgt een set kaartjes.

Stap 2: Start het spel.

  • De kaarten liggen door elkaar.
  • Elk groepje krijgt een beginkaartje.
  • Om de beurt leggen leerlingen een kaartje aan als het past.
  • Ze moeten hardop uitleggen waarom het begrip en de omschrijving bij elkaar horen.

Stap 3: Loop rond en observeer.

  • Help als leerlingen vastlopen.
  • Stimuleer uitleg en discussie over de begrippen.

Stap 4: Afsluiting en klassikale bespreking.

  • Elk groepje presenteert kort hun domino-rij.
  • Bespreek samen:
    • Waarom horen deze begrippen bij elkaar?
    • Welke begrippen vonden jullie lastig?
    • Welke kaartjes zorgden bijvoorbeeld voor discussie?

Fouten maken mag – het gaat erom dat leerlingen ervan leren.


Waarom zou je deze werkvorm kiezen?

  • Actief leren: leerlingen leren actief door begrippen te koppelen aan de juiste betekenis.
  • Samenwerken en uitleggen: door samen te werken en elkaar dingen uit te leggen, onthouden leerlingen de stof beter.

Veel succes met deze activerende werkvorm!

Heb je deze opdracht gebruikt in je les? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback.

Zoek je meer activerende werkvormen? Neem dan regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal of praktische opdrachten voor in de klas.

Lesmateriaal M&M: twee opdrachten over vulkanen

In deze blog deel ik twee praktische opdrachten over vulkanen die je direct kunt gebruiken in je les mens & maatschappij of aardrijkskunde:

  1. Een opdrachtenblad met verschillende vragen en korte opdrachten.
  2. Een mini-werkstuk waarin leerlingen onderzoek doen naar een vulkaan naar keuze.

Onderaan deze blog kun je beide opdrachten gratis downloaden als kant-en-klaar werkblad.

Doelgroep: vmbo onderbouw mens & maatschappij of aardrijkskunde. Je kunt bij mens & maatschappij dit onderwerp mooi koppelen aan geschiedenis en Pompeï (klik hier voor de opdracht over Pompeï)


Opdracht 1: Opdrachtenblad – Vulkanen

Dit opdrachtenblad helpt leerlingen om de basis over vulkanen te begrijpen. Ze gaan aan de slag met vragen zoals:

  • Wat is een vulkaan en hoe ontstaat hij?
  • Maken vervolgens een tekening van een vulkaan met daarin de volgende onderdelen vaneen vulkaan: aardmantel, magma, kraterpijp, krater, lava
  • Waar komen vulkanen voor op de wereld? -> aangeven op kaart.

Deze opdracht is super om in te zetten als zelfstandige opdracht na een uitleg over vulkanen. Leerlingen kunnen het opdrachtenblad alleen of in tweetallen maken.

Wil je deze opdracht direct gebruiken? Download het hieronder


Opdracht 2: Mini-werkstuk – Onderzoek een vulkaan

Je kunt er ook voor kiezen om leerlingen een mini-werkstuk te laten maken over dit onderwerp. Leerlingen kiezen dan zelf een vulkaan en onderzoeken:

  • Inleiding vulkaan – welke vulkaan heb je gekozen? Waar is deze vulkaan te vinden?
  • Meer informatie over het onderwerp vulkanen – Wat is een vulkaan?
    Hoe ontstaat een vulkaan? Wat zijn de onderdelen in een vulkaan?
  • Vertel meer over de vulkaan die je gekozen hebt – Vertel iets over de
    geschiedenis van deze vulkaan en over de toekomst als je dit kunt vinden

Wil je deze opdracht direct gebruiken? Download de opdracht hieronder:


Veel succes in de klas en met de opdrachten! Stuur je een reactie als je de opdrachten gaat gebruiken of gebruikt hebt?

Lesmateriaal: Watersnoodramp 1953

Foto:Fotograaf Onbekend / Anefo, Nationaal Archief /Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst Eigen

In 1953 was de Watersnoodramp in Nederland. Maar wat gebeurde er precies, welke gevolgen had de ramp en hoe werd Nederland daarna beter beschermd tegen overstromingen?

Hieronder vind je een paar opdrachten en werkbladen die je kunt gebruiken in je les. De opdrachten zijn geschikt voor de onderbouw.

Gratis werkblad: Mini-onderzoek Watersnoodramp 1953

Met deze opdracht gaan leerlingen een klein onderzoek doen naar de Watersnoodramp van 1953. Ze kiezen eerst uit welke onderdelen ze gaan onderzoeken en verwerken dan hun bevindingen in een overzichtelijk verslag.

Gratis werkblad: Maak een folder over de Watersnoodramp 1953

Met deze opdracht gaan leerlingen een informatieve folder maken over de Watersnoodramp.

Gratis werkblad: Werkblad met vragen over de Watersnoodramp 1953

Dit is een werkblad met vragen. Leerlingen maken de opdrachten op dit blad.

Gratis werkblad – onderzoek naar de Watersnoodramp op Texel

Duinen, […] van / Anefo, Nationaal Archief /Fotocollectie Elsevier Binnenland

Lesmateriaal M&M: tekening binnenkant van de aarde

In deze blog deel ik een werkblad waarmee leerlingen zelf de lagen van de aarde tekenen en benoemen. Handig voor de onderbouw van het vmbo en makkelijk in te zetten in je les.

Onderaan deze blog kun je het werkblad en een invuloefening gratis downloaden.


De opdracht: teken de binnenkant van de aarde

Met dit werkblad ontdekken leerlingen de verschillende lagen van de aarde. Ze leren hoe de aardkorst, mantel en kern in elkaar zitten en wat het verschil is tussen de binnen- en buitenkern.

De opdracht bestaat uit twee onderdelen:

  1. De aarde tekenen in doorsnede – leerlingen krijgen een lege cirkel en tekenen hierin de verschillende lagen.
  2. De juiste namen erbij zetten – ze benoemen de lagen en leren de verschillen.

Deze opdracht is bijvoorbeeld geschikt als verwerking na een uitleg over de opbouw van de aarde. Je kunt de opdracht klassikaal bespreken of leerlingen ook in tweetallen laten samenwerken.

Laat leerlingen na het tekenen klassikaal vergelijken of hun werk bespreken met een klasgenoot.

Wil je deze opdracht direct gebruiken? Download het werkblad hieronder:


Waarom zou je deze opdracht inzetten in je les?

  • Visueel/creatief: door de binnenkant van de aarde zelf te tekenen, begrijpen leerlingen beter hoe de lagen in elkaar zitten.
  • Actief bezig zijn: in plaats van alleen lezen of luisteren, verwerken leerlingen de informatie op een andere manier.
  • Makkelijk in te zetten: geen ingewikkelde materialen nodig, alleen het werkblad en kleurpotloden.

Extra invuloefening

Hier nog een kleine invuloefening die je kunt gebruiken in je PowerPoint/LessonUp of ergens anders in je les.

Veel succes in de klas!

De Russenoorlog op Texel: een praktische en creatieve opdracht voor in de klas

De Georgische Opstand op Texel in 1945, ook wel de Russenoorlog genoemd op Texel, is een minder bekende gebeurtenis uit de Tweede Wereldoorlog.

Met deze praktische opdracht maken leerlingen een (fictieve) rondleiding over Texel, waarin ze toeristen informeren over de Russenoorlog op Texel (de Georgische Opstand van 1945). De leerlingen kiezen zeven locaties die belangrijk waren tijdens de opstand en die nu nog steeds bezocht kunnen worden.

Onderaan deze blog kun je het werkblad met de volledige opdracht gratis downloaden.


De opdracht: maak een rondleiding over de Russenoorlog op Texel

Leerlingen maken een rondleiding waarin ze toeristen informeren over de Georgische Opstand. Ze kiezen zeven locaties op Texel die belangrijk waren tijdens deze opstand en verwerken deze in een presentatievorm naar keuze.

De opdracht bestaat uit drie onderdelen:

  1. Een informatieve tekst over de Russenoorlog.
  2. Een rondleiding langs zeven locaties, inclusief uitleg per plek.
  3. Een creatieve presentatievorm waarin de rondleiding wordt uitgewerkt.

Hoe werkt de opdracht?

Let op: onderaan deze blog vind je het volledige werkblad met de opdracht. In dit stukje staat alleen een beknopte versie van de opdracht.

Stap 1: Onderzoek de Russenoorlog
Leerlingen starten met een kort onderzoek naar de Georgische Opstand en schrijven een informatieve tekst. Ze gebruiken de 5W1H-methode om het verhaal helder te krijgen:

  • Wie waren erbij betrokken?
  • Wat gebeurde er precies?
  • Waar vond de opstand plaats?
  • Wanneer speelde dit zich af?
  • Waarom kwamen de Georgiërs in opstand?
  • Hoe is de opstand afgelopen?

Tip: Laat leerlingen verschillende bronnen gebruiken en bespreek met elkaar van te voren de betrouwbaarheid van bronnen.

Stap 2: Kies zeven locaties op Texel
Vervolgens selecteren leerlingen zeven locaties die een belangrijke rol speelden in de opstand. Bij elke locatie beschrijven ze:

  • Wat er op die plek gebeurde.
  • Waarom deze locatie belangrijk is voor het verhaal.
  • Hoe de plek er nu uitziet en of er nog herinneringen aan de oorlog te zien zijn.
  • Een afbeelding (zelfgemaakt of met bronvermelding).
  • De locatie op een kaart van Texel.

Stap 3: Kies een presentatievorm
Om de opdracht aantrekkelijk te maken, mogen leerlingen zelf bepalen hoe ze hun rondleiding presenteren.

Mogelijke vormen:

  • PowerPoint of digitale presentatie met kaarten, foto’s en uitleg.
  • Informatieve poster met tekst, afbeeldingen en een routekaart.
  • Video of vlog waarin de locaties worden uitgelegd.
  • Digitale reisgids in Canva met stukjes over elke locatie.

Hebben leerlingen een ander creatief idee? Dan kunnen ze dit overleggen met de docent.

Stap 4: Uitwerken en inleveren
Na het verzamelen van alle informatie werken leerlingen hun rondleiding uit en voegen ze een bronvermelding toe. Vervolgens leveren ze hun opdracht in.


Download het werkblad met de opdracht

Stuur je me een berichtje als je deze opdracht gaat doen met je leerlingen of laat je me weten hoe het gegaan is? Ik vind het superleuk om berichten te krijgen en ervaringen te horen.

Tijdvak 2: opdracht over Pompeï

Met deze opdracht kruipen leerlingen in de huid van een verslaggever die via tijdreizen in Pompeï belandt (Doctor Who en de Tardis). Leerlingen maken een krantenpagina waarin ze verslag doen van de ramp in ’79 nadat de Vesuvius uitbarstte.

In deze blog deel ik een werkblad waarmee leerlingen stap voor stap aan de slag kunnen met deze opdracht. Onderaan kun je het werkblad gratis downloaden.

Deze opdracht past bij geschiedenis of mens & maatschappij in de onderbouw. Het is ook een idee om deze opdracht vakoverstijgend te maken en bijvoorbeeld het vak Nederlands erbij betrekken. De historische context past dan mooi bij geschiedenis en mens & maatschappij en schrijf- en taalvaardigheid bij Nederlands.


De opdracht: schrijf een nieuwsverslag over de ramp in Pompeï

Let op: hieronder zie je een beknopte versie van de opdracht. De uitgeschreven opdracht met stappenplan vind je onderaan deze blog.

Leerlingen maken een krantenpagina waarin ze verslag doen van de uitbarsting van de Vesuvius. Dit doen ze in principe in twee lessen, waarbij ze eerst onderzoek doen en daarna hun nieuwsartikel schrijven en vormgeven.

Ze kiezen een specifiek moment uit de ramp, zoals:

  • Het begin van de uitbarsting.
  • De paniek onder de inwoners.
  • Het moment dat de stad onder as verdwijnt.

Vervolgens schrijven ze een verslag in de vorm van een nieuwsartikel en verwerken ze dit op een krantenpagina met passende afbeeldingen.


Hoe zet je deze opdracht in je les?

Les 1: Voorbereiding

  • Onderzoek: Leerlingen verzamelen informatie over de uitbarsting via hun lesboek, video’s of websites.
  • Kies een moment: Ze bepalen vanuit welk moment ze hun verslag schrijven.
  • Maak aantekeningen: Wat gebeurt er? Hoe reageren mensen? Wat gebeurt er met de stad?
  • Beeldmateriaal zoeken: Minimaal vier afbeeldingen of zelfgemaakte tekeningen.

Les 2: Nieuwsverslag maken

  • Schrijf het nieuwsverslag: Tussen de 10 en 15 zinnen, helder en beeldend.
  • Vormgeving: Leerlingen maken een krantenpagina waarin tekst en beeld samenkomen.
  • Controleren: Is het verslag compleet en begrijpelijk? Zijn er minimaal vier afbeeldingen?

Download het werkblad met de opdracht

Tip: Dr Who-thema

Als je het leuk vindt en fan van Dr Who bent, kan je je les een Dr Who-thema geven bij dit soort opdrachten (tijdreizen). Doe alsof je lokaal de Tardis is, speel de themesong van Dr Who en introduceer de opdracht.

  • Doe alsof je klaslokaal de TARDIS is en jullie een tijdreis maken naar het jaar 79 n.C. Je kunt zelfs een afbeelding van de TARDIS op het bord zetten om de sfeer te versterken. Of als je echt creatief bent een grote afbeelding van de Tardis op de deur.
  • Speel de Dr Who-themesong af terwijl de leerlingen het lokaal binnenkomen of vlak voor je uitleg.
  • Er is een Dr Who-aflevering (The Fires of Pompeii, seizoen 4, aflevering 2) waarin de Doctor en Donna in Pompeï belanden vlak voor de uitbarsting. Je kunt een korte scène laten zien als sfeersetting voor de opdracht. En dan kijk je zelf later of van tevoren de hele aflevering, altijd leuk!

Maar ik zou het alleen doen als je ook echt Dr Who leuk vind, anders komt het niet helemaal tot z’n recht denk ik.

Heb je deze opdracht gebruikt in je geschiedenisles? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback, zodat we samen het lesmateriaal voor geschiedenis nog beter kunnen maken.

Wil je meer ideeën voor geschiedenis of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal voor geschiedenis en praktische opdrachten voor in de klas!

Tijdvak 2 – maak een strip over het Romeins Keizerrijk

Hoe veranderde Rome van een republiek in een keizerrijk?

Met deze stripopdracht laat je leerlingen stap voor stap de overgang van republiek naar keizerrijk in beeld brengen. Door dit stukje geschiedenis te tekenen en kort uit te leggen, verwerken leerlingen de stof op een actieve en creatieve manier.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.

Doelgroep: geschiedenis of mens & maatschappij


De opdracht: maak een strip over het ontstaan van het Romeinse Keizerrijk

Leerlingen maken een strip waarin ze de belangrijkste gebeurtenissen uit de overgang van republiek naar keizerrijk in een strip weergeven. Ze werken in acht stappen en tekenen bij elke stap een belangrijk moment uit de geschiedenis.

In de strip moeten ze laten zien:

  • Julius Caesar – Wie was hij en waarom is hij belangrijk?
  • De moord op Caesar – Wat gebeurde er en waarom was dit een keerpunt?
  • Augustus – Hoe werd hij de eerste keizer van Rome?
  • Het begin van het keizerrijk – Wat veranderde er in Rome?
  • Het bestuur – Wat was de rol van de keizer en wat gebeurde er met de senaat?

Hoe zet je deze opdracht in je les in?

Let op: je vindt de volledige opdracht onderaan deze blog. Je kunt het werkblad gratis downloaden.

Stap 1: Verken de geschiedenis
Laat leerlingen eerst lezen of kijken naar een uitleg over het ontstaan van het Romeinse Keizerrijk. Ze maken aantekeningen over de vijf belangrijke gebeurtenissen.

Stap 2: Maak een storyboard
Voordat ze gaan tekenen, verdelen ze hun strip in acht vakken en bedenken ze per vak wat erin moet staan.

Stap 3: Teken en schrijf de strip

  • Per vak een tekening met een korte uitleg.
  • Gebruik tekstballonnen, pijlen en symbolen om het verhaal te verduidelijken.
  • De tekeningen hoeven niet perfect te zijn, zolang ze laten zien wat er gebeurt.

Extra: Laat leerlingen een extra vak tekenen over wat zij het meest interessant vonden aan het ontstaan van het keizerrijk.

Stap 4: Inleveren en bespreken
Als de strip af is, kunnen leerlingen deze klassikaal presenteren of in tweetallen met elkaar delen. Bespreek bijvoorbeeld welke gebeurtenissen de klas het belangrijkst vindt.


Download gratis het werkblad met de opdracht

Heb je deze opdracht gebruikt in je geschiedenisles? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback, zodat we samen het lesmateriaal voor geschiedenis nog beter kunnen maken.

Wil je meer ideeën voor geschiedenis of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal voor geschiedenis en praktische opdrachten voor in de klas!