Voorbereiden op de toetsweek

In deze blog geef ik je een paar praktische tips om je voor te bereiden op de toetsweek. Met tips voor meer overzicht, structuur en handige manieren om te leren. Per onderdeel vind je linkjes naar handige stappenplannen en meer uitleg.


1. Begin op tijd (ja, echt)

Het klinkt cliché, maar het is waar: vroeg beginnen is de helft van het werk. Kijk zodra je de toetsplanning krijgt wat je allemaal moet doen. Maak een overzicht en tel het aantal dagen dat je hebt tot de eerste toets. Dan weet je precies hoeveel tijd je per vak kunt besteden.

Tip: Gebruik een prioriteitenmatrix

Sommige toetsen zijn nou eenmaal belangrijker of moeilijker dan andere. Met een prioriteitenmatrix maak je een handige planning en breng je in kaart wat belangrijk is.


2. Slim plannen = minder stress

Een goede planning geeft rust. Plan per dag wat je gaat doen en wissel vakken af.

Tip: werk in blokken met de Pomodoro-techniek

Werk in blokken van 25 minuten met een korte pauze ertussen. Dat heet de Pomodoro-techniek.


3. Maak goede aantekeningen

Aantekeningen maken is niet hetzelfde als alles overschrijven. De Cornell-methode helpt je om structuur aan te brengen in wat je leert. Zo zie je sneller wat belangrijk is – en kun je jezelf beter overhoren.


4. Leer actief – niet passief

Nog een keer doorlezen? Prima. Maar écht leren doe je door actief aan de slag te gaan: jezelf overhoren, samenvatten, verbanden leggen en oefenopgaven maken (of oefenexamens als je binnenkort examens hebt).

Tip: gebruik flashcards

Gebruik kaartjes met een vraag aan de ene kant en het antwoord aan de andere. Superhandig voor begrippen, jaartallen of woordjes.


5. Begin bij stap 1: de leerladder

Soms wil je te veel tegelijk. Je bladert door je boek en denkt: ik snap hier niks van. Begin dan met de leerladder. Die helpt je stap voor stap grip te krijgen op de stof.


Tot slot: je hoeft het niet perfect te doen

Leren voor de toetsweek is iets wat je steeds beter leert. Het gaat er niet om dat je alles foutloos doet, maar dat je een manier vindt die bij jou past. Met een beetje structuur, handige leermethoden en rustmomenten kom je al een heel eind.

Heel veel succes – en denk eraan: je doet het voor jezelf.

Leren voor de toetsweek: prioriteitenmatrix

De toetsweek komt eraan en veel leerlingen hebben moeite met het plannen van hun studietaken. Waar begin je? Wat is écht belangrijk? Als mentor of ouder kun je je leerling of kind helpen om meer overzicht en rust te creëren met de prioriteitenmatrix. Dit is een handige methode om taken te verdelen op basis van urgentie en belangrijkheid. In deze blog leg ik uit hoe je deze methode eenvoudig inzet en kun je gratis het werkblad prioriteitenmatrix en het werkblad planning toetsweek downloaden om direct aan de slag te gaan.

Wat is de prioriteitenmatrix?

De methode is gebaseerd op het model van Eisenhower en verder ontwikkeld door Covey. De prioriteitenmatrix helpt leerlingen om hun taken in vier categorieën te plaatsen:

  1. Belangrijk & dringend – Moet nu gebeuren (bijvoorbeeld: leren voor een toets morgen).
  2. Belangrijk & niet dringend – Kan later ingepland worden (bijvoorbeeld: een samenvatting maken voor een toets over een week).
  3. Niet belangrijk & dringend – Moet snel, maar is minder belangrijk (bijvoorbeeld: een korte huiswerkopdracht).
  4. Niet belangrijk & niet dringend – Mag wachten of hoeft niet (bijvoorbeeld: social media checken).

Door taken op deze manier in te delen, krijgen leerlingen inzicht in wat prioriteit heeft en wat uitgesteld of weggelaten kan worden.

Hoe begeleid je je leerling of kind met de prioriteitenmatrix?

1. Uitleg van de prioriteitenmatrix

  • Bespreek wat de matrix is en waarom het helpt.
  • Geef herkenbare voorbeelden van taken in de vier categorieën.

2. Opstellen van een takenlijst

  • Laat de leerling alle aankomende toetsen en taken opschrijven, zoals:
    • Samenvattingen maken;
    • Flashcards maken;
    • Oefentoetsen maken;
    • Instructievideo’s bekijken;
    • Leerladder gebruiken.

3. Invullen van de prioriteitenmatrix

  • Geef een werkblad (zie download onderaan blog) of laat de leerling zelf een matrix tekenen.
  • Begeleid bij het indelen van de taken in de vier kwadranten.
  • Help bij twijfel en bespreek waarom bepaalde keuzes handig zijn.

4. Plannen van de toetsweek

  • Laat de leerling een planning maken op basis van de ingevulde matrix.
  • Gebruik hiervoor een apart werkblad voor de planning.
  • Als ze een agenda gebruiken, laat ze het daarin overnemen.

Tip: Geen tijd om alles in één keer te doen? Splits het op in twee momenten: eerst de matrix, dan de planning.

5. Afronding en reflectie (5 minuten)

  • Bespreek hoe de leerling het invullen vond.
  • Vraag wat ze lastig vonden en waar ze verbetering zien.
  • Geef aan dat ze dit elke toetsweek kunnen gebruiken.

Waarom werkt deze methode?

  • Meer overzicht: leerlingen zien in één oogopslag wat belangrijk is.
  • Minder stress: de methode voorkomt dat alles op het laatste moment moet. (Mist je op tijd begint met de prioriteitenmatrix natuurlijk)
  • Efficiënter leren: focussen op wat echt belangrijk is.
  • Meer zelfstandigheid: leerlingen leren zelf plannen en prioriteren.

Gratis werkbladen downloaden

Wil je deze methode direct inzetten? Download hier het werkblad prioriteitenmatrix en het werkblad planning toetsweek om je leerling of kind te helpen met voorbereiden van de toetsweek.


Heb jij deze methode al eens geprobeerd? Laat in de reacties weten hoe jouw leerlingen of uw kind dit ervaren heeft!

Effectieve leerstrategieën: wat werkt?

Leren is meer dan alleen een boek openslaan en hopen dat de stof blijft hangen. Veel leerlingen proberen op het laatste moment alles in hun hoofd te stampen, maar dat is niet de meest effectieve manier. Wil je écht goed leren? Dan heb je strategieën nodig die werken. In deze blog deel ik een aantal leerstrategieën die jou (of je leerlingen) helpen om informatie beter te onthouden en toe te passen.

1. Verspreid leren (spaced practice)

Veel leerlingen maken de fout om in één keer een hele berg stof door te nemen. Vaak doen ze dit ook op het laatste moment, met het idee dat ze het dan misschien beter onthouden. Dit lijkt misschien efficiënt, maar het werkt niet. Wat werkt wel? Regelmatig herhalen! Door de stof te spreiden over meerdere dagen of weken, blijft het beter hangen. Plan daarom leerblokken in en herhaal de stof met tussenpozen.

2. Actief ophalen (retrieval practice)

In plaats van alleen maar te lezen of markeren van stukjes leerstof, is het veel effectiever om jezelf te testen. Dit dwingt je om actief na te denken over de stof. Maak bijvoorbeeld oefenvragen, laat iemand je overhoren of schrijf op wat je nog weet zonder je boek erbij te pakken. Hoe vaker je oefent met ophalen, hoe beter de stof blijft hangen.

3. Uitleggen aan anderen (elaboratie)

Als je iets aan een ander kunt uitleggen, begrijp je het zelf ook beter. Door iets in je eigen woorden uit te leggen, moet je actief nadenken over de stof en maak je verbanden. Probeer het eens: leg een ingewikkeld begrip uit aan een klasgenoot, iemand thuis of zelfs gewoon aan jezelf.

4. Afwisseling in oefening (interleaving)

Veel leerlingen oefenen per onderwerp, maar het is juist effectiever om onderwerpen af te wisselen. Dit helpt je om beter te schakelen tussen verschillende soorten informatie. Hierdoor wordt je brein flexibeler en kun je de stof beter toepassen in nieuwe situaties.

5. Concrete voorbeelden gebruiken

Abstracte theorieën blijven lastig te onthouden. Een oplossing? Koppel de informatie aan concrete voorbeelden. Dit maakt de stof niet alleen begrijpelijker, maar ook beter om te onthouden.

6. Dual coding

Beeld en tekst combineren werkt beter dan alleen maar tekst. Denk aan schema’s, mindmaps of simpele tekeningen bij de stof. Ons brein verwerkt visuele informatie sneller en efficiënter, waardoor je de leerstof beter onthoudt. Een goede tip is om aantekeningen te maken met kleine schetsen of diagrammen erbij.

7. Begrijpend leren – verbanden leggen

Stampen van lesstof lijkt op de korte termijn te helpen, maar zorgt er niet voor dat je de lesstof beter begrijpt. Probeer daarom verbanden te leggen tussen verschillende onderwerpen, te bedenken hoe de stof in de praktijk werkt en waarom het relevant is. Hoe beter je de betekenis van iets begrijpt, hoe langer het blijft hangen.

Hoe pas je deze strategieën toe?

Wil je deze leerstrategieën effectief inzetten? Hier zijn een paar praktische tips:

  • Maak een studieschema waarin je de stof verspreid over meerdere dagen.
  • Gebruik flashcards of maak oefenvragen om actief op te halen wat je geleerd hebt.
  • Vertel aan iemand anders wat je geleerd hebt, alsof je de docent bent.
  • Wissel af tussen verschillende soorten oefeningen en vakken.
  • Zoek of maak visuele hulpmiddelen, zoals schema’s of tekeningen.

Met deze aanpak wordt leren niet alleen effectiever, maar ook leuker en minder stressvol. Probeer ze uit en ontdek wat voor jou (of je leerlingen) het beste werkt!

Voorbeeld in de klas

Toen we in de klas het onderwerp standenmaatschappij bijvoorbeeld behandelden, merkte ik dat sommige leerlingen het lastig vonden om de verschillen tussen de drie standen te onthouden.

Daarom combineerden we tekst en beeld: we maakten samen een piramide met symbolen en kleuren om de standen (geestelijkheid, adel en derde stand) weer te geven. Vervolgens liet ik de leerlingen een eigen strip maken waarin ze de privileges en plichten van elke stand in beeld en korte zinnen uitlegden. Door de visuele koppeling werd het makkelijker voor leerlingen om de stof te onthouden.

Download het gratis werkblad over een tekening maken van de standenmaatschappij hier.

Wil je meer tips over effectief leren? Houd mijn website in de gaten voor meer praktische onderwijsartikelen!

Leren voor een toets: flashcards gebruiken

Veel leerlingen vinden het lastig om te leren voor een toets. Soms lezen ze de stof alleen een paar keer door of proberen ze een samenvatting te maken van de lesstof. Vaak blijft de stof dan niet goed hangen.

Flashcards kunnen een effectieve manier zijn om te leren voor een toets, omdat leerlingen hierdoor actief met de stof bezig zijn. Dit helpt hen om de informatie langer te onthouden.

Ouders willen soms ook thuis ondersteunen bij het leren voor een toets. Er zijn veel dure programma’s beschikbaar waarmee leerlingen de leerstof kunnen oefenen, maar deze sluiten lang niet altijd aan bij de toetsen op school.

Flashcards zijn daarentegen een eenvoudige en goedkope manier om thuis te oefenen met het leren van lesstof. Ze helpen leerlingen om de belangrijkste begrippen en informatie op een gestructureerde manier te herhalen.

In dit artikel laat ik zien hoe je flashcards effectief kunt gebruiken met het Leitner-systeem bij de voorbereiding op een toets.

Wat zijn flashcards?

Flashcards zijn kleine kaartjes waarmee je jezelf kunt overhoren. Op de voorkant schrijf je een vraag of een begrip, en op de achterkant het antwoord.

Zo kun je steeds opnieuw proberen om het antwoord te geven. Flashcards helpen je om actief na te denken over de stof.

Waarom werken flashcards bij het leren?

Flashcards werken beter dan alleen lezen, omdat je actief met de stof bezig bent. Dit helpt je brein om de informatie langer te onthouden.

Een handige manier om te leren met flashcards is het Leitner-systeem. Dit betekent dat je de kaarten die je moeilijk vindt vaker herhaalt en de makkelijke minder vaak. Zo oefen je slim en besteed je meer tijd aan wat je nog lastig vindt.

Hoe gebruik je flashcards?

Je kunt flashcards op verschillende manieren gebruiken. Hier zijn een paar handige manieren:

  • Zelf overhoren – Pak een kaartje, lees de vraag en probeer het antwoord te bedenken. Kijk daarna of je het goed had.
  • Sorteren op moeilijkheid – Leg de kaartjes in drie stapels: makkelijk, gemiddeld en moeilijk. Oefen de moeilijke kaartjes vaker.
  • Digitaal met Quizlet – met Quizlet kan je heel makkelijk zelf flashcards maken. Je kunt dan digitaal oefenen.
  • Leitner-systeem – Door je kaarten in verschillende stapels/doosjes te verdelen, oefen je de moeilijke vragen vaker en de makkelijke minder vaak. Dit bespaart tijd en helpt je om de stof beter te onthouden.

Hoe gebruik je flashcards met het Leitner-systeem?

Wat heb je nodig?

  • Flashcards (zelfgemaakte kaartjes of kant-en-klare setjes. Je kunt bij de Hema of ergens anders online ook kant-en-klare kaartjes kopen)
  • Drie bakjes, enveloppen, van die plastic bakjes van de Action om restjes in te bewaren of elastiekjes om de kaarten te verdelen. (Je kunt het zo leuk maken als je zelf wil. Als je drie doosjes maakt, zou je ze ook kunnen versieren met cadeaupapier bijvoorbeeld. De bakjes van de Action zijn ook heel handig)
  • Een planning om te weten wanneer je welke stapel oefent.

Stap 1 – Maak je flashcards

  • Schrijf op de voorkant een vraag of begrip.
  • Schrijf op de achterkant het antwoord.
  • Gebruik kleuren of tekeningen als dit helpt bij het onthouden.

Stap 2 – De kaarten verdelen in drie boxen

Aan het begin zitten alle kaarten in Box 1. Als je een kaart goed beantwoordt, schuift deze naar de volgende box. Heb je een vraag fout? Dan gaat de kaart terug naar Box 1.

BoxWanneer oefenen?Wat gebeurt er met de kaarten?
Box 1Elke dagFout = blijft in Box 1. Goed = naar Box 2.
Box 2Om de dagFout = terug naar Box 1. Goed = naar Box 3.
Box 3Eén keer per weekFout = terug naar Box 1. Goed = blijft hier.

Sommige mensen kiezen voor andere tussenpozen, zoals om de drie of vijf dagen, maar het principe blijft hetzelfde. Probeer uit wat voor jou werkt.

Stap 3 – Begin met leren

  1. Pak de kaarten uit Box 1 en beantwoord de vragen.
    • Goed antwoord? → De kaart gaat naar Box 2.
    • Fout antwoord? → De kaart blijft in Box 1.
  2. De volgende dag pak je opnieuw Box 1 en oefen je de kaarten.
    • Daarnaast oefen je Box 2 als het een oefendag is.
  3. Als je een kaart uit Box 2 goed hebt, schuift die door naar Box 3.
    • Kaarten uit Box 3 oefen je maar één keer per week.
  4. Fout bij een kaart uit Box 2 of 3?
    • De kaart gaat terug naar Box 1 zodat je die weer vaker oefent.

Stap 4 – oefenen

  • Oefen elke dag een paar kaarten.
  • Let goed op de kaarten die je moeilijk vindt.
  • Plan een vast moment in om te oefenen. (bijvoorbeeld na het avondeten)
  • Gebruik een timer (bijvoorbeeld 10-15 minuten per dag).

Waarom is dit handig?

  • Minder stress: je leert gespreid in plaats van alles op het laatste moment.
  • Efficiënter leren: je oefent de lastige stof vaker en bespaart tijd op wat je al kent.
  • Langere onthoudtijd: je herhaalt op het juiste moment, waardoor je de stof beter onthoudt.

Probeer het eens uit en ontdek wat voor jou werkt.

Download gratis werkblad voor leerlingen

Beter leren: gebruik de Pomodoro-techniek

Veel leerlingen stellen leerwerk uit, raken afgeleid of zitten urenlang aan hun bureau zonder echt effectief te werken. De Pomodoro-techniek helpt om leren overzichtelijker te maken en voorkomt dat leerlingen zonder structuur aan de slag gaan.

Met deze methode werk je in korte, gefocuste blokken van 25 minuten en neem je daarna een pauze. Dit voorkomt uitstelgedrag, helpt je brein om beter te onthouden en zorgt ervoor dat je minder snel afgeleid raakt.

In deze blog leg ik uit hoe de Pomodoro-techniek werkt en deel ik een gratis werkblad waarmee je dit direct kunt toepassen in je les of thuis.

Wat is de Pomodoro-techniek?

De Pomodoro-techniek is een handige manier om taken aan te pakken zonder dat je hoofd overloopt. Het werkt heel simpel:

  1. Kies een taak die je wilt doen (bijvoorbeeld huiswerk of leren voor een toets).
  2. Zet een timer op 25 minuten en werk gefocust aan je taak.
  3. Wanneer de timer afgaat, neem je een pauze van 5 minuten (even bewegen, iets drinken of ontspannen).
  4. Herhaal dit vier keer en neem dan een langere pauze van 15 tot 30 minuten.

Met deze techniek werk je in korte, gefocuste blokken, waardoor je minder snel afgeleid raakt en niet helemaal uitgeput raakt aan het einde.


De opdracht: leerlingen laten ervaren hoe de Pomodoro-techniek werkt

Stap 1: Wat denk jij?
Laat leerlingen eerst nadenken over deze techniek. Hoe kan dit helpen? Wanneer zou je dit kunnen gebruiken? Wat zou je kunnen afleiden? Dit helpt hen bewust te worden van hun leergewoontes.

Stap 2: Probeer het uit
Laat leerlingen een schooltaak kiezen en twee Pomodoro-rondes doen. Na elke sessie reflecteren ze:

  • Lukte het om geconcentreerd te werken?
  • Heb je meer gedaan dan normaal?
  • Zou je dit vaker willen proberen?

Stap 3: Maak een leerplan
In het werkblad maken leerlingen hun eigen studieplanning op basis van de Pomodoro-techniek. Ze verdelen hun leerwerk in blokken van 25 minuten met geplande pauzes.

Deze opdracht is niet alleen handig voor leerlingen, maar ook voor ouders die hun kind willen helpen met leren.

Download gratis het werkblad Pomodoro-techniek

Werkt de Pomodoro-techniek goed voor jou of je leerlingen? Laat het weten in de reacties of stuur me een bericht.

Plannen voor leerlingen: een simpel werkblad om overzicht te houden

Veel leerlingen vinden het lastig om hun schoolwerk goed te plannen. Wanneer moet iets af zijn? Hoe verdeel je taken over de week?

Met dit werkblad krijgen leerlingen grip op hun schoolwerk. Ze vullen per vak in wat ze moeten doen, wanneer het af moet zijn en wanneer ze eraan gaan werken. Zo maken leerlingen een realistische planning en voorkomen ze hopelijk last-minute stress.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.


De opdracht: een planning maken voor twee weken

Leerlingen maken een planning waarin ze:

  • Per vak opschrijven wat ze moeten doen en wanneer het af moet zijn.
  • Een dagelijkse planning invullen: wat doen ze op welke dag?
  • Bepalen wanneer en hoe laat ze aan hun schoolwerk gaan werken.

Hoe zet je deze opdracht in je les in?

Stap 1 – Overzicht maken
Leerlingen vullen per vak in wat ze moeten doen en wanneer het af moet zijn.

Stap 2 – Planning invullen
Ze verdelen hun taken over twee weken en schrijven op op welke dag en hoe laat ze aan hun schoolwerk gaan werken.

Stap 3 – Check en aanpassen
Laat leerlingen kijken of hun planning realistisch is. Zijn er dagen waarop alles zich opstapelt? Kan het beter verdeeld worden?

Laat leerlingen aan het eind van de week reflecteren op hun planning. Wat ging goed? Wat kan beter?


Voordelen van deze opdracht

  • Structuur en overzicht → leerlingen zien wat ze moeten doen en wanneer.
  • Tijdmanagement oefenen → ze leren hoe ze hun werk kunnen verdelen.
  • Voorkomt uitstelgedrag → door taken op tijd in te plannen, wordt de werkdruk minder.

Laat leerlingen aan het eind van de week reflecteren op hun planning. Wat ging goed? Wat kan beter?

Download het werkblad

Cornell-methode: aantekeningen maken tijdens de les

Ben je op zoek naar een manier om je leerlingen betere aantekeningen te laten maken én ze actief te laten leren? Dan is de Cornell-methode iets voor jou. Deze methode helpt leerlingen om informatie overzichtelijk te verwerken én na te denken over wat ze hebben geleerd. In deze blog leg ik je uit wat de Cornell-methode is, waarom het werkt en hoe je ‘m makkelijk kunt inzetten in de klas. Ik gebruik het zelf in de geschiedenisles, maar je kunt het natuurlijk bij ieder vak inzetten als je wil.

Je kunt onderaan deze blog een format downloaden om aantekeningen op te maken volgens de Cornell-methode. Dat zou je in het begin kunnen inzetten, maar je kunt ook leerlingen leren hoe ze dit zelf kunnen doen op een blad in hun map of schrift.


Wat is de Cornell-methode?

De Cornell-methode is een manier om gestructureerd aantekeningen te maken. Je kunt het inzetten tijdens je uitleg, bij het kijken van een (instructie)video of bij het lezen van een tekst. Het helpt leerlingen om actief mee te denken, hoofd- en bijzaken te onderscheiden en de stof beter te onthouden.

Je verdeelt een blad in drie delen:

  • Onderaan komt een korte samenvatting van wat ze geleerd hebben.
  • Rechts komt het grootste vlak – hier schrijven leerlingen hun aantekeningen tijdens de uitleg.
  • Links komt een smalle kolom – daarin zetten ze kernwoorden of vragen over de stof.

Waarom aantekeningen maken met de Cornell-methode?

Veel leerlingen schrijven tijdens de les alles op wat ze horen. Of juist bijna niks. Of ze schrijven letterlijk de woorden van een LessonUp of Powerpoint op. Ze hebben soms geen idee wat ze op moeten schrijven. De Cornell-methode helpt leerlingen om (gestructureerd) keuzes te maken: wat is belangrijk? Wat wil ik later kunnen onthouden?


Hoe voer je het in? Doe het eerst samen

Zomaar zeggen: “Maak maar een Cornell-schema tijdens mijn uitleg” werkt natuurlijk niet. Zeker niet bij leerlingen die moeite hebben met structuur of taal. Je moet het echt eerst voordoen, modelleren. Dus laten zien hoe je het maken van aantekeningen aanpakt tijdens bijvoorbeeld een instructie. En daarna bouw je het langzaam af en werk je ernaartoe dat leerlingen het zelfstandig kunnen. Zo zou je dat aan kunnen pakken:

  1. Eerste paar keer: jij doet het hardop voor
    Leg uit hoe het werkt terwijl je een schema invult. Bijvoorbeeld op het bord of in een PowerPoint.
    Vertel ook waarom je iets noteert.
  2. Na een tijdje: je vult het samen in
    Laat leerlingen met jou meedenken. Jij stelt vragen, zij geven suggesties. Bijvoorbeeld: “Wat kunnen we hier links bij zetten?” of “Hoe zouden we deze les samenvatten?”
  3. Als leerlingen eraan toe zijn: leerlingen doen het zelf (maar je kijkt mee)
    Je laat ze zelfstandig een Cornell-blad invullen tijdens of na de les. Loop rond, geef feedback, bespreek een goed voorbeeld klassikaal.
  4. Daarna: herhalen en vasthouden
    Laat ze het vaker doen, bij verschillende lessen. Bijvoorbeeld bij het kijken van een uitlegvideo of tijdens een boekparagraaf. Laat ze het ook gebruiken bij het leren voor een toets: “Gebruik je Cornell-aantekeningen om jezelf te overhoren.”

Tot slot

Zeker bij vakken als geschiedenis, waar veel informatie op je afkomt, is structuur en herhaling onmisbaar. De Cornell-methode helpt leerlingen om structuur aan te brengen tijdens het maken van aantekeningen. Maar je kunt het eigenlijk bij alle vakken inzetten.

Tip: Je kunt beginnen in je les met een vast format (bijvoorbeeld een Canva-sjabloon of een uitgeprint werkblad), maar leer leerlingen ook hoe ze zélf een Cornell-schema kunnen maken in hun schrift of map. Dat is handig voor wanneer ze geen blad bij de hand hebben of als je het op de lange termijn wilt inslijten als leerstrategie.

Wil je zien hoe een docent het aanpakt in de klas? In deze video laat docent Caroline Roosen zien hoe zij de Cornell-methode inzet. Ze geeft praktische voorbeelden en laat mooi zien hoe je leerlingen kunt begeleiden bij het maken van goede aantekeningen.

Bekijk de video: Laat je lessen beter plakken met Cornell (7 minuten)

Wil je alvast een leeg Cornell-schema downloaden? Klik hieronder