Mens en maatschappij: opdracht problemen in de stad

Zoek je een leuke en activerende opdracht voor mens & maatschappij of aardrijkskunde in de onderbouw van het vmbo? Met deze opdracht onderzoeken leerlingen stedelijke problemen en bedenken ze een oplossing. Leerlingen denken na over voorzieningen, overlast en hoe een stad kan groeien.

Doelgroep: vmbo onderbouw mens & maatschappij of aardrijkskunde


Wat gaan leerlingen doen?

Stap 1: Kies een stadsprobleem
Leerlingen krijgen een lijst met veelvoorkomende problemen in een stad, zoals te weinig groen, slechte wegen of een tekort aan woningen.

Stap 2: Analyseer de situatie
Wat is er precies mis? Welke mensen hebben hier last van?

Stap 3: Bedenk een oplossing
Ze verzinnen een manier om het probleem op te lossen. Welke voorzieningen zijn nodig? Wie voert het uit?

Stap 4: Denk na over de gevolgen
Werkt hun plan écht? Wat zijn mogelijke nadelen?

Je kunt de opdracht klassikaal bespreken of bijvoorbeeld door leerlingen laten presenteren.


Hoe zet je deze opdracht in?

  • Als startopdracht bij een hoofdstuk over steden – Zo activeren leerlingen voorkennis.
  • Als verwerking – Laat ze zelf een oplossing ontwerpen in plaats van alleen theorie lezen.
  • In groepjes of individueel – Kan allebei! Samenwerken maakt het extra leuk.
  • Met een presentatie of discussie – Bespreek de ideeën klassikaal en laat leerlingen reageren op elkaars oplossingen.

Tip voor in de klas: Gebruik echte voorbeelden uit hun eigen woonplaats. Laat leerlingen nadenken over verbeteringen in hun eigen omgeving. Je zou ook voorbeelden kunnen verzamelen uit je eigen woonplaats en op die manier de opdracht kunnen aanpassen.


Download het werkblad hier

Ik heb een kant-en-klaar werkblad gemaakt dat je direct kunt gebruiken.

Veel plezier met deze opdracht! Laat je me weten hoe het ging?

Zoek je meer van dit soort opdrachten voor mens & maatschappij of aardrijkskunde? Bekijk ook de volgende opdracht:

Of kijk bij activerende werkvormen of lesmateriaal mens & maatschappij.

Tijdvak 1: lesmateriaal landbouwrevolutie

Zoek je lesmateriaal over de jagers en verzamelaars en de landbouwrevolutie voor je geschiedenisles voor vmbo onderbouw? In deze blog vind je drie opdrachten inclusief gratis werkbladen.

  • Deze werkbladen zijn geschikt voor vmbo-leerlingen en zijn direct inzetbaar in de klas.
  • De werkbladen zijn geschikt voor het vak geschiedenis en leergebied mens & maatschappij.

Werkblad 1 – maak een tekening over het leven van de eerste boeren

In deze opdracht gaan leerlingen een tekening maken van een dorp in de tijd van de eerste boeren. Ze doen dit stapsgewijs, eerst informatie zoeken en als laatste stap de tekening maken.

Werkblad 2 – onderzoek landbouw in jouw omgeving

Deze opdracht is meer geschikt voor mens & maatschappij, maar past goed bij tijdvak 1 jagers – verzamelaars en de landbouwrevolutie. Je zou ook samen kunnen werken met een collega aardrijkskunde. Leerlingen gaan op onderzoek uit en zoeken naar informatie over landbouw bij hen in de buurt.

Werkblad 3 – maak een tijdlijn over de landbouwrevolutie

In deze opdracht gaan leerlingen een tijdlijn maken en laten ze stap voor stap zien hoe het leven van de mens veranderde door de landbouwrevolutie. Dit is een opdracht die je ook samen met je lesmethode kan gebruiken. Ik zou zelf leerlingen geen gebruik laten maken van internet, maar dat is natuurlijk je eigen keuze.

Hoe zet je de werkbladen in?

Gebruik deze werkbladen op verschillende manieren:

  • Als individuele opdracht voor leerlingen of groepsopdracht.
  • Als differentiatiemateriaal voor extra uitdaging of ondersteuning.
  • Als verwerkingsopdracht na een klassikale uitleg.

Gratis lesmateriaal geschiedenis – Download nu!

Ben je op zoek naar meer lesmateriaal voor geschiedenis in de onderbouw vmbo? Of voor het leergebied mens & maatschappij?

Op mijn website deel ik regelmatig nieuwe werkbladen en opdrachten.

Heb jij deze werkbladen gebruikt in je les? Of heb je vragen? Laat het weten in de reacties of deel je ervaringen op social media! 

Tijdvak 1: lesmateriaal jagers en verzamelaars deel 1

Zoek je lesmateriaal over de jagers en verzamelaars? In deze blog vind je vier gratis werkbladen die je kunt downloaden en waarmee je leerlingen direct mee aan de slag kunnen tijdens geschiedenis of mens en maatschappij.

  • Deze werkbladen zijn geschikt voor vmbo-leerlingen onderbouw voor het vak geschiedenis of leergebied mens & maatschappij en zijn direct inzetbaar in de klas.

Werkblad 1 – Maak een strip over Jagers en Verzamelaars

Laat je leerlingen tijdens geschiedenis of mens & maatschappij een strip maken over de jagers en verzamelaars. Zo verwerken ze de stof visueel en creatief, waardoor ze de lesstof beter begrijpen en het beter blijft hangen.

Werkblad 2 – Vergelijking Jagers en Verzamelaars en de Moderne Tijd

Hoe zag het leven van jagers en verzamelaars eruit vergeleken met nu? Dit werkblad laat leerlingen nadenken over wonen, voedsel en technologie, zodat ze historische veranderingen echt begrijpen.

Werkblad 3: Maak een handleiding over de Jagers en Verzamelaars

In deze opdracht maken leerlingen een handleiding met overlevingstips voor iemand die zou leven in de tijd van de jagers en verzamelaars. Het is ook een idee om deze opdracht vakoverstijgend te geven met het vak Nederlands bijvoorbeeld.

Werkblad 4 – Maak een PowerPoint over de Jagers en Verzamelaars

Met dit werkblad maken leerlingen een PowerPoint over de jagers en verzamelaars volgens een vaste structuur. Het is handig om dit begin van het schooljaar te doen, zodat leerlingen ook meteen leren hoe ze een PowerPoint maken en hoe ze dit volgens een vaste opzet doen. Je zou ook samen kunnen werken met het vak Nederlands of dit kunnen koppelen aan digitale geletterdheid.

Hoe zet je de werkbladen in?

Gebruik deze werkbladen op verschillende manieren:

  • Als individuele opdracht voor leerlingen of groepsopdracht.
  • Als differentiatiemateriaal voor extra uitdaging of ondersteuning.
  • Als verwerkingsopdracht na een klassikale uitleg.

Gratis lesmateriaal geschiedenis – Download nu!

Ben je op zoek naar meer lesmateriaal voor geschiedenis in de onderbouw vmbo? Op mijn website deel ik regelmatig nieuwe werkbladen en opdrachten.

Heb jij deze werkbladen gebruikt in je les? Of heb je vragen? Laat het weten in de reacties of deel je ervaringen op social media! 😊

Lesmateriaal M&M: overeenkomsten en verschillen wereldgodsdiensten

Feestdagen spelen een grote rol in veel religies. Ze brengen mensen samen en zitten vol tradities en symboliek. Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen wereldgodsdiensten?

In deze blog deel ik een posteropdracht waarin leerlingen zelf onderzoek doen naar feestdagen van vijf grote wereldgodsdiensten en deze op een overzichtelijke manier presenteren.

Onderaan deze blog kun je het werkblad gratis downloaden.

Doelgroep: vmbo onderbouw mens & maatschappij of burgerschap


De opdracht: maak een poster over feestdagen in wereldgodsdiensten

Leerlingen maken een poster waarin ze de feestdagen van de vijf grootste wereldgodsdiensten in beeld brengen:

  • Christendom;
  • Islam;
  • Jodendom;
  • Hindoeïsme;
  • Boeddhisme.

Leerlingen gaan onderzoeken:

  • Welke feestdagen belangrijk zijn binnen elke religie.
  • Wat er precies gevierd of herdacht wordt.
  • Hoe deze dagen worden gevierd, inclusief tradities, rituelen en eten.

Daarna vergelijken leerlingen de feestdagen en kijken ze naar overeenkomsten en verschillen.


Hoe zet je deze opdracht in je les in?

Hier een korte versie van de opdracht, je kunt onderaan deze blog de volledige opdracht downloaden.

Stap 1: Zoek informatie
Leerlingen verzamelen informatie over feestdagen en schrijven de antwoorden eerst in kladversie op.

Stap 2: Maak vergelijkingen
Ze analyseren de verschillen en overeenkomsten tussen de feestdagen van verschillende religies.

Stap 3: Creatieve verwerking
Alle informatie wordt verwerkt op een poster. Leerlingen worden aangemoedigd om afbeeldingen, kleuren en symbolen te gebruiken om hun werk visueel aantrekkelijk te maken.

Stap 4: Bespreking en reflectie
Laat leerlingen hun posters presenteren of bespreek klassikaal de opvallendste overeenkomsten en verschillen.


kk

Stuur je een berichtje als je deze opdracht gebruikt hebt of gaat gebruiken? Ik ben benieuwd!

Wil je meer ideeën voor mens en maatschappij of vakoverstijgende opdrachten? Of zoek je juist activerende werkvormen? Neem regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal  en praktische opdrachten voor in de klas!

Activerende werkvorm: Speel Pictionary in de klas

Pictionary is een activerende werkvorm die leerlingen uitdaagt om begrippen of bijvoorbeeld historische personen te tekenen en te raden. Zo verwerken ze de lesstof op een actieve manier.

In deze blog leg ik uit hoe je Pictionary kunt inzetten in je les en hoe je het voorbereidt. Scroll naar beneden om het werkblad met de lesbrief gratis te downloaden.

Deze werkvorm is geschikt voor verschillende vakken en niveaus.

Stap 1: Voorbereiding

  1. Kies de begrippen
    Selecteer 10 tot 15 begrippen. Het hoeven niet per se begrippen te zijn, maar ook bijvoorbeeld namen van historische figuren, geografische locaties of andere relevante begrippen.
  2. Maak kaartjes
    Schrijf elk begrip op een apart kaartje. Gebruik verschillende kleuren om het niveau van de begrippen aan te geven. (Bijvoorbeeld gekleurd karton van de Action)De kaartjes kunnen gelamineerd worden of op stevig papier geprint, zodat je ze vaker kunt gebruiken.
  3. Verdeel de klas in teams
    Laat leerlingen in groepjes van 3 of 4 samenwerken, zodat iedereen een beurt krijgt als tekenaar en als raadteam. Je kunt willekeurige groepjes maken met een tool zoals Groepjesmaker.

Stap 2: Zo speel je Pictionary in de klas

Pictionary kun je op verschillende manieren spelen, dit is een manier hoe je het in de klas zou kunnen spelen:

  1. Verdeel de klas in teams
    Elk team speelt om de beurt als tekenaar.
  2. Introductie (5 minuten)
    Leg de spelregels uit:
    • Eén leerling trekt een begrip en tekent dit op het bord.
    • De rest van de klas probeert het begrip te raden.
    • Woorden, letters en cijfers zijn niet toegestaan.
    • De eerste leerling die het juiste antwoord geeft, verdient een punt.
  3. Spelronde (15-20 minuten)
    • Een team kiest een tekenaar.
    • De tekenaar trekt een begrip en begint te tekenen.
    • De klas heeft één minuut om het begrip te raden.
    • Wissel na elk begrip van tekenaar en team.
  4. Afsluiting en reflectie (5 minuten)
    • Bespreek welke begrippen lastig waren om te tekenen en waarom.
    • Vraag bijvoorbeeld leerlingen hoe zij een moeilijk begrip zouden tekenen als ze een tweede kans zouden krijgen.

Tips om Pictionary goed te laten verlopen

  • Houd de tijd bij met een stopwatch (timer op je mobiel) om het speltempo hoog te houden.
  • Moedig leerlingen aan om te blijven raden, ook als het niet meteen lukt.
  • Differentiatie is mogelijk door makkelijke en moeilijke begrippen te combineren.
  • Overweeg een klein prijsje voor het team met de meeste punten. (Of een privilege bijvoorbeeld)

Download de lesbrief

Heb je deze opdracht gebruikt in je les? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback.

Zoek je meer activerende werkvormen? Neem dan regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal of praktische opdrachten voor in de klas.

Tijdvak 7: lesmateriaal Franse Revolutie vmbo onderbouw

Drie opdrachten over de Franse Revolutie 1789

Alle opdrachten zijn geschikt voor de onderbouw van het vmbo en je kunt ze gratis downloaden hieronder. Ze zijn geschikt voor geschiedenis of mens & maatschappij.

1. Teken de standenmaatschappij

In deze opdracht tekenen leerlingen de standenmaatschappij in Frankrijk vóór 1789. Hierdoor krijgen ze een visueel beeld van de ongelijkheid en snappen ze beter waarom de Derde Stand in opstand kwam.

Wat moeten leerlingen doen?

  • Eerst geven leerlingen antwoord op een aantal vragen.
  • Vervolgens tekenen ze de drie standen van de standenmaatschappij: de geestelijkheid, de adel en de derde stand.
  • Ook geven ze aan welke privileges bij welke stand hoorden.

2. Maak een poster over de Franse Revolutie

Wat moeten de leerlingen doen?

  • Kies een aspect van de Franse Revolutie.
  • Verzamel informatie en beeldmateriaal.
  • Antwoord geven op een aantal vragen.
  • Opzet maken voor poster en vervolgens de poster maken.

3. Schrijf een mini-werkstuk

In deze opdracht maken leerlingen een mini-werkstuk over de Franse Revolutie volgens een vaste opbouw.

Tip: je zou deze opdracht ook samen met het vak Nederlands kunnen geven als vakoverstijgende opdracht.

Wat moeten leerlingen doen?

  • Leerlingen kiezen eerst een onderwerp uit. Er zijn al een paar voorbeelden gegeven.
  • Daarna maken ze volgens een vast format een werkstuk. Dus: voorblad, inhoudsopgave, voorwoord, drie hoofdstukken, conclusie en bronvermelding.

Met deze opdrachten maken je leerlingen op een actieve en creatieve manier kennis met de Franse Revolutie tijdens geschiedenis of mens & maatschappij. Heb jij deze opdrachten gebruikt in je klas? Laat het me weten in de reacties!

Zoek je lesmateriaal van een ander tijdvak? Kijk dan hier voor geschiedenis of hier voor mens & maatschappij

Digitale geletterdheid – Wat weet het internet van jou?

Laat je leerlingen ontdekken wat er online over hen te vinden is

Sociale media, zoekmachines, reviews: alles wat je online doet, laat een spoor achter. Maar hoe bewust zijn leerlingen zich hiervan? Met deze interactieve opdracht laat je ze ontdekken wat het internet over hen weet én hoe ze hun privacy beter kunnen beschermen.

Waarom is dit belangrijk?

eze opdracht helpt leerlingen om bewuster om te gaan met hun online aanwezigheid. Veel jongeren delen dagelijks foto’s, video’s en berichten zonder erbij stil te staan wat er blijft hangen. Dit kan later invloed hebben op hun studie, werk of sociale leven. Door te ontdekken wat er online over hen te vinden is, leren ze bewuste keuzes te maken over wat ze delen en hoe ze hun privacy beter kunnen beschermen.

Dit sluit aan bij de pijlers van digitale geletterdheid volgens het SLO, zoals kritisch omgaan met informatie en bewust zijn van je digitale identiteit.

De opdracht: Google jezelf!

In deze opdracht gaan leerlingen eerst zelf op onderzoek uit, daarna gaan ze in tweetallen aan de slag en bereiden ze een korte presentatie voor van maximaal twee minuten. Leerlingen vertellen dan kort voor de klas wat zij ontdekt hebben en welke tips ze zouden hebben voor klasgenoten.

  • Leerlingen analyseren welke informatie openbaar beschikbaar is.
  • Daarna bedenken ze wat ze kunnen doen om hun privacy te verbeteren.
  • Vervolgens bespreken ze hun bevindingen met een klasgenoot.
  • Tot slot presenteren ze kort wat ze ontdekt hebben en een delen ze een tip.

Wat levert het op?

  • Meer bewustwording over online privacy en digitale veiligheid.
  • Inzicht in hoe eenvoudig persoonlijke informatie te vinden is.

Zijn docenten zich hier zelf wel van bewust?

Het is goed om deze opdracht niet alleen aan leerlingen te geven, maar er als docent ook zelf mee aan de slag te gaan. Wat komt er naar boven als jij je eigen naam googelt? Hoe zichtbaar ben je online voor collega’s, leerlingen of ouders? Wat kunnen zij over jou vinden als ze op je naam googelen? Door zelf eerst te onderzoeken wat er over jou (openbaar) online staat, kun je beter begrijpen hoe belangrijk dit onderwerp is en het gesprek hierover nog beter begeleiden met je leerlingen.

Download het werkblad!

Wil je deze opdracht direct gebruiken in je les? Download hier gratis het werkblad Wat weet het internet over jou? en ga aan de slag!

Leren voor de toetsweek: prioriteitenmatrix

De toetsweek komt eraan en veel leerlingen hebben moeite met het plannen van hun studietaken. Waar begin je? Wat is écht belangrijk? Als mentor of ouder kun je je leerling of kind helpen om meer overzicht en rust te creëren met de prioriteitenmatrix. Dit is een handige methode om taken te verdelen op basis van urgentie en belangrijkheid. In deze blog leg ik uit hoe je deze methode eenvoudig inzet en kun je gratis het werkblad prioriteitenmatrix en het werkblad planning toetsweek downloaden om direct aan de slag te gaan.

Wat is de prioriteitenmatrix?

De methode is gebaseerd op het model van Eisenhower en verder ontwikkeld door Covey. De prioriteitenmatrix helpt leerlingen om hun taken in vier categorieën te plaatsen:

  1. Belangrijk & dringend – Moet nu gebeuren (bijvoorbeeld: leren voor een toets morgen).
  2. Belangrijk & niet dringend – Kan later ingepland worden (bijvoorbeeld: een samenvatting maken voor een toets over een week).
  3. Niet belangrijk & dringend – Moet snel, maar is minder belangrijk (bijvoorbeeld: een korte huiswerkopdracht).
  4. Niet belangrijk & niet dringend – Mag wachten of hoeft niet (bijvoorbeeld: social media checken).

Door taken op deze manier in te delen, krijgen leerlingen inzicht in wat prioriteit heeft en wat uitgesteld of weggelaten kan worden.

Hoe begeleid je je leerling of kind met de prioriteitenmatrix?

1. Uitleg van de prioriteitenmatrix

  • Bespreek wat de matrix is en waarom het helpt.
  • Geef herkenbare voorbeelden van taken in de vier categorieën.

2. Opstellen van een takenlijst

  • Laat de leerling alle aankomende toetsen en taken opschrijven, zoals:
    • Samenvattingen maken;
    • Flashcards maken;
    • Oefentoetsen maken;
    • Instructievideo’s bekijken;
    • Leerladder gebruiken.

3. Invullen van de prioriteitenmatrix

  • Geef een werkblad (zie download onderaan blog) of laat de leerling zelf een matrix tekenen.
  • Begeleid bij het indelen van de taken in de vier kwadranten.
  • Help bij twijfel en bespreek waarom bepaalde keuzes handig zijn.

4. Plannen van de toetsweek

  • Laat de leerling een planning maken op basis van de ingevulde matrix.
  • Gebruik hiervoor een apart werkblad voor de planning.
  • Als ze een agenda gebruiken, laat ze het daarin overnemen.

Tip: Geen tijd om alles in één keer te doen? Splits het op in twee momenten: eerst de matrix, dan de planning.

5. Afronding en reflectie (5 minuten)

  • Bespreek hoe de leerling het invullen vond.
  • Vraag wat ze lastig vonden en waar ze verbetering zien.
  • Geef aan dat ze dit elke toetsweek kunnen gebruiken.

Waarom werkt deze methode?

  • Meer overzicht: leerlingen zien in één oogopslag wat belangrijk is.
  • Minder stress: de methode voorkomt dat alles op het laatste moment moet. (Mist je op tijd begint met de prioriteitenmatrix natuurlijk)
  • Efficiënter leren: focussen op wat echt belangrijk is.
  • Meer zelfstandigheid: leerlingen leren zelf plannen en prioriteren.

Gratis werkbladen downloaden

Wil je deze methode direct inzetten? Download hier het werkblad prioriteitenmatrix en het werkblad planning toetsweek om je leerling of kind te helpen met voorbereiden van de toetsweek.


Heb jij deze methode al eens geprobeerd? Laat in de reacties weten hoe jouw leerlingen of uw kind dit ervaren heeft!

Lesidee: maak een werkvormenwiel met activerende werkvormen

Actieve werkvormen maken een les dynamisch en zorgen ervoor dat leerlingen écht met de stof aan de slag gaan. Maar soms is het lastig om op het juiste moment een passende werkvorm te bedenken. Dan is het een handig om met het Werkvormenwiel aan de slag te gaan: een handige (digitale) tool waarmee je snel een werkvorm kiest en kunt inzetten. In deze blog laat ik je zien hoe je zelf eenvoudig een Werkvormenwiel maakt en hoe je dat kunt toepassen in je klas.

Wat is het WerkvormenWiel?

Het WerkvormenWiel is een soort rad van fortuin dat je vooraf zelf vult met verschillende werkvormen. Dit kan een fysiek rad zijn dat je in de klas gebruikt, maar je kunt ook een online versie maken met een tool zoals Wheel of Names. Tijdens de les draai je aan het wiel en laat je het lot bepalen welke werkvorm je gaat gebruiken. Zo houd je variatie in je lessen en betrek je leerlingen op een speelse manier.

Je kunt een fysiek rad kopen, maar zelf vind ik een digitaal rad net zo handig. Vooral als je geen vaste of eigen plek op school hebt. Als je wel een eigen lokaal hebt, is het ook een leuk idee om een fysiek rad te maken. Voorheen hadden ze ze wel bij de Ikea, maar op dit moment zitten ze niet in het assortiment. Misschien komen ze weer terug?

Waarom zou je het werkvormenwiel in je klas gebruiken?

  • Actieve betrokkenheid en afwisseling: leerlingen weten niet precies wat er komt en blijven alert.
  • Weinig voorbereiding en geen keuzestress: Eenmaal gevuld, kun je het wiel steeds opnieuw gebruiken. Je hoeft niet ter plekke een werkvorm te bedenken.

Hoe maak je een werkvormenwiel?

  1. Kies een vorm: Gebruik een fysiek rad of een online tool zoals Wheel of Names of Spin the Wheel.
  2. Vul het wiel met werkvormen: Kies 6 tot 12 werkvormen die passen bij jouw vak en lesdoelen.
  3. Test het uit: Probeer het een paar keer om te zien welke werkvormen goed werken.
  4. Pas het wiel aan wanneer nodig: Voeg nieuwe werkvormen toe of verwijder minder effectieve opdrachten.

Voorbeelden van werkvormen op het WerkvormenWiel

Om je op weg te helpen, zijn hier een aantal werkvormen die je kunt gebruiken:

  • Quizvraag bedenken: Leerlingen maken een quizvraag over de lesstof voor een klasgenoot.
  • Quizlet: doe een online quiz met Quizlet, bijvoorbeeld alle begrippen overhoren in Quizlet (voor Plein M en Geschiedeniswerkplaats heb ik alle begrippen in Quizlet gezet)
  • Teken het begrip: Laat leerlingen een concept visueel weergeven zonder woorden.
  • Mindmap maken: Leerlingen structureren hun kennis in een mindmap.

Manieren om je werkvormenwiel in te zetten tijdens je les

  • Maak bijvoorbeeld meerdere wielen: één voor startactiviteiten, één voor verwerking en één voor afsluiting.
  • Betrek leerlingen: Laat leerlingen zelf werkvormen aandragen en toevoegen.
  • Gebruik het regelmatig: Zo wordt het een herkenbare en vertrouwde tool in je lessen.
  • Combineer met andere tools: Gebruik het wiel bijvoorbeeld samen met een digitale quiz of een groepsopdracht.

Voorbeelden van werkvormen voor je werkvormenwiel

Er zijn natuurlijk heel veel werkvormen te bedenken. Maar als je het lastig vind of wat inspiratie nodig hebt, zijn hier een aantal werkvormen die je zou kunnen inzetten:

Start van de les (voorkennis activeren)
  • Woordweb maken – leerlingen noteren wat ze al weten over een onderwerp in een woordweb (kan ook digitaal met LessonUp)
  • Quizlet – een korte quiz over de vorige les of juist van het onderwerp van nu, om te kijken wat leerlingen al weten. (Heeft wel een beetje voorbereiding nodig, maar misschien heb je al Quizlets gemaakt)
  • Vragen bedenken – leerlingen formuleren drie vragen over wat ze willen leren tijdens deze les.
  • Foto of bron analyseren – toon een foto of bron en laat leerlingen beschrijven wat ze zien.
  • Wat weet je nog? – laat leerlingen in twee minuten op een post-it of wisbordje schrijven wat ze nog weten van vorige les.
Eind van de les
  • 3-2-1-methode – noem drie dingen die je geleerd hebt, twee dingen die je interessant vond en één ding waar je nog een vraag over hebt.
  • Leerdoel beantwoorden – laat leerlingen op een post-it of wisbordje het leerdoel van de les beantwoorden.
  • Kaartje voor de toekomst – laat leerlingen opschrijven wat ze willen onthouden voor de volgende les en deel dit dan ook de volgende les weer uit.
  • Vraagkaartje in tweetallen – leerlingen schrijven een vraag op over de lesstof van vandaag en medeleerling moet dit beantwoorden en andersom.

Download een gratis werkblad

Heb je deze opdracht gebruikt in je les? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen! Laat een reactie achter of deel je feedback.

Zoek je meer activerende werkvormen? Neem dan regelmatig een kijkje op mijn website voor nieuw lesmateriaal of praktische opdrachten voor in de klas.

Heb je nog leuke aanvullingen? Of heb je zelf een werkvormenwiel gemaakt? Laat het me weten in de reacties!

Lesmateriaal M&M: aardbevingen

Bij het onderdeel aardbevingen bij mens & maatschappij heb ik drie gratis werkbladen gemaakt die je direct kunt inzetten in je les.
Opdracht 2 en 3 zouden als vakoverstijgende opdracht samen met Nederlands gegeven kunnen worden.

1. Maak een poster over aardbevingen

Veel leerlingen onthouden informatie beter als ze die actief verwerken. Met deze opdracht maken ze een poster over aardbevingen. Hierin kunnen ze bijvoorbeeld uitleggen:

  • Hoe aardbevingen ontstaan.
  • Wat de gevolgen zijn.
  • Hoe je je eventueel kan voorbereiden op een aardbeving.

Het werkblad helpt leerlingen stap voor stap om hun poster goed op te bouwen.

2. Schrijf een kort verslag over een bekende aardbeving

Leerlingen doen eerst een klein onderzoek en daarna gaan ze stapsgewijs vragen beantwoorden. Ze onderzoeken een aardbeving naar keuze. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen uit:

  • De aardbeving van San Francisco (1906)
  • De aardbeving en tsunami in Japan (2011)
  • De aardbeving in Turkije en Syrië (2023)

3. Schrijf een nieuwsbericht over een aardbeving (+ schrijfplan)

In deze opdracht schrijven leerlingen een nieuwsbericht over een aardbeving aan de hand van een schrijfplan. Het schrijfplan helpt de leerlingen met:

  • De opbouw van hun nieuwsbericht.
  • Het beantwoorden van de 5W + H-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?).

Vakoverstijgend met Nederlands

Deze schrijfopdracht is ideaal om te combineren met het vak Nederlands. Leerlingen werken niet alleen aan hun kennis over aardbevingen, maar ook aan hun schrijfvaardigheid.

Heb je deze opdrachten gebruikt in je les? Laat het me weten! Ik ben benieuwd!