Het gebruik van ICT op school stond laatst weer ter discussie. Volgens het onderzoek van OESO blijkt namelijk dat leerlingen slechtere resultaten behalen als zij veel gebruik maken van computers en tablets op school.
Bij ons op school zijn de leerlingen inmiddels bijna allemaal in het bezit van een laptop. Ook wordt er steeds meer gebruik gemaakt van digitale leermiddelen. De aanwezigheid van ICT op school groeit, maar hoe kunnen we er nu voor zorgen dat ICT succesvol ingezet wordt op school?
Waarom ICT gebruik op school?
ICT kan gebruikt worden als didactisch hulpmiddel. Bijvoorbeeld bij:
- Het differentiëren
- Aantrekkelijk maken van lesstof door middel van moderne media
- Adaptief leren, bijvoorbeeld bij Got-it!
- Tijdsbesparing bij routinematige processen
- Elektronische leeromgeving (ELO)
Iedereen een eigen device
Anderhalf jaar geleden startte ik met een brugklas op onze school een pilot. In deze pilot zouden we onderzoeken hoe je een laptop effectief kunt inzetten als didactisch hulpmiddel. Maar het was ook noodzakelijk om een aantal praktische zaken te onderzoeken. Ter voorbereiding op BYOD kregen alle leerlingen in mijn mentorklas een laptop. Vol enthousiasme ging ik aan de gang en ons boek werd vervangen door digitale lesstof. We begonnen met digitaal toetsen en de laptop werd ingezet als hulpmiddel bij het differentiëren. Een klein aantal collega’s deed net zo enthousiast mee.
Hoe nu verder?
Maar helaas kwam ik er al snel achter dat niet iedereen enthousiast was. Sommige collega’s wisten niet goed hoe zij een laptop konden gebruiken in de les. En de laptop werd dan ook al vrij snel een veredelde typemachine met een zoekfunctie en de mogelijkheid om spelletjes op te spelen of muziek op te luisteren.
Zoals ik mijn eerdere blogs al aangaf ontbrak het collega’s aan tijd en competenties. Intussen zijn we nu anderhalf jaar verder en hebben bijna al onze leerlingen een eigen laptop. Ook dit gaat niet altijd even vlekkeloos. Er wordt veel gemopperd: batterijen van laptops zijn leeg, laptops zijn stuk, laptops hebben virus, de methodesite is niet beschikbaar, het netwerk ligt eruit, leerlingen kijken te veel Youtube filmpjes, leerlingen downloaden waardoor het netwerk traag wordt, leerlingen hebben overvolle tassen omdat ze nu een laptop én boeken hebben, ondanks dat er misschien maar 20% van de tijd op de laptops gewerkt moet worden schijnen sommige leerlingen dat ding altijd op tafel te hebben, docenten treden op als politieagent achterin de klas om op de beeldschermen te kunnen kijken en zo kun je zelf misschien nog wel een paar voorbeelden noemen.

Deze bekende afbeelding geeft een korte samenvatting over opmerkingen die je regelmatig in de wandelgangen hoort. Zeker ook toepasbaar op het onderwerp ICT.
Vier in balans
Kennisnet heeft een model gemaakt waarin vier voorwaarden staan voor het succesvol gebruiken van ICT op school. Je kunt een verdeling maken tussen menselijke randvoorwaarden en materiële voorwaarden. Deze vier bouwstenen moeten in balans zijn: vandaar dat dit model het Vier in balans model wordt genoemd. Als één van de randvoorwaarden ontbreekt is het bijna niet mogelijk om het succesvol te laten werken.
Visie: waarom ICT?
Ten eerste is het goed om je af te vragen waarom je eigenlijk gebruik wilt maken van ICT op school. Op wat voor manier wil je het inzetten? Wat is de visie hierop? Hartstikke leuk dat iedereen een eigen laptop heeft, maar wat is het plan erachter? Michael van Ast schreef op het blog van Kultiv8 hier een goed stuk over: zes valkuilen in een ICT-beleidsplan.
Deskundigheid: tijd en ruimte creëren
Ten tweede is deskundigheid van docenten belangrijk. Maar wat net zo belangrijk is, is het creëren van tijd: ontwikkeltijd. Je kunt niet verwachten dat een docent na één cursus een laptop of tablet optimaal kan gebruiken in de klas. Zorg ervoor dat er ruimte voor docenten is om zich te ontwikkelen, dat docenten hier open voor staan en dat ze het nut van ICT gaan inzien door het zelf te ervaren. Ook moet iemand open staan om te leren: de ‘lamellen’ moeten open staan. Je kunt alleen iets leren als er je er open voor staat.
Als cursussen na het 7e lesuur worden aangeboden, bijvoorbeeld als een docent al een hele lesdag erop heeft zitten, kun je je misschien voorstellen dat het hoofd van de docent vol zit en niet openstaat voor nieuwe informatie. Jammer genoeg krijgen wij op onze school hier niet altijd tijd voor, of worden cursussen inderdaad na lestijd gepland.
Doordat deze randvoorwaarde niet op orde is bij ons, zien collega’s het nut van ICT niet in of beschikken niet over de competenties die nodig zijn.
Content: digitaal lesmateriaal
Vervolgens is de aanwezigheid van digitaal lesmateriaal ook belangrijk. Er is tegenwoordig veel lesmateriaal beschikbaar, maar is de kwaliteit hiervan wel voldoende? Veel methodes bieden ook digitaal lesmateriaal aan. Zoals je ziet gebruiken docenten deze vorm van digitaal lesmateriaal het meest. Logisch, de kwaliteit is vaak goed en vaak hoef je er geen moeite voor te doen om aan dit lesmateriaal te komen; het zit tenslotte al bij de methode die je gebruikt. Het is natuurlijk wel noodzakelijk dat dit digitaal lesmateriaal naar behoren werkt. Verschillende keren heb ik helaas mee moeten maken dat er ‘iets met de site was’. Zeer frustrerend! 😦
Veel docenten maken zelf digitaal lesmateriaal. Behalve dat dit leuk is om te doen, is het wel belangrijk om ook hiervan de kwaliteit in de gaten te houden. Een richtlijn hiervoor zijn de gestelde kerndoelen voor je vak. Gebruik bijvoorbeeld de kernprogrammabrowser van Kennisnet.

Waar halen docenten digitaal lesmateriaal vandaan? Bron: https://www.kennisnet.nl/fileadmin/kennisnet/publicatie/vierinbalans/Vier_in_balans_monitor_2015.pdf
Infrastructuur
Tot slot is de infrastructuur belangrijk. Is de school wel ingericht op het gebruik van ICT? Je kunt bijvoorbeeld denken aan oplaadpunten, maar ook aan het netwerk. Het netwerk moet de digitale stroom van gegevens natuurlijk wel aan kunnen. Als er iets vervelend is, is het wel traag internet of als het niet werkt. Dit komt helaas regelmatig voor en is een echte dooddoener.. 😦
Dit geldt natuurlijk ook voor de device van de leerling. Laptops kunnen leeg zijn of een virus hebben. Bij ons op school zijn er zogenaamde ‘leenlaptops’ beschikbaar in de mediatheek. Handig en werkt tot nu goed.
Hoe dan andere scholen dat?
In het voorjaar van 2015 bezocht ik met een aantal collega’s twee KED scholen in Zweden. (Lees het verslag over deze studiereis) Ik had verwacht dat deze Kunskapsskolan scholen misschien wel een soort voorlopers zouden zijn op het gebruik van ICT op school. Maar het viel mij op dat er minder van ICT gebruik gemaakt werd dan ik van te voren verwacht had.
Er wordt in de KED scholen gewerkt met een Learning Portal, hierbij is het gebruik van ICT essentieel. Een leerling of docent kan deze portal openen op zijn eigen device. Maar veel lesmateriaal is ook gewoon beschikbaar op papier. Leerlingen hebben de keuze om digitaal of op papier te werken. De agenda waarin ook de leerdoelen worden opgeschreven is een ‘ouderwetse’ papieren agenda.
Gepersonaliseerd leren, ook op het gebied van wel of niet gebruik maken van ICT. Hierbij is ook de juiste balans gemaakt bij het gebruik van ICT en wordt er gebruik gemaakt van ICT als didactisch hulpmiddel
Meer lezen?
- De zes valkuilen van een ICT-beleidsplan (Michael van Ast op het blog van Kulti8)
- Vier in balans monitor van Kennisnet (2015)
- Toine Maes van Kennisnet: ‘Als je ICT goed toepast werkt het wél’ (2015)
Blogs over Pilot e-learning (schooljaar 2013 – 2014)
- Start pilot e-learning
- Voortgang pilot e-learning (14 april 2014)
- Update voortgang pilot e-learning (22 mei 2014)
- Hulpmiddelen bij het leren Klas 1J(26 mei 2014)
- Hulpmiddelen bij het leren Geschiedenis klassen (26 mei 2014)